Vreemdeling die ik het beste ken

Een lichte bries in 't warme bos,
een hond, door een eekhoorn verrast.
De zon breekt door het blad'rendek,
mijn handje hou jij stevig vast.
De warmte voel ik op mijn hoofd
maar ook heel diep van binnen,
want wat ik toen niet weten kon
was dat iets jou zou overwinnen.

Al dat ik toen wilde horen,
was het ruisen van het blad
Al dat ik toen wilde weten:
'Wat is dit hier? Wat is dat?'

Zwart en wit is al mij rest.
Herinneringen en kilte.
En met ieder volgend jaar
vervagen ze in stilte.
Ik volg de wind en zoek de storm.
Ik waar tussen de bomen rond;
zoekend naar jouw stem, ongehoord,
volg ik 't gefluister uit jouw mond.

Maar wind, zee noch de bomen
weten nu waarheen jij bent.
Verdwenen uit de zoete droom
ben je zelfs mij nu onbekend.

De tijd vervaagt aller dromen,
En nu ik ontdekt heb wie ik ben,
nu is alles dat mij noch rest
een vreemdeling die ik 't beste ken.



Want bij jou was ik gelukkig, doch verliet je mij,
iets wat ik nooit terug krijgen zal: Papa dat ben jij.

Reageer (1)

  • Involved

    Ik heb eigenlijk een hekel aan Nederlandse gedichten, maar deze is echt prachtig!

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen