Het treinleven en op kamers gaan
Nou, daar ben ik weer hoor, met mijn verhalen over mijn ontdekkingen in de wereld van de studenten. Volgende week vrijdag is mijn eerste blok afgelopen. Dan heb ik de studiepunten voor de eerste paar vakken, als het goed is, al binnen. En, man, wat is dat snel gegaan, zeg! Het voelt alsof ik al jaren op de universiteit zit. Iedere dag met de trein heen, met de trein terug… In het begin vond ik dit een hele opgave, nu heb ik mijn draai wel gevonden. Alleen begin ik me steeds meer te ergeren aan de mensen in de trein.
De één is verkouden en heeft nog nooit van het fenomeen “zakdoekjes” gehoord, de ander vindt het een geweldig idee om aan de telefoon al haar levensverhalen te bespreken… En die man naast mij vond het nodig om gisterochtend, half acht, een broodje met pindakaas te gaan zitten vreten. Ja, dat is nou niet bepaald een goed medicijn tegen mijn bekende ochtendhumeur.
Ga dan op kamers, hoor ik van mijn vriendinnen die mijn geklaag al een tijdje hebben moeten aanhoren. Ja, op kamers gaan… Of zoals de Belgen onder ons het noemen; op kot gaan. Mijn zus ging al vroeg op kamers. Ze was de eerste in haar klas, de eerste in haar hele jaar zelfs. Maar zij had niet echt een keuze; haar reistijd bedraagt zo’n drie uur heen, drie uur terug. Dat is op een normale schooldag niet te doen. Ik ben in totaal drie uur bezig, dus het valt nog mee.
Dat probeer ik mezelf ook steeds voor te houden, want eigenlijk vind ik het nog veel te spannend om op kamers te gaan. Ik ben bang eenzaam te worden, naast school niet echt een sociaal leven of iets te hebben. Dit is onzin, want ik kan afspreken met vriendinnen, maar ik zit niet bij een studentenvereniging of iets dus dan wordt het al snel lastig… Maar daarnaast doe ik ook vrijwilligerswerk en kan ik natuurlijk gaan sporten, en toch vind ik het een beetje eng. Ik, die altijd door iedereen “kleintje” wordt genoemd, in haar eentje in de grote stad.
Sinds een aantal weken heb ik een account op Kamernet, een website waar je kamers kan huren of verhuren. Iedere keer als ik een kamer zie die me wel wat lijkt, klik ik het snel weg. Want ik zou de kamer toch maar krijgen en over een week of twee al op kamers gaan…
Eigenlijk moet ik me niet zo aanstellen. Hup, gewoon gaan, je moet toch een keertje het huis uit en zo erg zal het ook wel niet zijn. Maar thuis is het zo fijn, mijn ouders die me vragen hoe mijn dag is, lekker mijn eigen plekje en de rust van het dorp waar ik woon bevalt me ook wel. Dan maar op zoek naar een kamer in een dorpje naast de stad. Is ook nog eens dicht bij de universiteit. Ja. Dat kan ik proberen. Misschien. Nee, nu.
Nou ja, ik zie nog wel. Voor nu klik ik die website maar even weg en doe ik net alsof ik die drie uur reistijd per dag geen probleem vind!
Reacties (1)
Ik ben juist heel erg blij als ik eindelijk hier weg kan van mijn kot. Ik heb het zo gehad met alles en iedereen. Gelukkig komt het einde in zicht, want mijn vriend is aan het kijken voor een eigen huisje waar ik op termijn ook in kan trekken. Dat is zoveel beter dan een studentenkamer. Of je moet erg veel geluk hebben.
8 jaar geleden