Foto bij * Hoofdstuk 28

Op de elfde verdieping, stappen Daz en Macy in de lift. De rest van de reis naar beneden is het angstvallig stil. Pas als we de lift uitstappen, trekken Daz en ik naar elkaar toe. Hij beignt meteen te praten. “Er is mij gezegd dat Ceasar het over ons gaat hebben. Ik moet er niet te veel op in gaan.” “Bij mij precies hetzelfde.” Het is even stil. “Je probeert me te beschermen hè? Kosten wat het kost.” Dat was een vraag die ik sinds mijn ontdekking wilde stellen. Daz kijkt met een schuldig gezicht naar de grond. “Je hoeft niks te zeggen. Ik weet dat ik gelijk heb. Ik wil alleen weten waarom.” Hij heft zijn hoofd op en kijkt me recht in mijn ogen aan. “Omdat ik het je gun. Je bent mijn beste vriendin en daarbij moet jij voor Michaël zorgen, het lukt Jonah niet in zijn eentje. Denk eraan, het is de derde kwartskwelling. Er is aangegeven dat er grotere prijzen uitgeloofd worden. Jij kunt die goed gebruiken om Michaël een beter leven te geven.” “En jij dan? Jij hebt drie zusjes te verzorgen. Alsof dat niks is.” “Er is meer.” “Wat dan?” Hij twijfelt. “Dat kan ik niet zeggen.” “Lekker dan. En ik ben je beste vriendin. Dat merk ik.” “Luister, ik wil geen ruzie met je. Niet nu.” “Ik ook niet. Beloof me één ding: je beschermt me niet. Ik kan het wel in mijn eentje aan. Jij redt eerst jezelf.” Hij geeft een licht knikje en dan wordt er aangegeven dat hij het podium op moet. Ik zat zo in het gesprek dat ik niet gemerkt heb dat de interviews gaan beginnen. Als Daz het podium opstapt, komt Peeta aanlopen met mijn moeders ketting in zijn hand. De rooskristallen zijn erin gezet en de ketting is nu nog mooier. “Zal ik hem bij je om doen?” Ik haal mijn haar uit mijn nek als teken dat hij de ketting om mag doen. Ik voel zijn warme handen in mijn nek en ik wil hem vragen om niet te stoppen met aanraken maar ook ik moet het podium op en op een stoel gaan zitten. Daz zit naast me maar we kijken niet naar elkaar om zodat het publiek ook niets kan vermoeden. Ieder heeft 3 minuten de tijd om vragen te beantwoorden. De drie minuten gaan snel. Als mijn beurt steeds dichterbij komt, merk ik dat alle tributen 16, 17 of 18 jaar oud zijn. Ik denk terug aan de uitzending waarin President Snow het speciale aan de Kwartskwelling bekend maakte. “Om de rebellen eraan te herinneren dat zelfs de fitste mensen niet sterk genoeg zijn, worden er alleen tributen gekozen die 16 jaar of ouder zijn.” Ik laat het even bezinken dat ik bij de fitste leeftijdscategorie hoor. “Daz Conquer!” Daz staat op en loopt richting Ceasar Flickerman die dit jaar goudgeel haar heeft. “Daz, je ziet er sterk uit. voel je je ook sterk?” “Dat valt tegen Ceasar. Ik heb me sterker gevoeld.” “Dus je ziet geen kans om te winnen?” “Nee. Geen enkele.” “Positiviteit zit niet in je, merk ik maar hoe zit dat met romance?” Daar komt het. Het onderwerp waar we voor zijn gewaarschuwd. “Ehm… Wel goed denk ik.” Er klinkt een zacht gelach van het publiek. “Niet zo verlegen. We hebben allemaal gezien hoe jij en Silber uit District 12 elkaar aankeken met de tributenparade. Waar kennen jullie elkaar van? Jullie leven in andere districten die niks met elkaar te maken hebben.” “Tja… Lastig verhaal. Daar zijn drie minuten niet genoeg voor. Maar voor wie het echt wil weten, er is niks tussen mij en Silber.” Er heerst een stilte in het publiek om die uitspraak te laten bezinken. Dan klinkt de zoemer. “Dames en heren. De tijd is op. Dankjewel, Daz Conquer, District 11!” Een luid gejuich laait op uit het publiek en dan wordt ik aangekondigd. Ik sta op en geef Ceasar een hand. Hij neemt hem aan en drukt als een echte heet een kus erop. Dan ga ik zitten. “Zo, Silber. Daz verteld dat er niks is tussen jullie maar daar geloven we niks van. Kan jij iets vertellen?” “Er is echt niks tussen mij en Daz. We zijn gewoon beste vrienden. Daarbij, een liefdestragedie is niet zo origineel meer.” Ik gebruik de woorden die ik vandaag ook tegen Peeta gebruikt heb. Die zouden in de smaak vallen bij het Capitoolpubliek. “Is er ook nooit iets geweest tussen jullie?” “Er is wat geweest maar het is er nu niet meer. Gewoon goede vrienden.” “Heb je niet nog steeds een beetje gevoelens voor hem?” BAM! Die zag ik niet aankomen. Ik kijk naar het publiek en zie dat Peeta, Cinna en de rest hem ook niet zagen aankomen. “Nee, niet op die manier in ieder geval.” “Ik weet niet of Daz dat zo leuk vindt om te horen.” “Hij zal het wel begrijpen, denk ik.” Zeg ik terug en werp een blik op de jongen in kwestie. Ik zie een licht gevoel van gekweldheid op zijn gezicht. “Maar goed. Even over iets anders. Je broer kwam wel beschermend naar je toe gerend met de boete. Wat heb je tegen hem gezegd?” Ik denk aan het moment dat mijn naam getrokken werd. “Ik heb gezegd dat het allemaal goed komt en dat hij sterk moet zijn tegenover mijn kleine broertje.” “Ik wil wedden dat de brief die je vanavond gaat versturen naar hun toe gaat. En naar je ouders natuurlijk.” Brief? Mogen we een brief versturen? Hoort dat bij de speciaalheden van de Kwarstkwelling? Antwoord. Ik moet antwoord geven. Ik kan later nadenken over de brief. “Was het maar zo. Mijn ouders zijn overleden.” “Het spijt me. Iets positiefs. Zelfs al voor jouw 10,5 was je al razend populair. Hoe vind je dat?” “Eerlijk gezegd merk ik daar niet veel van. Spreek je wel de waarheid Ceasar?” Het publiek reageert dolenthousiast waardoor ik de gelegenheid krijg om een vragende blik op Peeta te werpen. Brieven? Hij haalt zijn schouders op. “Oh, toch wel. Ik vind het leuk, die aandacht en ik hoop dat het helpt qua sponsors. Dat zou al helemaal mooi zijn.” “Die sponsors heb je zo binnen, Silber. Geloof mij maar. De zoemer gaat. Je tijd is op. Dames en heren, de charmante, onschuldige maar toch bloedlustige, Silber DeWitt!” Het publiek wordt gek als ik opsta en mijn handen omhoog hou. Dan loop ik terug naar mijn stoel en laat het interview met Declan geheel aan me voorbij gaan. Als die op zijn plek zit, wordt het volkslied aangekondigd en staan we met zijn allen met onze hand op het hart. Ik doe er niet aan mee. Een beetje rebelleren voordat ik sterf. Dan ik alles stil en loopt iedereen het podium af richting de liften. Bij de lift staan Katniss, Peeta en Effie al te wachten. We gaan met z’n allen naar boven. Eenmaal boven aangekomen, zegt Effie dat ik het goed gedaan heb met het interview maar dat ze afscheid moet nemen. Met tranen in mijn ogen wens ik haar vaarwel. Ook al was ze irritant, ze was iemand met een hart van goud en ik ben gehecht aan haar geraakt. Dan vertrek ik naar mijn kamer en zie daar op mijn bed briefpapier en een pen liggen. Ik pak het gulzig op en begin intensief te schrijven. als de brief klaar is, doe ik hem in de geadresseerde enveloppe en plak die dicht. Dan doe ik mijn japon aan en ga naar de deur om naar buiten te gaan. Peeta is schijnbaar hetzelfde van plan want hij komt op hetzelfde moment aan als ik en samen lopen we naar boven. Eenmaal boven, gaat hij meteen op de grond liggen. Hij klopt naast zich en ik ga naast hem liggen. “Nog even een aantal tips.” “Alsjeblieft Peeta. Niet nu. Morgen. Ik wil er deze avond niet aan denken.” Verdorie, mijn ogen worden vochtig en ik begin te huilen. Voor ik het weet, schuift Peeta me naar hem toe en slaat hij een arm om me heen. Ik ga met mijn hoofd op zijn borst liggen. Dit kan niet. Dit mag niet. Het onmogelijk verliefd te worden. Ik zal binnenkort dood zijn. wat heeft dit dan voor zin gehad. Desondanks blijf ik zo liggen. “Het komt allemaal goed. Je bent sterk genoeg om ze te verslaan.” Hij streelt mijn haar en ik geniet van zijn aanrakingen. Zo zijn we een tijdje stil totdat hij weer begint te praten. “Ik wil je niet missen, Silly. Je verdient dit niet. Kon ik maar iets doen.” “Dat kan je ook. Zorg ervoor dat ik genoeg sponsors krijg. En nu ga ik naar bed. Ik heb mijn rust hard nodig. Welterusten.” “Slaap lekker.” Ik loop weer naar beneden en ga op bed liggen. Het gevoel van Peeta’s aanrakingen lijken maar niet te verdwijnen. Toch val ik na een tijdje in slaap.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen