Boeken leiden me nog tot waanzin
Ik heb net het boek Spotgaai uitgelezen van Suzanne Collins. Ik verklap niets over het einde, niets over wat er met Katniss Everdeen gebeurt. Maar toen de laatste bladzijde in zicht kwam, de allerlaatste zin dat misschien wel het hele boek een andere wending geef, verstarde ik.
Wou ik het einde wel weten? Wou ik weten dat de protagonist toch een gelukkig einde heeft? Of wou ik niet dat het boek eindigt, dat ik weer met mijn zielige leventje opgescheept zit? En eerlijk gezegd, wil ik niet dat het verhaal ten einde liep. Niet om het nare gevoel van machteloosheid, of het lege gevoel in mijn hoofd. Mijn leven is eerlijk gezegd eentonig. Naar school gaan, eten, slapen, huiswerk maken, kortom: klaar maken voor de toekomst. Als ik naar het kaft kijk van elk ander boek, elk boek met maar een beetje avontuur erin, voel ik me een loser. Ik ben niet zo’n iemand die het gevaar opzoekt, meedoet aan activiteiten en vrienden maakt, feesten op de dansvloer of zelfs maar naar die fles Jack Daniels te kijken. Een heilig boontje kan je zeggen, maar diep vanbinnen snak ik naar de avonturen die Katniss Everdeen meemaakt.
En dit heb ik bij vrijwel elk verhaal, elk magisch boek die ik lees. Eragon, Verkozen, Betoverd, Gave van Katsa, al die boeken brengen een soort van leegte naar boven, een gevoel dat ik niet kan bedwingen. Als ik met het boek begin, neemt de eerste zin me meteen al in beslag. Alsof de letters me meezuigen naar die wereld, naar die situatie en me gevangen neemt in het monsterlijke verhaal. Ik denk zoals de persoon, ik voel de emoties die door de hoofdrolspeler heen raast, de adrenaline knabbelt als een hamster aan een stuk noot aan mijn geweten.
Misschien ben ik geobsedeerd, misschien zelfs wel paranoïde. Kan ik dan zo gek op boeken zijn, dat ik duizenden boeken verslind, alléén maar om dingen te beleven? Dat ik niet de deur uit ga, de wereld tegemoet treedt, maar in plaats daarvan een boek ga zitten lezen in de holst van de nacht? Moet ik niet zoals andere jongeren zijn, en op een zomerse dag lekker buiten zitten? Nee. Want zo ben ik.
Ik ben een mens die van boeken houd, soms ze wel eens verslind en ze met kaft en al opeet. De magische wereld van een boek, de geur van oud papier die mijn neus binnen dringt, het tintelend gevoel in mijn vingertoppen wanneer een spannend moment aanbreekt, ik ben er gek op. Ik hoef niet te vliegen om naar Parijs te gaan, ik kan zo de wereld instappen van Nicolas Flamel en in de ondergrondse gangen rond dwalen met Josh. Een jongen die voor jou door het vuur gaat en stiekem ook een weerwolf is? Pak het boek Huiver en geniet.
Nadat ik dit heb opgeschreven (getypt), sprong er een nieuw gedachte naar me binnen. Het is gek, impulsief en misschien wel een tikkeltje geniaal. Als ik al snak naar de liefde van een ander, naar de avonturen van een protagonist, waarom zou ik dan geen eigen wereld creëren?
Dit klinkt paranoia, gestoord en overdreven, maar een eigen wereld creëren blijft me steeds maar achtervolgen. Mensen die doen wat jij zegt, wat je schrijft, dorpsgekken die in het geheim geniaal zijn, jongens die voor de hoofdrolspeelster vallen, de zon die altijd schijnt en de maan die over haar volk regeert. Ik kan mensen instigeren om naar de andere kant te kijken, het gevaar op te zoeken en misschien wel sterven. Draken zullen in de lucht vliegen en de bomen zullen wijze woorden uitspreken. De zee zal nemen alles wat het land te bieden heeft, en misschien wel meer. Bergen zullen zo hoog zijn totdat het de dampkring bereikt, elfjes vliegen door de sprookjesachtige bossen en zingen lofzangen voor hun schepper; ik.
Waarom zou ik het niet doen? Waarom zou ik geen naar hand gemaakte wereld scheppen en ervan genieten? Is het een schrijvers-tic? Een gevaarlijke ziekte die bij elk groot schrijver op hun pad kruist, en een langzame pijnlijke dood als eind? Of zit ik op het randje van paranoïde?
Eén reden, een kolossale reden die achter dit impulsieve plan zit; ik kan niet meer tegen deze wereld. Het dreunt als een moker tegen mijn slapen, de pijn vreet me van binnen uit en de klok tikt alsmaar door. Tik tak tik tak… Armoede, oorlog, noem maar op. Ik wil van de wereld, deze hel op aarde ontsnappen door een paradijs, een koninkrijk uit te typen. Egoïstisch? Ja. Geniaal? Ja.
Maar elke keer, elke vervloekte laatste bladzijde spuugt me weer terug naar mijn slaapkamer. Inkt sijpelt nog voor mijn netvliezen, diverse woorden spoken nog door mijn hoofd en paginanummers echoën door mijn gedachtegangen. Schrijven is één van mijn bronnen om mijn gedachtes te verstoppen, één van mijn nooduitgangen om te ontsnappen aan alle chaos hier. Zal ik zwichten? Zal ik deze wereld, figuurlijk gesproken, verlaten en een nieuwe oprichten?
Reacties (18)
dat heb ik ook en ik vind er niets aan dat elke keer de laatste blz van een boek je er aan moet herinneren hoen saai leven je zelf hebt:$ zoo vervelend:$
1 decennium geledenik herken mezelf hier erg in
1 decennium geledenje bent niet de enige
Herkenbaar.
1 decennium geledenMijn wereld ligt in mijn (dag)dromen.
Wanna join?
*bied een eigen land aan aan iedereen die dit ook heeft*
Wow, ik herken me echt helemaal in jouw verhaal. En ik zal je vertellen: al toen ik heel klein was heb ik mijn eigen wereldje geschapen, en ik kan daar zo heerlijk mijn eigen avonturen beleven, geïnspireerd op de verhalen die ik in het dagelijkse leven lees. Dan zet ik me over de leegte die ik aan het eind van een boek voel heen, door zelf door te fantaseren op het verhaal. Zo zet ik er op mijn eigen manier een punt achter, zo voel ik me niet zo leeg en lusteloos nadat ik een boek heb uitgelezen.
1 decennium geledenik ken het gevoel
1 decennium geledenweetje ik heb een super goed idee
ik kom gewoon in die wereldje van jou wonen
slim toch ?