De trein.
De trein.
Langzaam fiets ik naar het spoor toe.
Hoe heb je me dit aan kunnen doen?
Ik vertrouwde je.
Wat heeft zij dat ik niet heb? Is ze mooier? Is ze slimmer? Is ze grappiger?
Je kwam gewoon naar me toe en zei: "Het is over Susan.."
En toen liep je weg.
Zonder een ander woord, zonder verdere uitleg.
Mij achterlatend, vol met vragen.
Een week later zag ik je weer.
Je liep door het park, hand in en hand, met een ander meisje..
Ik dacht nog: Misschien is het niet waar, misschien is het familie ofzo.
Maar niets was minder waar.
Jullie gingen zitten, vlakbij het meer.
Precies op de plek waar wij normaal zaten.
Precies op de plek waar jij me vroeg je vriendinnetje te zijn.
Precies op de plek waar jij me mijn eerste zoen gaf.
Precies op die plek.
Ik kwam dichterbij.
Ik wilde horen wat jullie zeiden.
Had ik dat maar niet gedaan.
Je vroeg haar om je vriendin te zijn.
Met precies dezelfde woorden als hoe je het aan mij vroeg.
"Zonder jou is mijn wereld zwart,
Zonder jou mis ik iets in mijn hart,
Zonder jou kan ik niet leven,
Jij laat me altijd in de wolken zweven,
Zonder jou is mijn geluk maar schijn,
Wil je alsjeblieft mijn vriendinnetje zijn?"
Niet te geloven dat je dat weer zei,
Tegen hoeveel meisjes heb je dat nu al gezegd?
Heb je het eigenlijk wel zelf geschreven?
Of het je het gewoon ergens gelezen?
Vragen waarop ik nooit antwoord zal krijgen..
Wat moet ik hier nou mee?
Hoe kon je dit doen?
Inmiddels ben ik bij het spoor aangekomen
Ik zie de trein al aankomen.
Moet ik dit doen?
Het is nu of nooit.
Maar zoals je al zei, ook al meende je het niet:
Zonder jou kan ik niet leven.
En je bent er niet meer,
Je bent me vergeten.
Het is nu, ik kan het niet aan zonder jou..
Ik haal diep adem, en ik spring.
Reageer (1)
Holy crap wat lang
8 jaar geleden