‘Sailor man, I would gladly die to see the ports of Rostock and Shanghai.’
Maandenlang heb ik verhalen moeten aanhoren over de magie van de eerst genoemde stad. Mijn eigen ‘zeeman’ kon niet ophouden erover te vertellen. Hij vertelde over de haven, de mensen en hoe fijn de laatste weken in de stad waren geweest. Hij schetste een beeld van drie kratten bier in een week en ik wist eigenlijk al wel genoeg. Ondanks dat ik niet zo’n drinker ben, werd ik toch nieuwsgierig naar de stad. Ik wilde zelf ook weten hoe het er was en of het echt zo fantastisch was als hij altijd zei.
Dus hier ben ik dan. Ik zit op de bank bij een oude studievriend van de zeeman. Ik kan me niet voorstellen mij ooit meer moe gevoeld te hebben.
Vandaag was een kleine hel. Vroeg opstaan na een nacht lang niet slapen. De onderburen hadden een feestje en het zou hypocriet zijn geweest er ook maar iets van te zeggen, gezien de herrie die ik en mijn nieuwe Duitse familie de hele week lang al gehad hadden. Daarnaast voelde ik de alcohol nog door mijn bloed stromen. De avond ervoor hadden ik en de familie per persoon ongeveer een hele fles wijn soldaat gemaakt. Iets wat behoorlijk aanslaat bij iemand die verder nooit drinkt. De avond eindigde met een paar lofliederen aan de DDR, een thema dat eigenlijk altijd werd aangehaald als mijn schoonmoeder een beetje dronken begon te worden. (‘Vroeger, in de DDR, zou dit nooit hebben kunnen gebeuren! Stelletje westerse bureaucraten!’).
Met mijn dus erg heldere, wakkere hoofd begon ik aan het volgende stukje van mijn kleine wereldreis. Ik zat inmiddels aan de Oostzeekust, was bruinverbrand en ontzettend verveeld. Strandvakanties, de hele dag een beetje liggen, merkte ik, waren toch niet echt helemaal mijn ding. Mijn zeeman en ik namen de ijzeren boot in de richting van de stad waar hij jarenlang gewoond had met zijn vorige geliefde.
Het weerzien met de stad was vreemd. Hij had bij elk gebouw, bij elk park, bij elk slot herinneringen aan haar. Ons kleine bezoekje veranderde van toeristenactie in een therapiesessie in de slottuin.
Hij bleef de rest van de dag in een slechte bui. Hij leek er niets om te geven dat onze carpool met 140 kilometer per uur, in een bocht, rustig zat te bellen en te smsen. (Ik wel, ik zat biddend achterin de auto).
Maar toen wij eindelijk zijn stad inreden, lichtte zijn gezicht op. Hij kreeg weer een glimlach op zijn gezicht, was weer zijn normale, immer vrolijke, zelf. Ik begon er een beetje in te geloven dat de stad werkelijk magisch was. De komende dagen ga ik mijn verder verdiepen in dit kleine wonder.
Daarna vaart de boot weer verder. Waarschijnlijk niet naar Sjanghai, maar naar een klein gehucht. Desalniettemin kan mijn vakantie, na dat gelukzalige gezicht van de zeeman, niet meer stuk.

Reacties (4)

  • PurpleCloud

    Rostocklol

    1 decennium geleden
  • Niallerslove

    Love this.(:

    1 decennium geleden
  • CharlieTheShiba

    hee, Rostock! Daar was ik met de uitwisseling van school! heel leuke stad ^^

    1 decennium geleden
  • Niko

    Dit is echt een goede column :Y)

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen