Stuttgart: een saaie stad
Mijn vader en ik hebben er traditie van gemaakt om na mijn examens een leuke stad in Duitsland te bezoeken. We zijn al in Neurenberg en Bremen geweest, en nu was Stuttgart aan de beurt. We wilden oorspronkelijk naar Augsburg gaan, want daar is een treinmuseum. (Verder zijn we totaal geen trein-nerds.) Omdat het treinmuseum in de winter echter gesloten is, en we nog nooit naar Stuttgart geweest zijn, hebben we besloten daarom daar maar naar toe te gaan.
Laten we het zo zeggen, het is lichtjes tegen gevallen. Begrijp me niet verkeerd, het is de zesde grootste stad van Duitsland, en er zijn genoeg mensen. Het is niet dat het daar uitgestorven is. Als het niet zondag is uiteraard. Stuttgart is tijdens de tweede wereldoorlog plat gebombardeerd en modern heropgebouwd, met als gevolg dat er nog maar een paar gebouwen van voor de oorlog recht staan, en de knusheid van een oud stadscentrum weg is.
En op gastronomisch gebied is het al helemaal erg. De Elzas heeft een zeer lekkere keuken, voor diegene die ermee bekend zijn (flammkuchen bijvoorbeeld), maar het Schwäbisch eten is daarentegen niet echt fantastisch of origineel.
Maar dat was nog niet het grootste probleem. De grootste vraag was: waar kun je dit eten? Of meer eigenlijk: waar kun je überhaupt eten? Het leek alsof in de hele stad maar een paar restaurantjes waren. Neem nou Maastricht, heel het Vrijthof is vol met eetcafé’s, op de markt kun je eten en er is nog zoveel meer. Leuven heeft een hele markt vol restaurantjes en verspreid zitten nog meer restaurants. Maar in Stuttgart leek het dat niet te hebben. De tweede dag zijn we maar ergens bij een Chinees in de buurt van het hotel gaan eten, omdat er niets anders te vinden was.
Op zaterdagmiddag waren we in Bad Cannstatt, een oud centrum ingeslokt door Stuttgart. Daar sloot alles op zaterdagmiddag en was er ontzettend rustig op straat. Het leek een beetje vreemd, maar eenmaal op de grote winkelstraat van Stuttgart was het daar weer ontzettend druk. Zo druk zelfs, dat op die weinige punten waar je koffie kon drinken, alles vol zat.
Toen we echter zondagochtend op pad gingen, was in de hele stad bijna niets meer te beleven. Waar we met moeite een restaurant hadden kunnen vinden voor zaterdagavond, hadden we nu nog meer moeite met het vinden van een restaurant dat open was. Het leek alsof er bijna niemand in Stuttgart woonde, terwijl het toch een miljoenenstad is.
Het lijkt misschien iets triviaals, de afwezigheid van een goede en gezellige gastronomie, maar het maakt echt wat aan de sfeer van de stad. Overigens heeft Stuttgart ook zo zijn goede kantjes hoor. Er is een geweldig uitgebreid winkelcentrum en de Wilhelma-zoo is echt de moeite waard.
Reacties (1)
Ik vond het leuk om te lezen
7 jaar geleden