Hoofdstuk 86
Aiden
Ik open mijn ogen en het enige dat ik kan zien is dat het donker is in de kamer. Dan zal het dus wel avond zijn. Ik beweeg mijn hoofd opzij maar dat doet veel pijn. Wacht, pijn in mijn nek en pijn in mijn hoofd. Waar komt dat vandaan? Ik slik een keer omdat ik een droge keel heb maar ook dat doet pijn. Ik knijp mijn ogen weer dicht om na te kunnen denken. Wanneer heb ik voor het laatst wat gedronken? Twee dagen terug, ja toch? Ik wil recht gaan zitten om naar beneden te lopen maar het gaat niet door de pijn.
‘Wat ga je doen?’ zegt Yuna en staat ineens naast mijn bed.
‘Sorry Aiden, maar ik begrijp niet wat je zegt’ en ze gaat naast me zitten.
Verbaast kijk ik haar aan en open mijn mond om nog wat te zeggen. Dan kom ik tot de conclusie dat er geen geluid uit mijn keel komt. Geschrokken kijk ik naar Yuna.
‘Ik denk dat je voorlopig rust moet hebben en je mond moet houden’ zegt ze dan.
Een beetje boos kijk ik naar haar maar ga dan toch weer liggen.
‘Je weet niet wat er is gebeurd of wel?’ vraagt ze dan zachtjes na een tijdje.
Ik schud mijn hoofd en probeer na te denken over wat er gebeurd.
‘Ongeveer een week geleden was Noah hier met haar ouders. Weet je dat nog?’
Ja Noah, haar herinner ik me nog wel. Ik maak een gebaar dat ik het nog half weet.
‘Weet je nog dat haar vader boos was?’ vraagt ze voorzichtig verder.
Ik probeer weer te denken en langzaam komt het bij me boven dat hij boos was om iets. Weer gebaar ik dat ik het maar half weet. Yuna knikt een keer en haalt diep adem.
‘Weet je ook waarom hij boos was?’ fluistert ze.
Ik schud mijn hoofd. Ik zou echt niet weten waarom hij boos zou zijn, we zijn goede vrienden.
‘Het was om mij’ zegt ze en gaat voor het raam staan.
Ik zucht en schud mijn hoofd. Hoe kan ik dat nou vergeten. Ze zijn vampiers en Yuna is een elf. Het is logisch dat hij haar niet kan weerstaan.
‘Hij was boos omdat je van me houd’ zegt ze en ik hoor dat ze begint te huilen.
Ik kan het niet laten en sta dan toch op. Ik loop naar haar toe en omhels haar. Ze legt haar hoofd op mijn schouder en ik geef haar een kus op haar wang. Ik wil haar een kus op haar mond geven maar ze duwt me van zich af.
‘Het is beter als je eerst gaat jagen met Ben of Jack’ zegt ze en draait zich van me af.
Ik zucht maar Yuna heeft wel gelijk. Als ik ga jagen word ik weer sterk en ben ik zo van die pijn af.
Ik geef Yuna snel een kus en loop dan met Ben het huisje uit. Ondertussen is het al behoorlijk laat geworden maar dat is niet erg. We rennen richting het bos en verdwijnen al snel de bomen in.
Na nog geen vijf minuten vinden we het kleine mensendorpje weer terug. Zoals elke keer wachten we in de bomen tot we een goede ‘prooi’ vinden. Er lopen twee dronken mannen buiten rond en vernielen het een en ander. Ben gebaart naar de twee mannen en als ze vlak onder ons lopen laten we ons naar beneden vallen. Eindelijk! Ik zet mijn tanden in zijn nek en niet veel later stopt hij met tegenwerken. Het gaat zo veel makkelijker als ze stil houden. Helaas gebeurd dit niet vaak. Net zo gulzig als anders drink ik zo veel als de man kan missen. Na een paar minuten laat ik hem op de grond vallen en zoek Ben. Hij staat een eindje verderop met de andere man. Hij laat hem ook op de grond vallen en veegt zijn mond af. Ik loop naar hem toe en zucht opgelucht.
‘Is dat beter?’ vraagt Ben en klopt me op mijn schouder.
Ik knik hevig. Ik voel me inderdaad een stuk beter maar merk wel dat ik nog niet kan praten.
‘Kom we gaan weer terug naar huis’ en Ben begint te rennen.
Snel ga ik achter hem aan en al snel komen we weer terug bij het dorp.
Ben loopt het huisje weer binnen en ik doe het zelfde. Jack zit zoals elke keer met een boek bij het vuur en Yuna is nergens te bekennen.
‘Ze ligt op bed’ zegt Jack nog voor ik naar de keuken kan gaan om te kijken of ze daar is.
Ik knik en loop dan ook maar naar boven. Zachtjes maak ik de deur open en Yuna ligt weer te slapen. Snel kleed ik me om en kruip ook maar weer mijn bed in. Ik heb het nog nodig.
Er zijn nog geen reacties.