Ik klik het licht uit en verstop mijn armen onder de dekens. De warmte begroet me opnieuw en ik adem diep in. De duisternis bonkt tegen mijn hoornvliezen aan en elke keer als ik met mijn ogen knipper, lijkt het kleine beetje licht te verdwijnen.
Het geluid van de ventilator maant me langzaam tot rust, het enige teken dat het leven doorgaat. De verlichte cijfers van de wekker brandt op mijn huid en bijtend op mijn onderlip probeer ik de slaap te laten overwinnen; ik moet nu gaan slapen.
Mijn gedachtes stromen vol met onbelangrijke ideeën. Ideeën voor een nieuw verhaal hier op Quizlet, over dingen die ik vandaag beter kon doen, over teksten die ik vandaag op internet ben tegengekomen, dagdromen over wat er op school kan gaan gebeuren, dagdromen over hoe het is om op Curaçao te zijn, zinnen die ik in mijn verhalen/columns kan verwerken. Kortom: ik kan niet meer slapen.
De drang om op te staan en de gedachtes op papier te zetten (om ze niet meer te vergeten) wordt met de seconde groter. Mijn benen voelen klam aan onder de dikke dekens en het water klotst onder me (waterbed). Mijn ogen zijn weer eens geopend en kijken de duistere kamer door.
Mijn blik wordt weer gericht op de lichtgevende wekker, het licht verblindt me voor een paar luttele secondes en ik durf mijn ogen weer te openen. Kwart voor twaalf. Ik vervloek mezelf, morgen moet ik om half zeven weer op staan.
Waarom heb ik zoveel fantasie, zoveel ideeën ’s nachts voordat ik ga slapen? Zoveel onderwerpen die ik overdag ook kan hebben? Misschien ben ik gewoon te druk geweest die dag, dat ik niet genoeg tijd had om na te denken en te genieten van de secondes van die ene unieke dag (zes februari 2011, die komt nóóit meer). De dingen die de mensen zeggen, die dag, spoken alweer door mijn hoofd. Ik had dat kunnen antwoorden, ik had de frons op mijn voorhoofd kunnen verbergen en alleen maar te glimlachen naar de nare opmerking. De dagdromen die op dat moment mijn gedachtegangen binnen stromen, zijn vaak fantasieën die nooit zullen uitkomen.
Ik kan er op dat moment er niets aan doen dan verder denken, verder nadenken dan ieder ander mens heeft gedaan in mijn gedachtes. Ik graaf door de vele herinneringen, ik onderzoek elk minuscuul plekje in mijn hersenen en probeer de oorzaak te vinden van deze slapeloosheid.
Maar meestal halverwege mijn queeste breekt er een slapend gevaar bij me naar binnen en drukt op het uit knopje van mijn hersenen. Het licht dooft in mijn ogen, mijn hart bonkt naar een langzaam, regulier gebonk en ik adem één keer diep in; alsof ik een hap zuurstof neem voordat ik onder water ga.

Reacties (6)

  • Cresseyde

    Geweldig!!!
    Je verdient je column!!!!

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen