Samii’s POV:
Nessie hing half in de armen van Seth. Het was zo vreemd hoe een vampier –zelfs een halfje- verliefd kon worden op een weerwolf. Maar toch… Ze waren zo perfect voor elkaar. Ik keek om en zag hoe Jasper zich bij de andere voegde… Als zij samen konden zijn waarom… Nee. Het was fout om zo te denken. Ik wou Jasper helemaal niet. Ik zag Edward fronsend kijken.
Sorry…
Hij gaf me een klein lachje en draaide zich terug naar Bella. Ik zuchtte en keek nog eens naar Jasper. Hoe konden mijn gevoelens in zon korte tijd zo in de war raken.
“Cadeautjes tijd…” lachte Nessie. Ze kuste Seth nog een keer en liep naar de tafel die vol gestapeld stond met pakjes van verschillende maten.
“Oh… eerst die van Samii… Maar we missen nog mensen niet…” ze keek de kamer rond.
Iedereen was er al… wie moest er nu nog bij? De deur vloog open en 2 meisjes verschenen in de deur opening.
“ALISSA,ALIKA!” Ik vloog ze naar de nek. “Hoe komen jullie hier?” Ze knikte naar Edward en lachte… Ik liep voorzichtig naar hem toe en sloeg men armen rond zen nek:”Dankje.” fluisterde ik in zen oor. “Ze blijven een tijdje… Ga nu maar. Het is oké” hij wreef door men haar. Ik lachte nog eens, gaf hem een kus op zen wang en liep terug naar men vriendinnen die ondertussen dood geknuffeld werden door Nessie. Het was tijden geleden dat ze nog in Forks waren geweest. Mijn beste vriendinnen op mijn verjaardag. Alles zat perfect nu. Ik lachte en knuffelde met ze mee. Carlisle tikte op men schouder met iets. Ik keek om en zag dat het een klein, langwerpig doosje was dat beschildert was met sierlijke zilveren letters. “We wouden het je al eerder geven maar we dachten dat nu het perfecte moment zou zijn.” Ik deed het voorzichtig open. Het was prachtig. De zon weerkaatste op het zilver van het hangertje en gaf een vreemde gloed af. Ik krulde men vingers rond het kettinkje en hield omhoog. Het hangertje was een half hartje met een klein diamantje in, in de vorm van de letter ‘S’.
“Het is prachtig… Waar komt het vandaan” ik keek vragend naar Carlisle.
Hij nam het van me over en hing het rond men nek: “Toen we je vonden lag dat bij je. De andere helft moet daar nog ergens zijn…”
“Ik ken dat denk ik…ik heb het al ergens gezien!” Seth kwam dichter bestudeerde het aandachtig. “waar?” vroeg ik snel. Men hart sloeg sneller…
“Ik weet het niet meer…”
Ik zuchte alle lucht van men longen uit en ging op de sofa zitten.

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen