001
Skyler Jones
"Ik kan niet geloven dat jullie de hele zomervakantie naar Londen gaan."zei mijn moeder. Enkele tranen liepen over haar wangen terwijl mijn vader vertelde dat we het heus wel konden. "Mam, je moet ons vertrouwen. Als er wat is bellen we direct."zei mijn zus Carter. Mijn lange donkerbruine haren deed ik in een staart terwijl ik de trap afliep. Mijn vader zette onze koffers in Carter"s auto terwijl mijn moeder nog steeds stond te huilen. Toen Carter haar eindelijk los gelaten had was het mijn beurt om haar te troosten en afscheid te nemen. "Mam, het is maar twee maand. Dan kun je eindelijk die reis maken die je wou doen maar dan zonder ons. Geloof me, voor jou word het ook geweldig."probeerde ik haar te overtuigen. Ze drukte twee plakkerige kussen op mijn wangen en liet me toen los. Mijn vader gaf ik nog knuffel en stapte toen in de auto. "Wees voorzichtig, niet drinken, geen drugs en bel me als jullie geland zijn!"riep mijn moeder nog. Ik en Carter schudden lachend ons hoofd waarna we vertrokken richting het vliegveld. "Volgens mij gaat ze ons elke dag drie keer bellen."zei Carter. Ik maakte een instemmend geluid en zette de radio wat luider. "Mamma told me not to waste my life. She said spread your wings my little butterfly. Don't let what they say keep you up at night. And they can't detain you. Coz wings are made to fly. And we don't let nobody bring us down. No matter what you say it won't hurt me. Don't matter if I fall from the sky. These wings are made to fly."zongen we vrolijk mee. Eindelijk kwam het vliegveld in zicht en zag ik nog net een vliegtuig tussen de wolken glippen. "Ben je klaar voor de reis van ons leven?"vroeg mijn zus. Ik knikte. "Nou en of."
Carter Jones
Vermoeid van de lange reis stapte ik uit het vliegtuig. "Dus waar moeten we nu heen?"vroeg mijn tweelingzus. "Eerst moeten we onze koffers halen en dan gaan we richting ons huisje voor deze twee maand."beantwoordde ik haar vraag. "Ik zal eerst naar mam bellen."mompelde ik. Uit mijn broekzak van mijn skinny jeans haalde ik mijn mobiel. Ik zocht de contactenlijst op en belde mijn moeder. "Met Jennifer smith."klonk haar stem. "Mam, we zijn veilig geland."meldde ik. Ze gaf ons nog wat waarschuwen toen ik met een smoes kwam dat ik zo de koffer niet kon dragen. "Geef me nog vlug je zus eens."zei ze. Ik zuchtte en gaf mijn mobiel aan Skyler. Na vijf eeuwenlange minuten was het mijn zus eindelijk gelukt om af te leggen en konden we onze koffers nemen. "Dus nu een taxi tegenhouden."mompelde ik. Net op dat moment stapte er een taxi voor ons en ging het raam open. "Een rit nodig?"vroeg hij. We knikten en stapten snel in de taxi. Een glimlach kwam op mijn gezicht. We zijn eindelijk in Londen.
Er zijn nog geen reacties.