16. Do I maybe look like one of your cookies, leave alone a koala?!!
Na een tijdje versterkte hij zijn greep op mijn schouder en begon hij zichzelf omhoog te duwen aan mijn schouders. Ik boog geweldig onder zijn gewicht, maar gaf geen kik en liet hem begaan. Ik hoorde hoe onregelmatig hij wandelde, het leek er op dat hij op één of andere manier zijn voet bezeerd had.
Ik draaide me nog even om voor de zekerheid en zag hoe zijn zwarte figuur, afgetekend tegen het scherpe licht, in rechte lijn naar beneden viel. Ik snelde naar hem toe en probeerde hem op te vangen.
“Dank je,” zuchtte Kyuhyun diep, alsof hij verschrikkelijk moe was. Man, ik kreeg precies echt alleen maar slechte wendingen vandaag. Of nee, dat was waarschijnlijk gewoon zo omdat Super Junior er was. Ze verpestten toch altijd mijn dag.
“Is niets,” hijgde ik en probeerde hem zover te krijgen dat hij tegen de auto leunde, in plaats van tegen mij.
“Ik heb al hele tijd niets meer gegeten, ben zo uitgeput als iets,” bekende hij moeilijk.
Ik rommelde in mijn zakken. “Mond open,” beval ik en goot een beetje water in zijn mond, wat hij natuurlijk zo nodig over mij moest uitspuwen. “Man, moest dat nu echt?!” schudde ik het water uit mijn haar.
“Je had me moeten waarschuwen. Ik dacht je eten ging geven,” pufte hij, maar ergens hoorde ik een geniepig lachje, maar ik wist het natuurlijk niet zeker nu ik zijn gezicht niet zag. Maar hem kennende…
“Mij best,” snibde ik en doorzocht mijn tas. “Ik hoop maar dat je het lekker vindt. Het zijn koalakoekjes…”
“Welke smaak?” Dus hij kende ze?
“Koffie,” antwoordde ik en hij gaf toestemming. Ik zocht naar zijn mond. Ik voelde zijn zijdezachte haar langs mijn vingers strijken. Oké, ik moest dus verder naar beneden, constateerde ik ongemakkelijk. Iemand aanraken, en zeker op deze manier, was allesbehalve leuk voor mij – Kyuhyun leek er geen enkel probleem mee te hebben, hij vertrok geen spiertje onder mijn tastende vingers. Hij was het dan ook gewoon dat al die stylistes dag in, dag uit aan zijn gezicht zaten.
Mijn vingers gleden over zijn gladde neus. Zijn neuslijn moest ik blijven volgen. Ja, triomfeerde ik als ik zijn zachte lippen onder mijn vingers voelde. Ik grabbelde een koalakoekje uit het pakje, terwijl ik voelde hoe Kyuhyun zijn lippen opende. Ik rilde.
Nu ik niet kon zien wie hij was, dwaalde mijn hoofd rond naar vroegere gebeurtenissen. Ik schudde mijn hoofd en probeerde me in het ‘nu’ te houden. Dit was niet Don, dit was Kyuhyun, van wie ik vanaf vandaag spijtig genoeg slaaf was geworden. Ik moest dus nu voor hem zorgen.
Ik voelde hoe zijn kaak bewoog en hoorde hoe hij het koekje tussen zijn tanden plat maalde. “Hmm,” maakte hij een genietend geluid. “Nog één?”
“Hier,” duwde ik het pakje in zijn handen, “houd het maar. Ik heb het toch niet meer nodig.”
“Mijn armen doen pijn,” steunde hij, zijn vervelende zelf weer.
Ik rolde met mijn ogen en ramde een koekje op zijn lippen.
“Auw!” riep hij uit en voor ik het wist had hij één van mijn vingers vast.
“Aah! Laat los,” trok ik aan mijn vinger terwijl hij die genadeloos verbrijzelde tussen zijn tanden. “Ah! Auw! Kyuhyun, alsjeblieft. Stop! Ah, stop! Auw!!!” Hij liet los, oef. Ik blies druk op mijn vinger. “Je had hem wel er af kunnen bijten! Gevaarlijk mens!”
“Moest je maar niet zo doen,” leidde hij koeltjes zijn lijden genoegzaam af naar mij. “Dat daarjuist deed ook pijn!”
“Niet zoveel!” protesteerde ik nog steeds. Ik voelde hoe zijn tandafdrukken achtergebleven waren in mijn vel. Ah, hij was echt gevaarlijk! Ze moesten hem opsluiten.
“Maakt het zelfs uit?” zuchtte hij vermoeid. “We moeten Yesung naar huis zien te krijgen.”
“En jij moet ook naar huis,” sprak ik hem streng toe. “Ik wil je niet in mijn huis hebben, met alle respect.”
“Ha,” lachte hij kort en hijgerig, maar hij kapte het al snel af alsof het pijn deed. Nou ja, je weet maar nooit. Bovendien was ik het geweest die bovenop hem was gevallen. “Ik heb je nog niet gezegd zeker dat ik je daar niet meer laat blijven? Ik ga het ook niet voor je betalen, hoor. Ik zei al, verspil weinig geld, want dat betekent dat je langer voor me moet werken.”
“Wat?!” kneep ik mijn ogen wantrouwig tot spleetjes. “Dus je laat me daar niet blijven?”
“Ben je gek?” hoorde ik hem redenerend klinken. “Hoeveel ze vragen voor zo’n krot is echt ongelooflijk. Dat je er zelfs mee instemde om zoveel te betalen voor zóiets. Ik zoek wel een nieuw appartement voor je.”
“Ja, natuurlijk ben jij niets gewend buiten je luxueuze penthouse,” stak ik hem terug. “Voor mij is het het geld waard, dus zaag niet.”
“Ha, waar leefde jij dan eerder? Als dat al een paradijs voor je is? In een vuilnisbak,” spotte hij, nog steeds uitgeput.
[NEXT TIME ON: ‘I CAME FROM NOTHING TO BECOME EVERYTHING’]
“Ik denk dat het beter is als ik rij. Je bent moe en hebt duidelijk problemen met je spieren.”
“Kun je dan autorijden?”
“Ja, in het westen rijden meisjes nu eenmaal ook met auto’s, zelfstandig zelfs,” geraakte ik ietwat geïrriteerd door de typische hulpeloosheid van de vrouw hier.
En weer kreeg ik dat hele gewicht op me. “Pas op voor de deur, ja, nu nog oppassen voor dat lage plafond. Ja, zit je?”
“Bedankt,” klonk het zacht en bescheiden.
“Je hebt mijn schuld betaald,” lachte ik vergevingsgezind, “dit is wel het minste dat ik kan doen… Waar moet ik nu naartoe?”
Hij had dus toch ergens een hart, concludeerde ik.
“Wat heb jij ineens?”
“Ik weet niet wat ik tegen Yesung moet zeggen…”
“Je bedoelt dat hij heeft gezegd dat hij je leuk vindt?” hoorde ik Kyuhyuns overdreven luchtige toon. “Ik zou me er niet te veel zorgen over maken. Morgen herinnert hij zich er toch niets meer van… Of je moest van hem houden?”
Er zijn nog geen reacties.