Hoofdstuk 33

Peter:
Wat ga je vandaag doen?
Aimee:
Ik moet naar mijn werk om mijn artikel in te leveren.
En ik moet naar mijn zus om mijn jurk te passen.
Waarom?
Peter:
Misschien konden we iets leuks gaan doen samen.
Aimee:
Ik denk niet dat dat erin zit voor vandaag.
Je kan wel meegaan naar mijn zus.
Misschien kunnen we daarna samen iets gaan drinken?
Peter:
Dat lijkt me leuk.
Is jou zus net zo knap als jou?
Aimee:
Knapper.
Maar ze is al bezet.
Ik moet een jurk passen voor haar bruiloft.
Peter:
Oh.
Aimee:
Ja nu weet je niks meer te zeggen hé.
Peter:
Echt wel!
Aimee:
Ja ja.
Ik haal je op nadat ik naar mijn werk ben geweest.
Is rond een uur of twee goed?
Peter:
Tuurlijk.
Ik moet nu even iets voor mijn moeder doen.
Zie je dan wel.
Aimee:
Ach, ben je een slaafje geworden?
Peter:
Ja, kom me redden.
Aimee:
Dan moet je tot twee uur wachten, sorry.
Zie je later, mop.
Doeg.
Peter:
Mop? Haha.
Is goed, prinses.
Tot straks.

Ik leg mijn mobiel weg en loop in mijn pyjama naar beneden. Ik neem mijn laptop mee en zet die beneden aan. Ilja is vast al naar haar werk. Ik kan dus doen wat ik wil. Als mijn laptop is opgestart, zet ik mijn muziek aan. Lekker hard aangezien er toch niemand is. Ik zing mee met let it roll van Flo Rida. Ik ga even naar Skype en zie dat ik een vriendschapverzoek heb van Charlie. Ik accepteer het verzoek en even later krijg ik al een uitnodiging voor een gesprek. Ik accepteer die ook en zie Charlie dan in beeld verschijnen. Ik zet snel mijn muziek uit en zwaai naar Charlie. “Goedemorgen, sunshine. Net je bed uit zeker”begint Charlie het gesprek. “Hoe weet jij dat?” “Je zit in je pyjama.” “Oh ja. Wat ben je aan het doen?” “Aan het werk.” “Ja ja.” “Ja echt. Ik heb nu even pauze.” “Oké”zeg ik met een glimlach. “Wat ga jij doen vandaag?” “Ik ga me zo omkleden omdat ik naar mijn werk moet. Daarna ga ik Peter ophalen om naar mijn zus te gaan en daarna ga ik wat drinken, samen met Peter.” “Druk dagje. Hebben jij en Peter eigenlijk iets samen?” “Nee hoor. Wij zijn gewoon vrienden.” Charlie trekt één wenkbrauw op en kijkt me aan. “Wat”zeg ik. “Ik ben niet blind hoor. Jullie zijn echt klef samen. Jullie zitten steeds aan elkaar.” “Dus, dat betekent niet gelijk dat we wat hebben samen. Ik ben niet verliefd hoor.” Charlie rolt met zijn ogen. “Echt Char. Ik weet toch wat ik voel.” “Het is goed Aim. Je zult het zelf nog wel een keer zien.” “Is goed Char. Hoe is het eigenlijk met Esther? Heb ik haar veel pijn gedaan?” “Ze heeft een paar schrammen op haar wang, maar verder gaat alles goed. Is ze wel chagrijnig de hele tijd.” “Vrolijk haar dan op. Dat heeft ze nodig.” “Waar komt die aardigheid opeens vandaan?” “Ik en Esther mogen elkaar misschien niet maar ik wil haar niet gelijk dood hebben of zo. Ze maakt jou gelukkig en dat telt. Ga iets leuks doen samen, daar knappen jullie beide van op.” “Misschien heb je wel gelijk. Dank je.” “Geen dank. Hé ik moet gaan. Ik moet nog ontbijten en me omkleden en ik moet over een uur op mijn werk zijn.” “Oké. Fijn je gesproken te hebben. Heb jij vanavond nog tijd om even te Skypen?” “Denk het wel. Je ziet me wel verschijnen. Doeg.” “Dag poppetje.” Ik sluit Skype af en zet mijn muziek weer aan. Ik loop naar de keuken en maak mijn ontbijt. Oké laat de dag maar beginnen.