1. pro amber

ik zat samen met mijn broertje Sem op de achterbank van de auto.
We waren op weg naar Luxemburg op vakantie.
Maar jammer genoeg gingen we naar een camping en niet naar een hotel.
We waren net op de grens van België – Luxemburg over.
‘mam, zijn we er bijna’? vroeg mijn broertje die ongeduldig uit het raam aan het staren was.
‘ja we zijn er bijna’ zei mijn moeder die op de kaart aan het kijken was.
Ik pakte mijn boek en begon te lezen.
5 minuten later reden we de camping op.
De camping was niet zo groot.
mijn vader stopte met rijden en melde dat we er waren.
We zouden 3 weken blijven.
Mijn vader stapte weer in en we reden naar het derde veld.
Er waren al 3 plaatsen al bezet.
We reden naar een van de achterste plaatsen en mijn vader zette de caravan op de plek.
Ik stapte uit de auto en pakte de tent uit de achterbak.
Mijn ouders en Sem sliepen in de caravan en ik in de tent.
Ik probeerde mijn tent op te zetten.
Ik was echt al 10 minuten bezig toen hij nog steeds niet stond.
Mijn ouders waren naar het restaurant om te reserveren.
En Sem was al naar het zwembad.
Ik probeerde het nog een keer maar telkens waaide de tent om door de wind.
‘moet ik helpen’? vroeg een stem achter mij.
Ik draaide me om en keek in de ogen van een jongen met krullen.
‘ja graag’ zei ik en ik draaide me weer om naar de tent.
En wat bleek ik kan gewoon geen tent op zetten want binnen 2 minuten stond mijn tent op.
‘bedankt dat je me geholpen hebt’ zei ik.
‘alsjeblieft’ zei de jongen, ‘trouwens ik heet Harry’.
‘ik heet amber’.
‘ga je mee naar het zwembad’? vroeg Harry aan mij.
‘ja ik kom er aan’.
‘oké zie je daar’ zei Harry en hij liep naar het zwembad.
Ik pakte mijn koffer en legde hem in de tent.
Snel pakte ik mijn bikini en deed hem aan.
Ik pakte een handdoek en liep naar het zwembad.