Dit is hoofdstuk een van het verhaal over het meisje (Hedwich) die van huis wegloopt, op zoek naar haar vader.

Ik kijk naar de lucht, terwijl ik langzaam door de straten loop. Het is ’s nachts, en het is pikkedonker. Er lopen geen mensen meer over straat, en je ziet geen auto’s meer rijden. Na tien uur zie je eigenlijk geen mens meer op straat in ons dorp. Omdat het gevaarlijk is zeggen ze, er gaan geruchten dat er mensen zijn vermoord zonder reden, door verschillende groepen jongeren. Maar niemand kan dat bewijzen, en de politie is ze nog steeds niet op het spoor, als ze al bestaan.
Maar eigenlijk geloof ik dat hele verhaal niet, ik heb er zo vaak gelopen en er is me nog niks gebeurd. Toch is het wel fijn zo rustig in de straten, geen menden die je raar aankijken omdat je zo laat alleen door de straat loopt. Of die je raar aankijken omdat je er anders uitziet. Want dit dorpje is een dorpje vol nette mensen, altijd mooie nette kleding aan, de vrouwen heel vaak een strakke knot. En een mooie rok met een panty. Maar aangezien ik altijd al anders ben geweest ga ik niet lopen zoals de rest.
Ik heb trouwens nog nooit een rok aangehad in mijn hele leven, behalve misschien vroeger, toen mijn moeder me nog aankleedde.
Ik slik en loop verder terwijl ik de loodzware rugzak weer op mijn rug hijs. Ik heb besloten weg te gaan, weg van huis en weg van dit rare dorpje. Waarschijnlijk weet morgen vroeg meteen het hele dorp dat er iemand vermist is, en gaan er nog meer geruchten rond over dat de groepen jongeren dat hebben gedaan. Dat is namelijk wel vaker gebeurd dat er mensen zomaar verdwijnen, en ik snap heel goed waarom. Ze hebben genoeg van dit rare dorp, en alles wat daarbij hoort. Het is namelijk ook niet zomaar een dorpje, als je er woont moet je heel goed geheimen kunnen bewaren, want die zijn er nogal als je daar woont. Iedereen kent elkaar, en het lijkt soms een grote familie. Alleen voor mij voelt het niet als familie, maar als allemaal rare gestoorde mensen. En ze hebben mijn moeder ook gehersenspoeld. Sinds we hier woonde een paar jaar geleden is alles veranderd. En het zal nooit meer hetzelfde worden als vroeger, want alles is kapot. De geweldige band die ik had met mijn moeder, word nooit meer zoals het was. Mijn vader is ook weggegaan bij mijn moeder en is inmiddels hertrouwd, maar hij wilt niks meer met ons te maken hebben. Dat raakt me nog het meeste denk ik, dat ik geen vader meer heb. Hij is altijd mijn grote voorbeeld geweest, altijd kon ik hem alles vertellen. Maar nu voelt het gewoon alsof hij dood is. Maar ik ga hem weer zien, ooit. Dat heeft heb ik mezelf beloofd, dat ik hem ga vinden, en hem vertellen wat hij ons allemaal heeft aangedaan, en hoe erg ik hem mis. Het maakt me dan ook niet meer uit of hij me dan wegstuurt of niet. Ik heb mijn missie dan volbracht, ik heb hem dan gevonden. Alleen heb ik geen idee waar hij nu woont, of waar hij nu kan zijn. Ik wil gewoon weten of alles goed met hem is, of hij nog steeds was zoals hij was. Als hij dat niet is zou ik dat echt heel erg vinden, dan heb ik geen vader meer en geen moeder.
Want mijn moeder is helemaal veranderd door dit dorp, vroeger was ze een soort beste vriendin voor me, ik kon haar altijd alles vertellen als ik me niet goed voelde of als ik problemen had. Ik hield echt van haar, en ik wou later ook zo’n goede moeder worden maar nu weet ik dat ik later als ik kinderen heb alles anders ga doen dan haar. Ze is zoveel veranderd door dit rare dorp dat ik haar niet eens meer als moeder kan zien. Als dat ook bij papa is gebeurd, dan zou ik echt niet weten wat ik moet doen, of aar ik heen zou moeten. Want hier in dit dorp gaat niemand naar school, maar krijg je thuis privéles, je leert dus geen andere kinderen kennen, en je maakt geen vrienden. Mijn andere doel van mijn zoektocht is iemand tegen komen waar ik bevriend mee raak, een echte vriend die me zal helpen. En met deze 2 doelen start ik mijn zoektocht.
Toen ik had bedacht waar ik allemaal voor moest zorgen om deze ‘reis’ te kunnen maken leek het veel makkelijk dan nu, nu ik eraan ben begonnen. Ergens ben ik bang, voor wat er allemaal gaat gebeuren, maar eigenlijk vind ik het ook wel weer spannend, en ik voel me vrij, en alsof ik alles in mijn eentje aan kan terwijl ik weet dat ik veel hulp nodig heb van mensen die ik onderweg tegen ga komen. En hopelijk lukt het me, want anders is alle moeite voor niks geweest.
Vroeger droomde ik er altijd van om een wereld reis te maken, en dan samen met mijn beste vriendin, ook al moest ik eerst nog een beste vriendin vinden. Het was mijn droom, om samen met haar dan de wereld rond te reizen, nieuwe mensen ontmoeten. En andere delen van de wereld zien, shoppen en gewoon lekker losgaan, uitgaan en het nachtleven ontdekken in de grote steden. Of misschien zelfs verliefd worden, ook al zou dat niet handig zijn voor de reis. Dan zie je elkaar niet meer, en een afstandsrelatie lijkt me nogal ingewikkeld. En ik zou me dan de hele tijd afvragen of hij nu niet met een ander meisje is, dat zou echt niks voor mij zijn. Alleen maak ik nu een mini reis, door Amerika. Het is een groot land, en ik vraag me af of ik mijn vader ooit zal kunnen vinden.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen