Franconville Etape 1 Havo 2

le souvenir = de herinnering
la rentrée = het begin van het schooljaar
passer = doorbrengen
été = geweest
l’Espagne = Spanje
un été = een zomer
faire du camping = kamperen
heureusement = gelukkig
il fait beau = het is mooi weer
la montagne = de berg
l’escalade = het klimmen
la randonnée = de wandeltocht
la nuit = de nacht
le refuge = de berghut
même = zelfs
marcher = lopen
la neige = de sneeuw
hier = gisteren
eu = gehad
le texto = de sms
en vacances = met vakantie
le Liban = Libanon
le pays = het land
la carte postale = de ansichtkaart
je crois = ik geloof
être allergique à = allergisch zijn voor
la crème solaire = de zonnebrandcrème
plein de = volop
le bouton = de pukkel
quelle horreur! = wat verschrikkelijk!
la pharmacie = de apotheek
rencontrer = ontmoeten
la Hollandaise = de Nederlandse
le reste = de rest
ensemble = samen
les Pays-Bas = Nederland
la langue = de taal
apprendre = leren
la Grèce = Griekenland
le Danemark = Denemarken
l’Italie = Italië
le geste = het gebaar
la main = de hand
le prof = de leraar
le mot = het woord
la phrase = de zin
par exemple = bijvoorbeeld
le VTT = het mountainbiken
la forêt = het bos
l’Angleterre = Engeland
le stage = de cursus
un ado = een jongere
le début = het begin
on avait = we hadden
une activité = een activiteit
la nature = de natuur
le rafting = raften
le parcours = de route
dernier = laatste
pris = genomen
la survie = de survival
le matériel = het materiaal
préparer = bereiden
le feu de camp = het kampvuur
trop bien = te gek

  1. Franconville Etape 1 Havo 2

    le souvenir = de herinnering
    la rentrée = het begin van het schooljaar
    passer = doorbrengen
    été = geweest
    l’Espagne = Spanje
    un été = een zomer
    faire du camping = kamperen
    heureusement = gelukkig
    il fait beau = het is mooi weer
    la montagne = de berg
    l’escalade = het klimmen
    la randonnée = de wandeltocht
    la nuit = de nacht
    le refuge = de berghut
    même = zelfs
    marcher = lopen
    la neige = de sneeuw
    hier = gisteren
    eu = gehad
    le texto = de sms
    en vacances = met vakantie
    le Liban = Libanon
    le pays = het land
    la carte postale = de ansichtkaart
    je crois = ik geloof
    être allergique à = allergisch zijn voor
    la crème solaire = de zonnebrandcrème
    plein de = volop
    le bouton = de pukkel
    quelle horreur! = wat verschrikkelijk!
    la pharmacie = de apotheek
    rencontrer = ontmoeten
    la Hollandaise = de Nederlandse
    le reste = de rest
    ensemble = samen
    les Pays-Bas = Nederland
    la langue = de taal
    apprendre = leren
    la Grèce = Griekenland
    le Danemark = Denemarken
    l’Italie = Italië
    le geste = het gebaar
    la main = de hand
    le prof = de leraar
    le mot = het woord
    la phrase = de zin
    par exemple = bijvoorbeeld
    le VTT = het mountainbiken
    la forêt = het bos
    l’Angleterre = Engeland
    le stage = de cursus
    un ado = een jongere
    le début = het begin
    on avait = we hadden
    une activité = een activiteit
    la nature = de natuur
    le rafting = raften
    le parcours = de route
    dernier = laatste
    pris = genomen
    la survie = de survival
    le matériel = het materiaal
    préparer = bereiden
    le feu de camp = het kampvuur
    trop bien = te gek

  2. le souvenir = de herinnering la rentrée = het begin van het schooljaar passer = doorbrengen été = geweest l’Es

    le souvenir = de herinnering
    la rentrée = het begin van het schooljaar
    passer = doorbrengen
    été = geweest
    l’Espagne = Spanje
    un été = een zomer
    faire du camping = kamperen
    heureusement = gelukkig
    il fait beau = het is mooi weer
    la montagne = de berg
    l’escalade = het klimmen
    la randonnée = de wandeltocht
    la nuit = de nacht
    le refuge = de berghut
    même = zelfs
    marcher = lopen
    la neige = de sneeuw
    hier = gisteren
    eu = gehad
    le texto = de sms
    en vacances = met vakantie
    le Liban = Libanon
    le pays = het land
    la carte postale = de ansichtkaart
    je crois = ik geloof
    être allergique à = allergisch zijn voor
    la crème solaire = de zonnebrandcrème
    plein de = volop
    le bouton = de pukkel
    quelle horreur! = wat verschrikkelijk!
    la pharmacie = de apotheek
    rencontrer = ontmoeten
    la Hollandaise = de Nederlandse
    le reste = de rest
    ensemble = samen
    les Pays-Bas = Nederland
    la langue = de taal
    apprendre = leren
    la Grèce = Griekenland
    le Danemark = Denemarken
    l’Italie = Italië
    le geste = het gebaar
    la main = de hand
    le prof = de leraar
    le mot = het woord
    la phrase = de zin
    par exemple = bijvoorbeeld
    le VTT = het mountainbiken
    la forêt = het bos
    l’Angleterre = Engeland
    le stage = de cursus
    un ado = een jongere
    le début = het begin
    on avait = we hadden
    une activité = een activiteit
    la nature = de natuur
    le rafting = raften
    le parcours = de route
    dernier = laatste
    pris = genomen
    la survie = de survival
    le matériel = het materiaal
    préparer = bereiden
    le feu de camp = het kampvuur
    trop bien = te gek

  3. le souvenir = de herinnering la rentrée = het begin van het schooljaar passer = doorbrengen été = geweest l’Es

    le souvenir = de herinnering
    la rentrée = het begin van het schooljaar
    passer = doorbrengen
    été = geweest
    l’Espagne = Spanje
    un été = een zomer
    faire du camping = kamperen
    heureusement = gelukkig
    il fait beau = het is mooi weer
    la montagne = de berg
    l’escalade = het klimmen
    la randonnée = de wandeltocht
    la nuit = de nacht
    le refuge = de berghut
    même = zelfs
    marcher = lopen
    la neige = de sneeuw
    hier = gisteren
    eu = gehad
    le texto = de sms
    en vacances = met vakantie
    le Liban = Libanon
    le pays = het land
    la carte postale = de ansichtkaart
    je crois = ik geloof
    être allergique à = allergisch zijn voor
    la crème solaire = de zonnebrandcrème
    plein de = volop
    le bouton = de pukkel
    quelle horreur! = wat verschrikkelijk!
    la pharmacie = de apotheek
    rencontrer = ontmoeten
    la Hollandaise = de Nederlandse
    le reste = de rest
    ensemble = samen
    les Pays-Bas = Nederland
    la langue = de taal
    apprendre = leren
    la Grèce = Griekenland
    le Danemark = Denemarken
    l’Italie = Italië
    le geste = het gebaar
    la main = de hand
    le prof = de leraar
    le mot = het woord
    la phrase = de zin
    par exemple = bijvoorbeeld
    le VTT = het mountainbiken
    la forêt = het bos
    l’Angleterre = Engeland
    le stage = de cursus
    un ado = een jongere
    le début = het begin
    on avait = we hadden
    une activité = een activiteit
    la nature = de natuur
    le rafting = raften
    le parcours = de route
    dernier = laatste
    pris = genomen
    la survie = de survival
    le matériel = het materiaal
    préparer = bereiden
    le feu de camp = het kampvuur
    trop bien = te gekd

  4. le souvenir = de herinnering la rentrée = het begin van het schooljaar passer = doorbrengen été = geweest l’Es

    afasfasf

  5. le souvenir = de herinnering la rentrée = het begin van het schooljaar passer = doorbrengen été = geweest l’Es

    le souvenir = de herinnering
    la rentrée = het begin van het schooljaar
    passer = doorbrengen
    été = geweest
    l’Espagne = Spanje
    un été = een zomer
    faire du camping = kamperen
    heureusement = gelukkig
    il fait beau = het is mooi weer
    la montagne = de berg
    l’escalade = het klimmen
    la randonnée = de wandeltocht
    la nuit = de nacht
    le refuge = de berghut
    même = zelfs
    marcher = lopen
    la neige = de sneeuw
    hier = gisteren
    eu = gehad
    le texto = de sms
    en vacances = met vakantie
    le Liban = Libanon
    le pays = het land
    la carte postale = de ansichtkaart
    je crois = ik geloof
    être allergique à = allergisch zijn voor
    la crème solaire = de zonnebrandcrème
    plein de = volop
    le bouton = de pukkel
    quelle horreur! = wat verschrikkelijk!
    la pharmacie = de apotheek
    rencontrer = ontmoeten
    la Hollandaise = de Nederlandse
    le reste = de rest
    ensemble = samen
    les Pays-Bas = Nederland
    la langue = de taal
    apprendre = leren
    la Grèce = Griekenland
    le Danemark = Denemarken
    l’Italie = Italië
    le geste = het gebaar
    la main = de hand
    le prof = de leraar
    le mot = het woord
    la phrase = de zin
    par exemple = bijvoorbeeld
    le VTT = het mountainbiken
    la forêt = het bos
    l’Angleterre = Engeland
    le stage = de cursus
    un ado = een jongere
    le début = het begin
    on avait = we hadden
    une activité = een activiteit
    la nature = de natuur
    le rafting = raften
    le parcours = de route
    dernier = laatste
    pris = genomen
    la survie = de survival
    le matériel = het materiaal
    préparer = bereiden
    le feu de camp = het kampvuur
    trop bien = te gekle souvenir = de herinnering
    la rentrée = het begin van het schooljaar
    passer = doorbrengen
    été = geweest
    l’Espagne = Spanje
    un été = een zomer
    faire du camping = kamperen
    heureusement = gelukkig
    il fait beau = het is mooi weer
    la montagne = de berg
    l’escalade = het klimmen
    la randonnée = de wandeltocht
    la nuit = de nacht
    le refuge = de berghut
    même = zelfs
    marcher = lopen
    la neige = de sneeuw
    hier = gisteren
    eu = gehad
    le texto = de sms
    en vacances = met vakantie
    le Liban = Libanon
    le pays = het land
    la carte postale = de ansichtkaart
    je crois = ik geloof
    être allergique à = allergisch zijn voor
    la crème solaire = de zonnebrandcrème
    plein de = volop
    le bouton = de pukkel
    quelle horreur! = wat verschrikkelijk!
    la pharmacie = de apotheek
    rencontrer = ontmoeten
    la Hollandaise = de Nederlandse
    le reste = de rest
    ensemble = samen
    les Pays-Bas = Nederland
    la langue = de taal
    apprendre = leren
    la Grèce = Griekenland
    le Danemark = Denemarken
    l’Italie = Italië
    le geste = het gebaar
    la main = de hand
    le prof = de leraar
    le mot = het woord
    la phrase = de zin
    par exemple = bijvoorbeeld
    le VTT = het mountainbiken
    la forêt = het bos
    l’Angleterre = Engeland
    le stage = de cursus
    un ado = een jongere
    le début = het begin
    on avait = we hadden
    une activité = een activiteit
    la nature = de natuur
    le rafting = raften
    le parcours = de route
    dernier = laatste
    pris = genomen
    la survie = de survival
    le matériel = het materiaal
    préparer = bereiden
    le feu de camp = het kampvuur
    trop bien = te gekle souvenir = de herinnering
    la rentrée = het begin van het schooljaar
    passer = doorbrengen
    été = geweest
    l’Espagne = Spanje
    un été = een zomer
    faire du camping = kamperen
    heureusement = gelukkig
    il fait beau = het is mooi weer
    la montagne = de berg
    l’escalade = het klimmen
    la randonnée = de wandeltocht
    la nuit = de nacht
    le refuge = de berghut
    même = zelfs
    marcher = lopen
    la neige = de sneeuw
    hier = gisteren
    eu = gehad
    le texto = de sms
    en vacances = met vakantie
    le Liban = Libanon
    le pays = het land
    la carte postale = de ansichtkaart
    je crois = ik geloof
    être allergique à = allergisch zijn voor
    la crème solaire = de zonnebrandcrème
    plein de = volop
    le bouton = de pukkel
    quelle horreur! = wat verschrikkelijk!
    la pharmacie = de apotheek
    rencontrer = ontmoeten
    la Hollandaise = de Nederlandse
    le reste = de rest
    ensemble = samen
    les Pays-Bas = Nederland
    la langue = de taal
    apprendre = leren
    la Grèce = Griekenland
    le Danemark = Denemarken
    l’Italie = Italië
    le geste = het gebaar
    la main = de hand
    le prof = de leraar
    le mot = het woord
    la phrase = de zin
    par exemple = bijvoorbeeld
    le VTT = het mountainbiken
    la forêt = het bos
    l’Angleterre = Engeland
    le stage = de cursus
    un ado = een jongere
    le début = het begin
    on avait = we hadden
    une activité = een activiteit
    la nature = de natuur
    le rafting = raften
    le parcours = de route
    dernier = laatste
    pris = genomen
    la survie = de survival
    le matériel = het materiaal
    préparer = bereiden
    le feu de camp = het kampvuur
    trop bien = te gekle souvenir = de herinnering
    la rentrée = het begin van het schooljaar
    passer = doorbrengen
    été = geweest
    l’Espagne = Spanje
    un été = een zomer
    faire du camping = kamperen
    heureusement = gelukkig
    il fait beau = het is mooi weer
    la montagne = de berg
    l’escalade = het klimmen
    la randonnée = de wandeltocht
    la nuit = de nacht
    le refuge = de berghut
    même = zelfs
    marcher = lopen
    la neige = de sneeuw
    hier = gisteren
    eu = gehad
    le texto = de sms
    en vacances = met vakantie
    le Liban = Libanon
    le pays = het land
    la carte postale = de ansichtkaart
    je crois = ik geloof
    être allergique à = allergisch zijn voor
    la crème solaire = de zonnebrandcrème
    plein de = volop
    le bouton = de pukkel
    quelle horreur! = wat verschrikkelijk!
    la pharmacie = de apotheek
    rencontrer = ontmoeten
    la Hollandaise = de Nederlandse
    le reste = de rest
    ensemble = samen
    les Pays-Bas = Nederland
    la langue = de taal
    apprendre = leren
    la Grèce = Griekenland
    le Danemark = Denemarken
    l’Italie = Italië
    le geste = het gebaar
    la main = de hand
    le prof = de leraar
    le mot = het woord
    la phrase = de zin
    par exemple = bijvoorbeeld
    le VTT = het mountainbiken
    la forêt = het bos
    l’Angleterre = Engeland
    le stage = de cursus
    un ado = een jongere
    le début = het begin
    on avait = we hadden
    une activité = een activiteit
    la nature = de natuur
    le rafting = raften
    le parcours = de route
    dernier = laatste
    pris = genomen
    la survie = de survival
    le matériel = het materiaal
    préparer = bereiden
    le feu de camp = het kampvuur
    trop bien = te gekle souvenir = de herinnering
    la rentrée = het begin van het schooljaar
    passer = doorbrengen
    été = geweest
    l’Espagne = Spanje
    un été = een zomer
    faire du camping = kamperen
    heureusement = gelukkig
    il fait beau = het is mooi weer
    la montagne = de berg
    l’escalade = het klimmen
    la randonnée = de wandeltocht
    la nuit = de nacht
    le refuge = de berghut
    même = zelfs
    marcher = lopen
    la neige = de sneeuw
    hier = gisteren
    eu = gehad
    le texto = de sms
    en vacances = met vakantie
    le Liban = Libanon
    le pays = het land
    la carte postale = de ansichtkaart
    je crois = ik geloof
    être allergique à = allergisch zijn voor
    la crème solaire = de zonnebrandcrème
    plein de = volop
    le bouton = de pukkel
    quelle horreur! = wat verschrikkelijk!
    la pharmacie = de apotheek
    rencontrer = ontmoeten
    la Hollandaise = de Nederlandse
    le reste = de rest
    ensemble = samen
    les Pays-Bas = Nederland
    la langue = de taal
    apprendre = leren
    la Grèce = Griekenland
    le Danemark = Denemarken
    l’Italie = Italië
    le geste = het gebaar
    la main = de hand
    le prof = de leraar
    le mot = het woord
    la phrase = de zin
    par exemple = bijvoorbeeld
    le VTT = het mountainbiken
    la forêt = het bos
    l’Angleterre = Engeland
    le stage = de cursus
    un ado = een jongere
    le début = het begin
    on avait = we hadden
    une activité = een activiteit
    la nature = de natuur
    le rafting = raften
    le parcours = de route
    dernier = laatste
    pris = genomen
    la survie = de survival
    le matériel = het materiaal
    préparer = bereiden
    le feu de camp = het kampvuur
    trop bien = te gekle souvenir = de herinnering
    la rentrée = het begin van het schooljaar
    passer = doorbrengen
    été = geweest
    l’Espagne = Spanje
    un été = een zomer
    faire du camping = kamperen
    heureusement = gelukkig
    il fait beau = het is mooi weer
    la montagne = de berg
    l’escalade = het klimmen
    la randonnée = de wandeltocht
    la nuit = de nacht
    le refuge = de berghut
    même = zelfs
    marcher = lopen
    la neige = de sneeuw
    hier = gisteren
    eu = gehad
    le texto = de sms
    en vacances = met vakantie
    le Liban = Libanon
    le pays = het land
    la carte postale = de ansichtkaart
    je crois = ik geloof
    être allergique à = allergisch zijn voor
    la crème solaire = de zonnebrandcrème
    plein de = volop
    le bouton = de pukkel
    quelle horreur! = wat verschrikkelijk!
    la pharmacie = de apotheek
    rencontrer = ontmoeten
    la Hollandaise = de Nederlandse
    le reste = de rest
    ensemble = samen
    les Pays-Bas = Nederland
    la langue = de taal
    apprendre = leren
    la Grèce = Griekenland
    le Danemark = Denemarken
    l’Italie = Italië
    le geste = het gebaar
    la main = de hand
    le prof = de leraar
    le mot = het woord
    la phrase = de zin
    par exemple = bijvoorbeeld
    le VTT = het mountainbiken
    la forêt = het bos
    l’Angleterre = Engeland
    le stage = de cursus
    un ado = een jongere
    le début = het begin
    on avait = we hadden
    une activité = een activiteit
    la nature = de natuur
    le rafting = raften
    le parcours = de route
    dernier = laatste
    pris = genomen
    la survie = de survival
    le matériel = het materiaal
    préparer = bereiden
    le feu de camp = het kampvuur
    trop bien = te gekdafsdfasf

  6. le souvenir = de herinnering la rentrée = het begin van het schooljaar passer = doorbrengen été = geweest l’Es

    le souvenir = de herinnering
    la rentrée = het begin van het schooljaar
    passer = doorbrengen
    été = geweest
    l’Espagne = Spanje
    un été = een zomer
    faire du camping = kamperen
    heureusement = gelukkig
    il fait beau = het is mooi weer
    la montagne = de berg
    l’escalade = het klimmen
    la randonnée = de wandeltocht
    la nuit = de nacht
    le refuge = de berghut
    même = zelfs
    marcher = lopen
    la neige = de sneeuw
    hier = gisteren
    eu = gehad
    le texto = de sms
    en vacances = met vakantie
    le Liban = Libanon
    le pays = het land
    la carte postale = de ansichtkaart
    je crois = ik geloof
    être allergique à = allergisch zijn voor
    la crème solaire = de zonnebrandcrème
    plein de = volop
    le bouton = de pukkel
    quelle horreur! = wat verschrikkelijk!
    la pharmacie = de apotheek
    rencontrer = ontmoeten
    la Hollandaise = de Nederlandse
    le reste = de rest
    ensemble = samen
    les Pays-Bas = Nederland
    la langue = de taal
    apprendre = leren
    la Grèce = Griekenland
    le Danemark = Denemarken
    l’Italie = Italië
    le geste = het gebaar
    la main = de hand
    le prof = de leraar
    le mot = het woord
    la phrase = de zin
    par exemple = bijvoorbeeld
    le VTT = het mountainbiken
    la forêt = het bos
    l’Angleterre = Engeland
    le stage = de cursus
    un ado = een jongere
    le début = het begin
    on avait = we hadden
    une activité = een activiteit
    la nature = de natuur
    le rafting = raften
    le parcours = de route
    dernier = laatste
    pris = genomen
    la survie = de survival
    le matériel = het materiaal
    préparer = bereiden
    le feu de camp = het kampvuur
    trop bien = te gekle souvenir = de herinnering
    la rentrée = het begin van het schooljaar
    passer = doorbrengen
    été = geweest
    l’Espagne = Spanje
    un été = een zomer
    faire du camping = kamperen
    heureusement = gelukkig
    il fait beau = het is mooi weer
    la montagne = de berg
    l’escalade = het klimmen
    la randonnée = de wandeltocht
    la nuit = de nacht
    le refuge = de berghut
    même = zelfs
    marcher = lopen
    la neige = de sneeuw
    hier = gisteren
    eu = gehad
    le texto = de sms
    en vacances = met vakantie
    le Liban = Libanon
    le pays = het land
    la carte postale = de ansichtkaart
    je crois = ik geloof
    être allergique à = allergisch zijn voor
    la crème solaire = de zonnebrandcrème
    plein de = volop
    le bouton = de pukkel
    quelle horreur! = wat verschrikkelijk!
    la pharmacie = de apotheek
    rencontrer = ontmoeten
    la Hollandaise = de Nederlandse
    le reste = de rest
    ensemble = samen
    les Pays-Bas = Nederland
    la langue = de taal
    apprendre = leren
    la Grèce = Griekenland
    le Danemark = Denemarken
    l’Italie = Italië
    le geste = het gebaar
    la main = de hand
    le prof = de leraar
    le mot = het woord
    la phrase = de zin
    par exemple = bijvoorbeeld
    le VTT = het mountainbiken
    la forêt = het bos
    l’Angleterre = Engeland
    le stage = de cursus
    un ado = een jongere
    le début = het begin
    on avait = we hadden
    une activité = een activiteit
    la nature = de natuur
    le rafting = raften
    le parcours = de route
    dernier = laatste
    pris = genomen
    la survie = de survival
    le matériel = het materiaal
    préparer = bereiden
    le feu de camp = het kampvuur
    trop bien = te gekle souvenir = de herinnering
    la rentrée = het begin van het schooljaar
    passer = doorbrengen
    été = geweest
    l’Espagne = Spanje
    un été = een zomer
    faire du camping = kamperen
    heureusement = gelukkig
    il fait beau = het is mooi weer
    la montagne = de berg
    l’escalade = het klimmen
    la randonnée = de wandeltocht
    la nuit = de nacht
    le refuge = de berghut
    même = zelfs
    marcher = lopen
    la neige = de sneeuw
    hier = gisteren
    eu = gehad
    le texto = de sms
    en vacances = met vakantie
    le Liban = Libanon
    le pays = het land
    la carte postale = de ansichtkaart
    je crois = ik geloof
    être allergique à = allergisch zijn voor
    la crème solaire = de zonnebrandcrème
    plein de = volop
    le bouton = de pukkel
    quelle horreur! = wat verschrikkelijk!
    la pharmacie = de apotheek
    rencontrer = ontmoeten
    la Hollandaise = de Nederlandse
    le reste = de rest
    ensemble = samen
    les Pays-Bas = Nederland
    la langue = de taal
    apprendre = leren
    la Grèce = Griekenland
    le Danemark = Denemarken
    l’Italie = Italië
    le geste = het gebaar
    la main = de hand
    le prof = de leraar
    le mot = het woord
    la phrase = de zin
    par exemple = bijvoorbeeld
    le VTT = het mountainbiken
    la forêt = het bos
    l’Angleterre = Engeland
    le stage = de cursus
    un ado = een jongere
    le début = het begin
    on avait = we hadden
    une activité = een activiteit
    la nature = de natuur
    le rafting = raften
    le parcours = de route
    dernier = laatste
    pris = genomen
    la survie = de survival
    le matériel = het materiaal
    préparer = bereiden
    le feu de camp = het kampvuur
    trop bien = te geksafasf

Reageer (1)

  • Duendes

    C'est beaucoup de Français!

    7 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen