Veiligheid
De straten waren amper verlicht, er bleven slechts enkele lampen een flauw lichtje uitstralen nu alles eraan ging. Een zwarte schim liep over het donkere asfalt van wat ooit één van de hoofdstraten van de stad geweest was, nu was het er slechts donker, troosteloos en verlaten. Het was de schaduw van het licht van een miniem streepje maan, dat op een meisje neerdaalde. Ze was nog niet eens volwassen, maar in de wereld waarin ze terecht gekomen was, was dat geen excuus voor zwakte meer. Er waren slechts weinig mensen over, degenen die nog leefden hadden zich in groepjes verschanst en een uitvalsbasis ingenomen, ze deden zwaar hun best om de beste wetenschappers, landbouwers en vechters te vinden, dat waren degenen die nu het meeste waarde hadden om in je team te hebben. Ze was compleet in het zwart gekleed, een strakke zwarte jeans, een aansluitend zwart shirt met lange mauwen en zwarte schoenen van een heel dunne, soepele stof en stevige zolen. Ze had meerdere wapens verborgen in haar als gegoten zittende vechtkledij. Ze had nog nooit echt een zware confrontatie meegemaakt, maar het was echt heel dom om als zo’n jong persoon zonder eigen beveiliging buiten te komen. De mensen die niet gegroepeerd waren kwamen amper buiten, behalve soms om een winkel te plunderen, maar zelfs zij waren een gevaar op deze plek waar niemand te vertrouwen viel, behalve je eigen bondgenoten. Haar groep hield zich schuil in de gebouwen van de school, het was de enige plek waar jongere kinderen veilige gehouden werden, zeker degenen die hun ouders verloren hadden. Wie in staat was, zorgde voor een ander, dat was het grote idee van haar groep, het was één van de twee grootste. Ze hadden geen idee waar de anderen zaten, en op hun beurt was ook hun verstopplek strikt geheim, alleen aan de organisatie was te merken dat er vele leden op de loer lagen voor voeding, medicijnen en kledij. Haar hart sloeg overuren, er leek niemand te zijn, maar dat leek ook zo wanneer iemand van haar team er rondliep.
Ze was een meisje met een missie, niet zo’n lichte ook, één van haar vorige klasgenoten en nu haar partner in crime en beste vriend, was zwaar ziek geworden. Er waren verschillen apothekers wat verder in die straat, maar uit ervaring wist men dat er in dat schemerige, mistige gedeelte van de stad een grote andere groep zijn hoofdpunt had. Het verlaten van de poorten was aan iedereen, zelf aan haar, met haar redelijk hoge functie, ten strenge verboden zonder expliciete toestemming van de mensen die de zware, vergiftigde taak van de leiding op zich genomen hadden. Ze was hen heel dankbaar dat ze zelf die zware opdracht niet op zich gekregen had, maar toch trok ze zich maar bitterweinig aan van hun regels, ze waren trouwens net iets te druk om zich te bekommeren om één van de meeste verantwoordelijke en moeilijkst te betrappen meisjes. Ze zag de plek waar de apotheek zat al vlug, tot nu toe zonder al te veel problemen te hebben tegengekomen. Natuurlijk was juist deze deur nog niet opengebroken, ze haalde een speld uit haar netjes opgestoken haar en probeerde het slot open te wrikken. De stilte was ijzig en verontrusten, het was te stil.
Een klap tegen haar achterhoofd staakte meteen haar pogingen, ze sprong zo goed als mogelijk met een redelijk zware hoofdpijn weg. Ze had net een fractie van een seconde voor de klap haar move voorbereid, anders had ze vast nog meteen een nieuwe klap gekregen. Ze haalde een mes uit haar mauw tevoorschijn en richtte het op de man die haar geslagen had. Hij was zeker 10 jaar ouder dan zij en twee maal zo breed, maar het mes op zijn keel gericht leek niet meteen goed voor zijn veiligheid.
‘Meisje, je wil geen domme dingen doen…’ waarschuwde hij haar.
‘Ik ben niet van plan om iets dom te doen hoor, ik hoop dat we het daar allebei eens mee zijn?’ vroeg ze met een grijns.
‘Maar natuurlijk…’
Ze draaiden een rondje rond elkaar, voorzichtige stapjes zijwaarts tot hij voor de glazen deur stond. Toen leek hij naar voren te komen, een poging te doen aan te vallen, ze trok het mes en duwde het naar voren, waarbij ze slechts zijn arm raakte, maar hem wel achteruit dreef met zo’n danige snelheid dat hij recht door de glazen deur vloog.
‘Verdwijn of het gaat nog fouter voor jou,’ waarschuwde ze hem, haar attitude veel sterker dan ze zich voelde. Nu moest ze even hard lijken, er was een andere keer tijd om zwak te zijn. Hij maakte zich zonder een woord uit de voeten, ze besefte maar al te goed hoeveel stom geluk ze gehad had en haastte zich naar de voorraad. Ze sloeg een hoop antibiotica in een zak die over haar schouder hing en verzamelde zalven, verbanden en desinfecterende middelen. Het was nu de voorraad inslaan, ze moest de deur barricaderen, voordat heel haar nieuwe voorraadkast geplunderd werd. Een half uur later rende ze terug over de verlaten straten, steentjes deden pijn door haar dunne zolen heen, maar ze bleef rennen. Ze had kunnen achterhalen wat er mis met hem was en het medicijn was te vinden, dus moest ze nu zo snel mogelijk zijn leven proberen bewaren. Ze klom het hek over heen en voelde haar hart kalmeren nu ze binnen de grenzen van hun schuilplaats was. Ze zag dat iemand haar opwachtte aan het blok waar ze samen met de rest van de leiding sliep, de jongeren zaten in de oude internaten, dus dit was iemand die wist dat ze ontsnapt was. Het deed haar niets, ze had hoe dan ook het middel voor haar beste vriend te genezen. Haar achterhoofd brandde, maar ze focuste op de kamer van haar bondgenoot, net naast de hare.
‘Aprilynne Annabeth Claire, waar ben je geweest?’
‘In de apotheek, ik heb Caspers medicijnen gevonden.’
‘Idioot!’ klaagde hij, hij knuffelde haar en trok haar zo dicht als hij kon tegen zich aan. Hij voelde iets warm en nat op haar achterhoofd, in het vage schijnsel kon hij nog net de kleur van bloed onderscheiden. ‘Je bent gewond!’
‘Kan me niet meer schelen,’ mompelde ze, ze drukte zich nog dichter haar geweldige beste vriend aan en steunde tegen de 30 cm grotere jongen. Ze voelde zich zwakjes, maar nog steeds voldaan.
'Je houdt echt van hem, dat je zoiets stoms voor hem uithaalt...' realiseerde hij zich.
Ze knikte lichtjes, alleen met hem was er een complete garantie op begrip en vertrouwen.
Dan ging het licht plotseling uit voor haar, haar benen begaven het, maar ze had zich nog nooit zo tevreden en trots gevoeld.
Er zijn nog geen reacties.