Chapter four
Nadat ik het kantoortje van de rector uitloop met mijn rooster en mijn kluisnummer plus kluiscode zie ik dat er al best wel veel mensen in de school lopen nu. Ik besluit om eerst maar eens mijn kluisje op te zoeken om mijn overige boeken in te stoppen. Er lopen hier best veel leuke jongens rond. Veel leuker dan ik ooit in New York heb gezien. In deze drukte ga mijn kluisje nooit vinden natuurlijk. 'He Mike, is dat niet dat vriendinnetje van die nicht daar?,' zei de jongen met de hanenkam, die vanochtend zo stom tegen mijn buurjongen praatte. Hij wijst naar me en , kennenlijk, Mike knikt. Ze lachen en komen mijn kant op. Oke, ik moet hier nu echt weg. 'Hey nieuwe draai je eens om,' hoor ik de jongen met de hanenkam zeggen. Ik draai me om en krijg een vreemd blauw, koud, spul in mijn gezicht. De jongens schateren het uit en dan weet ik ook alweer wat voor spul het is dat ze net in mijn gezicht gooiden. Het is een blauwe slushie. De jongen met de hanenkam en Mike lopen nog na lachend weer weg. Ik probeer met mijn handen vast wat van de slushie van mijn gezicht af te halen, alleen heeft het niet zoveel effect. In de gang waar ik nu sta ligt er een plas blauwe slushie om mij heen. Alle leerlingen die hier net nog liepen zijn al allemaal weg en ik ben hier nog helemaal alleen. Dan maar een toilet zoeken om die slushie weg te halen. Als ik eindelijk uit de slusieplas stap, hoor ik iets uit de gang achter me komen. Er komt een jongen met licht bruin haar in een kuif uit de gang rennen. Waarschijnlijk is hij te laat ofzo. Hij ziet mij en de plas blauwe slushie te laat. Hij botst tegen me op, we glijden samen uit en liggen in de plas slushie. 'Lekker begin van mijn eerste dag,' zeg ik zacht. De jongen lacht en kruipt overeind. 'Sorry,' zegt hij lachend. Nu begin ik ook te lachen. Hij is echt knap, veel knapper dan de meeste jongens overal ter wereld. 'Ik zag je te laat. Ben je nieuw hier? Ik heb je nog nooit eerder gezien,' vraagt hij. 'Geeft niet en ja ik ben nieuw. Weet jij of je slushie uit je kleren krijgt?,' vraag ik. Hij lacht weer. Wauw hij heeft echt een betoverende lach. 'Ik heb nog wel een vest in mijn kluisje liggen. Wil je die lenen?' Shit.. kluisje, die moet ik ook nog zoeken. 'Waar is jouw kluisje?,' vraagt hij. 'Ik heb geen idee. Ik was nog aan het zoeken toen ik die slushie in mijn gezicht kreeg. Ik ben trouwens Caitlin,' zeg ik. 'Hunter... Hunter Smythe. Wat is je kluisnummer dan help ik je wel zoeken, ik ben nu toch al veels te laat.' Ik laat hem het briefje met mijn kluisnummer zien en hij grinnekt. 'Wat is er zo grappig?,' vraag ik. 'Je hebt het kluisje naast mij,' zegt hij terwijl hij nog steeds een beetje lacht. 'Echt? Wat toevallig!,' zeg ik. 'Kom, dan laat ik je het kluisje zien.' Samen lopen we weg uit de gang met de blauwe slushie plas op de grond opweg naar onze kluisjes.
'Hier is het dan, je kluisje, naast het mijne,' zegt hij lachend. Ik kijk hem nog even aan en probeer dan mijn kluisje open te maken. 'Dankje', zeg ik. Ik doe mijn overige boeken in mijn kluisje en zie dat Hunter iets uit zijn kluisje pakt. Hij doet zijn kluisje dicht en draait zich om naar mij. Als ik klaar ben met boeken in mijn kluisje leggen zie ik pas wat hij in zijn handen heeft. 'Hier', zegt hij en legt een vest over mijn schouders heen. 'Dankje. Mag ik wat vragen?', zeg ik nadat hij zijn vest over mijn schouders gehangen heeft. 'Dat deed je net, maar vraag maar,' zegt hij met weer zo'n betoverende glimlach over zijn lippen. 'Waarom doe je zo aardig tegen me? Ik bedoel net dat ik het erg vind hoor, maar we kennen elkaar nauwlijks.' Hij lacht. 'Omdat je me erg aardig lijkt en ik niet zoals de anderen hier zijn die een slushie in je gezicht gooien. En trouwens wie deden het eigenlijk ? En waarom?', vraagt hij. Ik betwijfel of ik hem over mijn buurjongen moet vertellen en wat die jongens tegen hem zeiden. 'Volgens mij ene Mike en een jongen met een hanenkam, maar ik weet niet waarom ze het deden.' Hij zucht even diep. 'Ja Rick en Mike zijn echt verschrikkelijk. Maar welke les heb jij zo, dan kan ik je helpen je lokaal te vinden.' Ik pak mijn rooster uit mijn tas en kijk wat en waar ik les heb. 'Ik heb zo geschiedenis in lokaal V28.' Hij lacht weer even kort. 'Wat is er?', vraag ik. 'Je kan het toevallig noemen maar we hebben dezelfde lessen, oftewel we hebben alles samen.' Hij lacht weer en pakt mijn hand vast. 'Kom anders komen we nog te laat,' zegt hij en loopt met me naar een trap opweg naar mijn eerste les van dit eerste schooljaar.
Er zijn nog geen reacties.