Rijdend op de weg

Rijdend op de weg,
zie ik alles sneller aan me voorbijgaan.
Ik besef dat tijd soms net zo snel aan me voorbij kan glippen,
omdat tijd niet kan stilstaan.


Maar de gebouwen terwijl ik rijd,
staan wel degelijk stil.
Ikzelf zorg voor de snelheid,
de weg kan niet bepalen hoe snel ik wil.


Rijdend op de weg,
denk ik ook weer aan jou.
Wat zou jij doen op dit moment?
Maar mijn vragen kunnen niet beantwoord worden door een gepasseerd gebouw.


Soms ga je over een lange afstand in een korte tijd,
soms blijf je een lange tijd op dezelfde plek.
Het besef dat tijd en afstand eigenlijk relatief zijn,
is best wel gek.


Want juist díe tijd en afstand zijn mijn grootste blokkades,
ze scheiden me van jou.
Ook al houden ze me tegen,
ze nemen niet weg dat ik van je hou.


Maar het blijven toch mijn blokkades,
die beperkte tijd en lange afstand,
ik wou dat het niet zo was,
als het leven onbezorgder is, is er minder aan de hand.


Rijdend op de weg,
komt dit in me op.
Het is een filosofisch inzicht,
zomaar in mijn kop.

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen