Ik bleef stilstaan. Ik knipperde met mijn ogen. Hoe kon hij zo snel zijn verdwenen zijn?
Waarom keek hij zo boos?
Hoe heette hij?
Ik had duizenden vragen, maar ik zou ze wel nooit kunnen stellen.
Ik begon verder te lopen. Maar ik voelde me niet meer zo veilig als eerst. Niet nu ik die vreemde jongen had gezien.
Ik had het gevoel alsof er nog steeds iemand naar me keek. Maar ik zag niemand. Net als bij het meer.
Maar toen ik mijn fiets zag, werd ik van achteren vastgepakt.
Ik probeerde me om te draaien. Maar het lukte niet.
Nadat ik me uiteindelijk half had omgedraaid, zag ik de jongen die ik net had gezien.
Hij keek me diep in de ogen, en ik keek terug.
'Wie ben jij?' vroeg ik. Ik werd nu wel een beetje bang.
Hij zweeg nog steeds. Maar zijn uitdrukking veranderde wel.
'Sorry,' zei hij.
Ik wou hem nog vragen waarvoor, maar hij boog zich naar mijn keel toe.
Zijn lippen voelden warm aan, maar op een manier waar ik de rillingen van kreeg.
Toen voelde ik zijn tanden in mijn huid.
Wat was er aan de hand? Ik wou het wel vragen, maar ik kon het niet.
Toen ik voelde hoe het bloed uit mijn nek sijpelde begon ik te trillen.
Dat leek het enige wat ik nog kon. Ik kon me niet meer bewegen. Ik kon mijn mond niet opendoen om te schreeuwen.
Hij kustte me op de plek waar hij me had gebeten.
Hij bewoog zijn lippen via mijn kaak naar mijn lippen en kustte die ook.
Toen keek hij me eindelijk aan, en begon zich weer te verontschuldigen.
'Het spijt me echt heel erg. Maar ik moest het wel doen..'
Ik keek hem ontzet aan, en toen viel ik op de grond.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen