Gemiste kindertijd
Toen ik een klein, klein kleutertje was, had ik twee vrienden met wie ik altijd samen speelde. Eerst verhuisde de ene. De andere was een aantal jaar ouder dan ik, dus ging daarna naar ‘de grote school’. En daar zat ik dan, helemaal alleen. Je zou denken dat kinderen elkaar snel accepteren en snel nieuwe vrienden maken, maar ik was zo onzeker en ik leek mijn weg maar niet te vinden. Ik stond daar maar, alleen tegen de muur. Sommigen vroegen dan of ik gestraft was, ik zei dat ik soms gewoon liever alleen was. Ik wilde wel spelen, maar ik durfde het gewoon niet te vragen en er was niemand die het me ooit echt aan heeft geboden op het moment dat ik het nodig had.
Die trend van eenzaamheid heeft zich eigenlijk gedurende mijn hele kindertijd voortgezet. Ik had wel vrienden, maar ze zaten niet in mijn klas, of ze gingen liever met anderen om, of ze waren ouder dan ik, of ze gingen naar een andere school. Het grootste deel van mijn kindertijd, eigenlijk heel mijn jeugd, voelt een beetje aan als een eenzaam gat waarin ik ben gevallen.
Of ik echt ben uitgesloten of gepest… ik weet niet zeker of dat echt het geval is. Ik herinner me een paar nare opmerkingen. Een jongen die ‘kijk uit, dikke’ zei wanneer ik tegen hem op botste. Een meisje dat zei dat, als ze haar hadden gekozen in plaats van mij tijdens de lessen sport, hun team wel gewonnen zou hebben. Een jongen die me uitlachte omdat ik me zorgen maakte over mijn kippen, aangezien ik vergeten was ze buiten te laten. Een stel jongetjes dat naar me toekwam en zei ‘het is speeltijd, geen leestijd’, omdat ik helemaal alleen in een hoekje zat te lezen tijdens de pauze. Mijn buurjongen die irritant deed, al waren dat meer plagerijen dan pesterijen. Mijn andere buurjongen, die opeens geen vrienden meer wilde zijn. Een meisje in mijn klas dat niet met mij op één kamer wilde slapen (gedeeld met twee anderen ook nog), omdat ze ‘liever bij vrienden was’. Ondanks dat bleef het wel allemaal bij eenmalige gebeurtenissen. Kun je het pesten noemen als het maar één keer gebeurt? Ik weet het niet. Voel ik me er tot op de dag van vandaag nog steeds naar door? Soms wel.
Die gebeurtenissen hebben littekens achtergelaten, maar het grootste litteken komt door het feit dat ik nooit echt het gevoel had dat ik erbij hoorde. Ik durfde niet naar iemand toe te gaan en niemand kwam naar mij toe. Iedereen had zijn eigen vaste vriendengroepje en daar was geen plek voor mij. Zo voelde het toch aan tenminste. Daarom wil ik graag een andere vorm van pesten (als je het pesten kunt noemen) wat aandacht geven: uitsluiten. Het gebeurt niet altijd bewust, denk ik, maar dat maakt het niet minder pijnlijk voor degene die zich uitgesloten voelt.
Mijn hele jeugd voelt aan als een eenzame gevangenis vol onzekerheid waaruit ik maar niet kon ontsnappen. Het is makkelijk om dan te zeggen ‘maar vraag dan gewoon of je mee mag spelen’, maar ik had gewoon nooit echt het gevoel dat iemand me er echt bij wilde. En dat is een gevoel dat komt, en heel moeilijk weggaat. Ik hoop gewoon dat ik er met deze column voor zorg dat mensen iets meer oog hebben voor uitsluiten. Het komt minstens zo vaak voor als pesten, maar je kunt onmogelijk een schuldige aanduiden en het is zoveel moeilijker te zien.
Reacties (6)
Dat is echt niet fijn... en inderdaad, het is lastig om vrienden te vinden als iedereen al een groepje heeft... hopelijk gaat het nu beter!
6 jaar geleden