A new beginning.
Toen we door de trein liepen werden we nagekeken. In ieder geval, ik werd nagekeken. Ik droeg niet langer lange mouwen meer. Dat was verleden tijd. Ik droeg een T-shirt met korte mouwen, en je kon het duistere teken zien. Sommigen waren bang voor me, maar dat kon me niks schelen. Ik schaamde me er niet voor, want het herinnerde me eraan dat ik een goede dooddoener was geweest. Albus en ik praatten veel. Op een gegeven moment kwam James, Albus zijn broer, bij ons zitten, samen met wat vrienden. James stelde me voor als de nieuwe leraar Verweer Tegen de Zwarte Kunsten, professor van Detta. Ik haatte die achternaam, en toch hield ik ervan. Het maakte me wie ik was, maar het herinnerde me ook aan mijn moeder. Ik dacht niet veel meer aan haar, maar als ik aan haar dacht sprongen de tranen in mijn ogen. Ik veegde ze snel weg met de rug van mijn hand, maar James had het gezien. Hij ging naast me zitten. ‘Je dacht weer aan je moeder hè?’vroeg hij. Ik knikte. Hij sloeg een arm om me heen. Hij was iemand die me niet haatte om mijn achtergrond. Misschien door zijn ouders, dacht ik altijd, maar ik wist dat het niet waar was. ‘Nou heren,’zei ik. ‘als ik jullie was, zou ik me maar omkleden.’ Ik liep de coupe uit en zocht een plekje om mijn uniform aan te trekken. Ik zou met de eerstejaars meelopen. Hagrid zorgde nog steeds voor ze, en werd geholpen door Groemp. Hij kon intussen behoorlijk goed praten. ‘Dag Groemp!’zei ik toen ik hem zag. ‘Dag, professor.’zei hij. Hagrid had hem vast ingefluisterd dat ik nu een leraar was. Ik liep samen met Albus naar de boten. Ik ging met Hagrid voorop.
In de hal stond Minerva Anderling ons op te wachten. Ze wenkte me. ‘U mag vast aan de tafel voor leraren gaan zitten, professor, op de lege plek, maar niet mijn lege plek.’ Ze glimlachte naar me voordat ik naar binnen liep. Ik ging zitten naast de leraar Toverdranken. Professor Slakhoorn was al lang met pensioen, en hij was vervangen door een relatief jonge vrouw. Het viel mij op dat het nu eerlijk verdeeld was. Evenveel mannelijke stafleden als vrouwelijke stafleden. Madame Pleister was met pensioen en vervangen door haar dochter. Professor Zwamdrift deed nog steeds Waarzeggerij. Omdat professor Anderling nu schoolhoofd was, was er ook een nieuwe leraar Gedaanteverwisselingen. Anderling wou dat ik dat zou doen, maar ik voelde meer voor Verweer Tegen de Zwarte Kunsten, mede omdat ik een ex-dooddoener was en dus meer over wist. Ook zag ik Marcel zitten, of professor Lubbermans tegenwoordig. Hij zwaaide, en ik zwaaide terug. Toen gaf hij me een luchtkus en ik bloosde. Hij zag het en werd ook rood. De professor Toverdranken bekeek me goed en toen ze het duistere teken zag, werden haar ogen groot. Ik zag het. ‘U hoeft niet bang voor me te zijn hoor.’zei ik geruststellend. ‘Als er één dooddoener was die té aardig was, dan ben ik het wel.’ Ze was gerustgesteld. Toen kwam Minerva Anderling weer binnen. Hagrid was ook aan de lerarentafel gaan zitten. Het sorteren begon weer met een lied, maar deze keer ging het niet over dat we voorzichtig moesten zijn, maar over dat het mooie tijden waren en dat soort dingen. Toen begon het sorteren. Ik was zenuwachtig voor de Wemels en voor Albus. Ze kwamen allemaal bij Griffoendor. Ik klapte voor ze allemaal. Na het eten stelde ze me voor als de nieuwe leraar Verweer Tegen de Zwarte Kunsten. Ik moest naar voren komen om wat te zeggen.
‘Dag allemaal.’begon ik. ‘De meesten van jullie weten ongetwijfeld dat ik een ex-dooddoener ben. Maar daarom hoeven jullie nog niet bang voor me te zijn. Ik ben de goedaardigste dooddoener die er toen was. Ik heb Harry Potter zoveel geholpen als ik kon in de strijd tegen heer Voldemort.’ Ieders adem schokte. ‘en heb gespioneerd voor jullie met gevaar voor eigen leven. Ik zag verscheidene dierbaren van me vermoord worden. Sirius Zwarts, mijn oom. Albus Perkamentus, één van de grootste schoolhoofden die Zweinstein ooit heeft gekend. Dobby, de moedigste huiself die ik ooit heb gekend. Severus Sneep, jarenlang mijn voogd en een groot schoolhoofd, hoewel er mensen zijn die het niet met me eens zijn. En toen, voor mijn eigen ogen, werd mijn moeder vermoord door Molly Wemel. Nam ik het haar kwalijk? Was ik boos? Nee, ik was niet boos, wel verdrietig. Ze deed wat juist was. Mijn moeder daagde haar namelijk uit met woorden. Dat had ze niet moeten doen. Ik ben hier om jullie zo goed mogelijk les te geven. Waarom ik? Omdat ik veel met Zwarte Kunsten te maken heb gehad. Duistere magie, waar jullie je tegen moeten kunnen beschermen. En wie kan dat beter leren dan een ex-dooddoener? Ik hoop dat jullie me niet zullen haten, en dan kan het een gezellig jaar worden.’ Even was het zo stil, dat je een naald had kunnen horen vallen. Toen begon iemand te klappen, en al gauw klapte iedereen in de Grote Zaal. Ik maakte een vlugge buiging en ging weer zitten.
Er zijn nog geen reacties.