Berlijn verdwijnt langzaam van de borden. Geen afritten meer die naar de snelwegen leiden die mij eventueel naar de Duitse hoofdstad zouden kunnen brengen. De afritten naar plaatsen van enig belang verdwijnen sowieso van de borden en maken plaats voor namen van dorpjes of bossen. We naderen de grens tussen Nederland en Duitsland. De snelweg in het Noorden loopt namelijk door een niemandsland van boerderijen en windmolens. Nog dertig kilometer. Waarom? Waarom moeten we die grens over?
Het is niet dat ik niet van Nederland houd. Ik vind ‘ons kleine kikkerlandje’ tof en ik leef met veel plezier in de noordelijke stad die helemaal niet ver van Amsterdam afligt (geen sarcasme, twee uur is niet ver!). Toch wil ik deze avond niet terug. Terug gaan betekent dat het maandag wordt, dat de week weer begint. Het betekent vooral dat ik weer aan het werk moet. En hoewel ik mijn studie fantastisch vind, heb ik geen zin.
Ik wil niet dat mijn vrije dagen eindigen. Het hele weekeinde heb ik niet aan studie gerelateerde dingen kunnen denken. Donderdag reed ik naar vrienden toe. Acht uur lang in de bus, maar het was fijn. Ik sliep, keek naar buiten en verheugde me op de dingen die zouden komen. Vrienden bezoeken is het leukste wat er is en geen enkele verre reis kan mij tegenhouden. Vrijdag was de bruiloft van andere vrienden. Ik was nog nooit op een studentenbruiloft geweest, maar het was tof. Alleen maar dansen, praten met mensen die ik al veel te lang niet gezien had en uiteindelijk de zon zien opkomen boven de weilanden. Zaterdag en zondag waren uitslaapdagen met veel films en lekker eten. Gewoon even helemaal niets doen en genieten van een kleine vakantie. Ik had het hard nodig. Na vijf weken zeven dagen per week acht uur gewerkt te hebben, was een kleine pauze erg welkom.
Ik wil daarom ook niet terug. Ik wil niet terug naar zo ongeveer wonen in de universiteitsbibliotheek. Ik wil niet terug naar een wereld waar ik achterloop op de stof en het tentamen steeds dichterbij komt. Ik wil niet terug naar verantwoordelijkheden en stress.
Eigenlijk wil ik gewoon terug naar mijn vrienden en mijn vakantie. Twee dingen die voor mij zich vaak binnen de grenzen van Duitsland bevinden. Zodra ik die grens overstap zijn beiden weg.
Natuurlijk ging de bus de grens over en natuurlijk werd het maandag. Op het moment zit ik in mijn koude universiteitskantoortje dit te typen. De tentamens zijn over twee weken en ik ben nu al gestrest. Hiephoi. Ik tel de dagen tot Kerst maar weer af. Nog twee weken en twee maanden en dan is er vakantie. Eindelijk.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen