Sneeuw
Magie was iets bizars. Iets gevaarlijks om mee te spelen. Maar des ter verleidelijker. Magie kende vele regels, minstens evenveel als dat het overschrijdde. De meest belangrijke, de basis was, het balans. Magie gaf en nam evenveel. Niet alleen met offers, maar als jij iets wou dat gunstig was voor beide dan was het ook goed.
Daarnaast was er de regel, die eigenlijk geen regel was. Heel simpel; magie kent geen tijd. Het houdt zich niet aan onze regels. Dus soms neemt het voordat het gegeven heeft. Of verandert het dingen in het verleden zodat de magie in de toekomst werkt.
Olivier had amper magie gebruikt. Veel minder dan dat het hart, leven, bevatte. Alsnog begon de magie schade aan te brengen aan zijn hart. Dodelijke schade. Want voor elke verwonding werd magie gebruikt om te zorgen dat het hart zich heelde, wat dan weer inwerkte op het hart. Het versnelde dus steeds sneller.
Melanies drankje werkte hier tegen. Het vertraagde alle processen, wat Olivier meer tijd gaf.
Vanavond zou hij gaan jagen op een hart, dat het zijne zou sparen. Bloed, om het zijne te versterken. Alleen zo kon hij voorkomen dat magie het zijne zou opeten.
'Wanneer moet ik ook gaan jagen?', vroeg Denise.
'Geen idee. Hangt er van af hoe snel jouw lichaam ouder wordt. Ik was vijftien', vertelde Rune.
'Ging jij ook bijna dood?'
Rune lachte. 'Bijna dood? Nee, mijn ouders wisten precies wat ze aan moesten met aardlingen. Mam was vaak thuis, dus zij wist hoe het met mij ging. Ze liep mee naar een boerderij. Een van de boers zijn lammetje was zwak geboren, kon het niet redden. Dat hart nam ik'
'Maar wij hebben hier geen boerderij in de buurt'
'Het bos is ook goed voor deze keer'
Denise keek uit het raam. De bomen zagen er warm uit. Bekend. Het was het enige wat de sneeuw tegen kon houden. Vlokken dwarrelden langs het raam.
'Het sneeuwt weer', mompelde Denise. Alle voetstappen zouden zichtbaar blijven.
'Daarom is het maar goed dat we in het bos wonen. Niemand zal het door hebben'
'Blijf voor de zekerheid maar onder de bomen. Bij de boomwortels. Je weet maar nooit'
Rune keek haar aan. De ogen fonkelden bezorgd boven de bleke sproetjes. Het waren haar dromen die haar verontrustten, er was te lang te weinig gebeurd. Geluk was nooit van lange duur.
'Je ziet te weinig zon', zei Rune, die zijn schoenen pakte. 'Olivier, het wordt donker, ben je bijna klaar?'
'Bijna, als jij mij draagt'
Dat was geen probleem. Rune liep Oliviers kamer in en kwam er met een jongen over zijn schouder weer uit. Met Olivier en al liep hij de trap af, naar beneden. Hij stond alleen nog even stil om een jas over de jongen heen te gooien voordat hij de winterwereld betrad.
'Show off!', riep zijn nichtje hem nog na. De deur viel al met een bonk in het slot.
Daar stond ze dan. Alleen met een heleboel huiswerk. En niemand om haar te controleren. Dus liet ze school links liggen en ging zitten bij het kozijn. Kijkend naar de dwarrelende vlokjes peinsde zij over het gevaar, wat zich te lang had schuilgehouden.
Er zijn nog geen reacties.