Hoofdstuk 1

Cheyenne Beau Jacobs

De volgende ochtend zit ik vroeg in de ochtend al in de auto, op weg naar Gelderland. Naar de Veluwe.Het is maar 2 uurtjes rijden vanaf mijn huis, maar ik verveel me dood tijdens de rit.

'Zullen we een spelletje doen?' kirt mijn moeder vrolijk als we in de file staan.
Ugh, daar heb ik echt geen zin in. Maar ja, ik doe wel gewoon mee. Ik heb toch niets anders te doen.
We spelen 'reisbingo'. Mijn moeder wint uiteindelijk, want ik heb niet echt opgelet.

We zijn inmiddels bij de camping aangekomen. Zodra we, na lang zoeken, onze plek hebben gevonden, gaat mijn vader de tent op zetten. Pff, het is dan Nederland, maar het is best warm. Wat zal ik eens gaan doen? Ik heb wel zin om te zwemmen, maar dat is niet zo leuk in mijn eentje. Ik besluit toch maar te gaan zwemmen, aangezien ik verder niks kan doen. Mijn vader staat namelijk nog steeds met de tent te prutsen. Ik zoek tussen alle bagage mijn zwemspullen en vertrek richting het zwembad.

De kleedkamers zijn er erg vies, de grond is modderig en zanderig. Ik kleed me snel om, zodat ik zo snel mogelijk de kleedkamer weer uit ben. Ik loop door naar het zwembad en leg mijn handdoek op een witte plastic ligstoel. Ik loop naar de rand van het zwembad en neem een duik. Het water is heerlijk verkoelend. Ik zwem een paar baantjes heen en weer. Daarna ga ik naar het bubbelbad. Ik laat me langzaam in het warme bubbelende water zakken en begin langzaam een beetje te ontspannen.

Na een uurtje gezwommen te hebben, sta ik weer buiten. Ik pak mijn mobiel en zie dat ik twee gemiste oproepen heb, van mijn moeder. Ik bel haar terug en wacht ongeduldig tot ze opneemt.
'Hey Cheyenne!' klinkt haar stem hard in mijn oor.
'Hoi, waarom belde je net?'
'Oh, of je even een paar boodschapjes wilde meenemen, maar papa is het al aan het doen.'
Ik mompel een 'oke' en een 'doei' en hang dan op. Zuchtend loop ik terug naar onze tent.