Voldemort: reality or nightmare?
De overige twee lessen verliepen ook goed. Die nacht had ik weer een nachtmerrie, die ik al jaren niet had gehad.
Ik zag een meisje op een bank zitten. Ze keek angstig. Ze had zwart krullend haar en donkerbruine ogen. In het midden zaten drie mannen en een vrouw. De vrouw had ook zwart krullend haar en donkere ogen. ‘U allen wordt veroordeeld tot levenslang Askaban.’galmde een stem door de ruimte. ‘Nee, mammie!’schreeuwde het meisje en holde naar de vrouw toe. Het meisje was een jaar of drie. Onderweg wilde een tovenaar het meisje tegen houden, maar ze hief een hand op en de tovenaar vloog door de ruimte. Ze klampte zich vast aan de benen van de vrouw. De vrouw suste vriendelijke woordjes. Niets kon het meisje bedaren. ‘MAMMIE!!!’schreeuwde ze toen iemand haar oppakte. ‘Mammie, ga niet weg, ik heb je nodig. MAMMIEEE!!!!’ De vrouw werd meegenomen door Dementors, maar met opgeheven hoofd. ‘MAMMIE!!’
Toen ik wakker werd lag ik op de ziekenzaal. Ik zag iemand staan. Overal zag ik een gezicht. Niet die van mijn moeder, maar die van Voldemort. Die iemand had ook zijn gezicht. Ik pakte mijn toverstok en hief hem op naar de persoon. ‘Professor van Detta, wat doet u nu?’ Ik lachte. ‘O, nu noem je me ook nog professor? Ik heb je wel door, Voldemort!’ ‘V…Voldemort? Ik ben hem niet, ik ben Madame Pleister. NEEEE!’ Op dat moment verlamde ik de persoon en tegelijkertijd kwam Anderling binnen. Ze ontwapende me en keek me aan. Toen mompelde ze een spreuk en zag ik niet overal mee het gezicht van Voldemort. Toen zag ik dat de persoon die ik verlamde inderdaad Madame Pleister was. Geschokt sloeg ik mijn handen voor mijn mond. ‘Je verkeerde onder de Imperiusvloek.’zei Anderling nadat ze de verlammingsspreuk over Madame Pleister had opgeheven. ‘H…het spijt me Madame Pleister.’zei ik geschokt. ‘Al goed. Neem dit maar, dan bekom je van de schrik. Ik moet even met Minerva praten.’ Ze liepen naar de andere kant van de ziekenzaal. Ik dronk het brouwseltje op wat ze had gegeven. Even gebeurde er niks, maar toen schoot er een hevige pijn door mijn buik. Ik gilde en viel van bed. Madame Pleister kwam naar me toe gerend. ‘W…wat..’ Ik bleef gillen en kronkelen. Het deed zo’n zeer! Professor Anderling pakte de beker op waar ik uit gedronken had en rook eraan. ‘Weet je zeker dat het gewoon pompoensap was?’vroeg ze. Madame Pleister knikte. ‘Het ruikt anders. Ik zal gauw de leraar Toverdranken halen.’ Anderling liep weg. De tranen rolden over mijn wangen. Het leek alsof iemand mijn ingewanden eruit sneed. Ik lag nog steeds op de grond. Iedere keer dat Madame Pleister een poging deed om me op bed te krijgen, kreeg ik zo’n hevige pijnscheut dat ik gelijk weer op de grond viel. Toen kwam de leraar Toverdranken eraan met een fles in haar hand. ‘Zet haar rechtop, en let niet op die pijnscheuten. Het moet.’zei ze. Madame Pleister deed wat ze zei. Ik gilde het uit en greep naar mijn buik. De leraar Toverdranken knielde bij me neer. ‘Drink dit helemaal op.’beval ze. Ik deed wat ze zij. Toen ik de drank helemaal op had, ebde de pijn gelijk weg. Ik viel hijgend achterover, in de armen van Madame Pleister. ‘Hartstikke bedankt, professor Johnson.’zei professor Anderling. ‘Bedankt.’fluisterde ik. Madame Pleister en professor Anderling hielpen me weer op bed. ‘Het is beter als je een paar dagen blijft liggen.’zei professor Anderling. ‘En al die arme kinderen die les nodig hebben het niet geven?’vroeg ik. ‘Ik dacht het niet. Ik ga nu wat slapen, en voor het ontbijt word ik weer wakker. Dan ga ik gewoon naar het ontbijt en zul je zien dat alles goed met me gaat.’ Ik was vastberaden, en professor Anderling wist dat je niks kon zeggen om mij van gedachten te laten veranderen. ‘Oké, al goed.’zei ze instemmend, hoofdschuddend en glimlachend. ‘Maar toch vraag ik me af wie je dit aan heeft gedaan.’ En met die woorden liep ze weg. Ik ging liggen en de rest van de nacht had ik geen enkele droom.
Er zijn nog geen reacties.