Hoofdstuk 3
Ik voelde mijn hard als een gek te keer gaan. Ik was nog een stuk verder gerend. Toen ik merkte dat er niemand achter me aanrende stopte ik en draaide me om. Ik keek naar het begin van het steegje. Er liepen wel mensen langs alleen niemand kwam erin. Ik grijnsde, het was me gelukt!. Net toen ik opgelucht had ademgehaald zag ik de bewakers het steegje in rennen. Ik wachtte geen seconde en begon weer verder te rennen. Ik was echt zo blij dat het geen doodlopend steegje was. Ik rende zo hard als ik kon. Ik zag licht opdoen aan het einde van het steegje. Ik had geen idee waar ik uit zou komen maar het maakte me ook niet uit. Hoe dichter ik bij het einde kwam hoe zekerder ik ervan werd dat daar het bos was. Ik zag ook al dat er auto’s geparkeerd stonden, misschien heel misschien zou daar wel een benzinepomp zijn. Als dat zo zou zijn zou dat me alleen maar goed uitkomen, ik moest ze alleen even afschudden en dan kon ik misschien ongezien een achterbak ofzo inkruipen. Ze zouden me daar nooit kunnen vinden. Ik grijnsde bij het idee. Ik zou wel weer een manier vinden om weer thuis te komen. Ik rende en rende tot ik het steegje uit was. Ik keek snel hoever de bewakers nog waren. Ik had ze wel een beetje afgeschud maar ze zaten nog steeds achter me aan. Ik rende het bos in. Ik nam een zigzag weggetje langs de geparkeerde auto’s. Ik zag een hele grote camper waarvan de deur open was. Ik dat die mensen buiten de auto stonden. Als ik erin zou gaan zouden ze het niet ontdekken. Ik kon er weer uitgaan als die bewakers weg waren. Ik besloot het erop te wagen, in het ergste geval zal de bewaking me vinden. Ik rende extra hard en dook snel de camper in. Ik kroop daar snel onder het bed. Ik kon vanonder het bed zo naar buiten kijken. Ik zag door de bomen de bewaking verder rennen. Ik grijnsde het waren ook wel een stelletje sukkels. Ik bleef nog even onder het bed liggen om op adem te komen. Ik deed mijn ogen even dicht maar ik hield mijn oren wel goed op. Toen ik net een beetje tot rust was gekomen hoorde ik iemand de camper inkomen. Ik schrok. Ik keek vanonder het bed en zag 2 voeten. Shit! Dat moeten die mensen van de camper zijn. Ik had eruit moeten gaan voordat ze weer terug waren. Ik bleef doodstil onder het bed zitten. Ik luisterde naar wat ze zeiden. Ik was in mijn hoofd ondertussen ook mijn opties aan het bedenken. Wat zou ik nu kunnen doen? Of ik moest onder het bed vandaan komen en een verklaring aan ze geven waarom ik er zat of ik moest stil blijven zitten tot de volgende stop. Ik besloot maar voor het laatste te gaan. Ik zag hoe de deur dicht ging. Ik zag nog maar 1 paar voeten. De andere man moest vast aan het rijden zijn. Ik hoorde hoe de motor aan ging. Ik was nu te laat om nog weg te gaan als ik dat nog zou willen. Ik voelde hoe de camper wegreed, weer de snelweg op en ik had geen idee waarheen.
Reageer (1)
Verder
1 decennium geleden