Proloog
Voor de zesde keer zit ik hier nu. Bij jeugdzorg, wachtend totdat ze mijn naam omroepen en ik een nieuw pleeggezin krijg toegewezen. Je zou denken dat ik het ondertussen toch al gewend zou zijn, maar helaas is dat niet zo. Rustig kijk ik rond in de wachtzaal die voor mij al lang geen onbekend terrein meer is. Posters van blije kinderen die een nieuw gezin gevonden hebben versieren de kale, witte muren. Als mensen denken aan pleeggezinnen, stellen ze zich op één of andere manier altijd een stabiel, gezellig gezin voor dat staat te popelen om hun gezin uit te breiden. Bij deze deel ik jullie mede dat het allemaal bullshit is. Ik heb nu al in zes verschillende pleeggezinnen gezeten, en ze waren allemaal verschrikkelijk. Op het laatste kwam het er altijd op neer dat ze opeens geen geld meer hadden en ik maar 'weg moest'. Makkelijker gezegd dan gedaan. Natuurlijk zijn er wel goede pleegouders, maar die nemen natuurlijk altijd de jonge kinderen, of baby's, en geen 17-jarige meisjes genaamd Emma Becker. Wat ik natuurlijk ook wel begrijp. Een baby kan je helemaal zelf opvoeden, met kinderen kan je spelen, een 17-jarige is al 'opgegroeid'. Die hebben hun eigen mening al. 'Emma Becker?' Ik word uit mijn gedachte gehaald als een mollige vrouw mijn naam roept en me naar haar kantoor wenkt. Deze vrouw heb ik nog niet eerder gezien, denk ik.
Wanneer ik me heb neergezet en zij achter haar computer heeft gezet begint ze te praten. 'Dus, dit wordt jouw zevende pleeggezin, toch?' Beduusd knik ik. Zeven. Zeven gezinnen die me niet de moeite waard vonden. 'NIet zo sip meisje, dit gezin zou je laatste wel eens kunnen zijn. Ik ken de moeder een beetje, en het is een schat van een vrouw.' Uit beleefdheid knik ik maar wat, maar ik weet wel beter. In het begin lijken ze altijd aardig, maar uiteindelijk zijn al die vrouwen krengen.
'Je gaat naar een gezin met de achternaam Malik.'
Reageer (1)
Snel veder
1 decennium geleden