Chapter 5.3 - Tear
In de hut was het donker en koel. Marin lag op haar bed, diep weggedoken onder de dekens. Ze leek diep in slaap.
Maar Jack zou Jack niet zijn als hij daar geen fluit van geloofde.
Op zijn tenen sloop hij naderbij. Hij wist niet waarom, maar opeens had hij het gevoel dat hij haar gezicht moest zien. Er was iets....
Alleen haar ogen staken boven de dekens uit. Ze waren gesloten.
Sliep ze? Of deed ze maar alsof? Jack staarde naar de deken, die langzaam en regelmatig op en neer ging. Te regelmatig. Hij stak zijn hand ernaar uit....
Ze verstijfde een moment toen zijn hand de rand tussen deken en gezicht raakte. Meteen daarna ontspande ze weer, viel ze weer terug in haar slaap-toneelstukje, maar hij wist genoeg. "Marin? Ik weet dat je wakker b-"
"Ik slaap," onderbrak ze hem, mompelend. "Ga weg." Haar stem klonk onvast, gebroken, alsof ze zojuist gehuild had. Hij zocht naar traansporen op haar gezicht, maar vond er geen.
"Oh, natuurlijk," spotte Jack. "Wie praat er nou niet in zijn slaap? Volkomen normaal."
"Houd je mond." Ze trok de deken nu helemaal over haar hoofd in een poging hem buiten te sluiten. Maar dat ging mooi niet door.
In een snelle beweging trok hij de deken naar beneden. "Stop eens met je gezicht te bedekken, waarom ontneem je me dat uitzicht altijd?"
Ze keek hem furieus aan. "Kop dicht, Sparrow."
Hij grijnsde een moment. "Wat, ga je me nu weer slaan?"
Marin bloosde en snoof: "Die moeite ga ik niet eens meer nemen. Dat ben je niet waard."
Iets in Jack kromp ineen bij het horen van die harde woorden, maar hij dwong zichzelf te blijven grijnzen. "Dat zeggen ze allemaal. En dan doen ze het toch... helaas."
"Wie zijn 'ze'?" vroeg Marin scherp. Oeps. Dat ging niet helemaal volgens plan.
Heel subtiel veranderde hij van onderwerp. "Maar wat is er nou?" vroeg hij, nu weer serieus. Ze moest en zou het hem vertellen, al was het maar omdat hij niet wilde dat ze de hele hut kort en klein sloeg. Want hij was er inmiddels vrij zeker van dat het geluid van daarnet níét betekende dat Marin haar teen had gestoten. Nee, er was hier iets anders aan de hand.
"Dat gaat je niets aan," snauwde ze. Ha! Hij zat op het goede spoor!
"Alsjeblieft?" Jack zette zijn meest smekende gezicht op. Zag hij daar nu een zweem van een glimlach op het hare?
"Alleen als jij mijn vraag beantwoord."
Jack aarzelde. Opbiechten dat hij verscheidene ex-vriendinnetjes had die wel eens de irritante neiging hadden om hem te slaan, droeg waarschijnlijk niet erg bij aan zijn populariteit.
Aan de andere kant...
"Goed," antwoordde hij, trachtend zelfverzekerd over te komen. "Vertel op."
"Jij eerst."
Verdomme. Nu had hij minder tijd om een goed verhaal te verzinnen.
"Nou, eh," begon hij, op goed geluk improviserend. "Vrouwen... Ik bedoel mensen... Zeggen wel vaak dat je hun woede niet waard bent, maar-"
"En wat heb jij gedaan om hun woede op te wekken?" onderbrak Marin hem.
"Ach, tja..." Hij maakte een afwezig, wegwuivend gebaar. "Piraat hé?"
"Aha..." Ze leek niet overtuigd. "Maar..."
"Eén vraag per keer, graag," praatte Jack dwars door haar heen. "Jij bent."
"Wat wilde je ook alweer weten?"
"Waarom je zo van streek bent."
"Ik ben niet van streek!"
"Tuurlijk joh. Daarom mep je mijn schip ook naar de Filistijnen."
"Hoe weet- ik bedoel, ik heb niks gedaan!" protesteerde Marin. Jack rolde met zijn ogen.
"Nee, natuurlijk niet. Als je nou antwoord op mijn vraag geeft, dan vergeef ik je misschien."
"Ik heb jouw vergeving niet nodig."
"Fijn, want mensen als jij maken me behoorlijk kwaad. En als je zo doorgaat, denk ik niet dat ik me erg vergevingsgezind zal tonen," zei Jack dreigend. "Dus vertel me nou gewoon wat het probleem is, dan ben ik hier zo weer weg."
"Jíj bent mijn probleem."
"Oh ja?" In de flits viel hij op zijn knieën en bracht zijn gezicht heel dicht bij haar oor. Zachtjes fluisterde hij: "En nu de waarheid, graag."
Er zijn nog geen reacties.