Hulp zoeken. Het moeilijkste wat ik ooit heb moeten doen. Toegeven dat ik niet zo onafhankelijk, zo sterk ben als dat ik mezelf voordoe. Als dat ik graag zou willen zijn. Mijn hart bonst hevig, lijkt door mijn ribben en borstbeen heen te willen breken. Mijn maag komt in opstand, draait zich om, verandert in een acrobaat en laat de nerveuze gevoelens zich vermenigvuldigen. Een ijzeren klauw wikkelt zich om mijn nek, knijpt, ontneemt me van alle lucht. Mijn vingers omklemmen elkaar en het handvat van mijn tas. Rusteloos spelen ze er mee, wrijven ze, knijpen ze en glijden ze weg door de klamheid van mijn handpalmen. Mijn hoofd voelt alsof het draait en mijn ademhaling lijkt, voor mij, compleet op hol geslagen. Als ik de rest van de mensen in de wachtkamer bekijk, zie ik dat niemand het merkt. Zoals gewoonlijk begint de paniek in mijn eigen hoofd.
Mensen haten het om hulp te zoeken. Het lijkt haast alsof ons gehele systeem de gedachte aan hulp haat en het afstoot met de kracht van een trein. We zijn sterk, dat is wat we onszelf graag willen laten geloven. We kunnen alles alleen en hebben niemand anders nodig om onze problemen te verhelpen. Het zijn immers onze problemen en niet die van iemand anders. Ze moeten zich er buiten houden. We kunnen het zelf. Alles.
Maar het is een leugen. De grootste leugen die er in dit leven bestaat. We kunnen het niet alleen, dat zou ons ruïneren. We kunnen het leven niet alleen aan en we kunnen onze problemen niet alleen aan. Hoe graag we dat ook zouden willen geloven. We zijn koppige wezens. Zelfs als we weten wat er mis is en zelfs als we weten dat we hulp nodig hebben, steken we onze neus in de lucht en doen alsof het prima gaat. We wijzen de hulp die we nodig hebben af en we marcheren door. In de hoop dat het ons een dezer dagen toch gaat lukken om het alleen te doen.
Totdat we instorten. Totdat de harde realiteit van de zwaarheid van onze proberen ons twee keer zo hard raakt als de gedachte hulp nodig te hebben. Totdat we verdrinken en het water onze longen al in voelen sijpelen. Dan pas nemen we aan dat we hulp nodig hebben. Maar zelfs dan kunnen we het niet zoeken. Eerder aangeboden hulp vervult ons met schaamte. Toegeven dat we fout zaten, is moeilijk. Of nee, niet eens toegeven dat we fout zaten. Toegeven hoe diep we zitten en hoe diep we onszelf hebben laten komen is het moeilijke. Het pijnlijke. Het is geen trots dat ons er van weerhoudt. Het is schaamte. Het is een muur van emoties waar we jaren aan gebouwd hebben. Die ons afsluit van wat we nodig hebben.
En dan komt de eerste stap. De moeilijkste stap. Het initiatief nemen. Ons door de emoties heen graven, de moker tegen de muur zetten en een gat slaan, net groot genoeg om licht door te laten. Een gat waar een hand doorheen kan, waar we ons aan kunnen vastklampen. Ons hart bonst hevig, lijkt door onze ribben en ons borstbeen heen te willen breken. Onze maag komt in opstand en een ijzeren klauw wikkelt zich om onze nek. Onze vingers vinden geen rust en de paniek slaat toe. We nemen de stap. We zeggen de woorden. Vier simpele woorden, moeilijker om te zeggen dan ‘ik hou van je’.
De facade is voorbij, we geven toe. Hebben het gevoel dat we op onze rug gaan liggen en opgeven, terwijl het tegenovergestelde waar is. Het is de grootste stap die we kunnen nemen en het moedigste wat we kunnen doen. En dat allemaal door vier simpele woorden. Ik heb hulp nodig.

Reacties (5)

  • Flensjex

    Heel mooi...

    1 decennium geleden
  • Quies

    Ik word hier helemaal stil van, echt prachtig verwoord...

    1 decennium geleden
  • Camouflage

    Het is echt geweldig om te zien hoe erg jij je jouw emoties uit. Hoe je alles beschrijft, het rouwen en de pijn. Echt mooi, ik ben sprakeloos en heb echt veel respect voor dit stuk. Ik denk -nee weet,- dat je veel mensen hebt geraakt met dit stuk en hebt laten inzien dat ze hulp moeten vragen. Zo ook mij.

    1 decennium geleden
  • Rijeee

    Ik ben hier erg door geraakt. Dit wat jij hebt geschreven, zal vele mensen aan het denken zetten en uiteindelijk zullen ze het initiatief nemen om hulp te vragen.
    Mijn complimenten.

    1 decennium geleden
  • Alleidis

    Wow, prachtig. Wat kun jij dat ontzettend mooi omschrijven, al die woorden voelde ik. Ik begin echt te geloven dat het 'goed' is dat ik hulp heb gezocht, door deze column.Werkelijk prachtig, maar dan ook écht prachtig, geschreven.

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen