Foto bij hoofdstuk 83

Yuna
‘Nee ik ben het zat om steeds maar in bed te blijven’ zegt Aiden een beetje boos.
‘Sorry, we wisten niet dat je beneden zou zijn’ zegt Jack snel en gaat bij het vuur zitten.
‘Wat wilde je nou zeggen?’ vraagt hij ongeduldig terwijl hij van mij naar Jack kijkt.
Jack blijft stug naar het vuur kijken en we weten allebei dus niks te zeggen.
Na een tijdje schud ik mijn hoofd.
‘Niks’ mompel ik terwijl ik de spullen opberg. Aiden gelooft me niet aangezien hij met me mee loopt.
‘Wat wilde je nou zeggen?’ vraagt hij beheerst.
‘Niks bijzonders’ antwoord ik terwijl ik een kuch hoor die uit de richting van Jack komt.
‘Maar?’
Ik zucht een keertje terwijl hij voor me komt staan. Ik probeer langs hem op te lopen, iets wat me dus niet lukt. Ik kijk hem geïrriteerd aan maar jammer genoeg stapt hij nog niet opzij.
‘Jack voelt zich schuldig om gisteren’ fluister ik. Hij knikt een keer maar vind mijn uitleg niet goed genoeg.
‘Dus wilde ik hem laten weten dat jij er soms ook moeite mee hebt.’ Nadat ik dit heb gezegd loop ik door. Ik weet niet of Aiden het fijn vindt dat ik het daar over heb met anderen, en om daar nou ruzie om te gaan maken zou jammer zijn.
Toch hoor ik dat hij weer achter me aanloopt.
‘Waarom kon je dat net niet zeggen toen Jack erbij was?’ vraagt hij met een opgetrokken wenkbrauw.
‘Ik wist niet of je het goed zou vinden’ zeg ik terwijl ik naar de grond kijk.
Op dat moment komt Ben boos binnen en slaat de deur zo hard dicht dat het ruitje dat erin zit er bijna uit zou vallen. Hij vloekt een keer en laat zich in een stoel zakken met zijn armen over elkaar nog steeds mopperend.
Aiden kijkt hem aan en gaat in een van de andere stoelen zitten.
Ik pak wat brood en een bord uit een van de kastjes en ga naast Aiden zitten. Zo blijft het een hele tijd stil. Als ik alles op heb ruim ik weer op en ga naar boven. De jongens keken me allemaal aan toen ik naar boven ging maar ik heb niks gezegd.
Ik loop de kamer in en laat me op bed vallen, ik zucht een keer. Ik trek de dekens over me heen en voel me langzaam moe worden. Na een paar tellen vallen mijn ogen dicht.

Ik word wakker van een hand die voorzichtig langs mijn wang wrijft. Ik zucht een keer en open mijn ogen. Ik zie dat het al bijna donker is.
‘Ik dacht dat je wel wou eten’ zegt Aiden zachtjes die op de rand van het bed zit.
Ik knik een keer en kom overeind.
‘Ja, dat is waar. Hoelang heb ik geslapen?’ vraag ik nog half slaperig.
‘Een paar uur denk ik’ zegt hij terwijl hij opstaat en snel een kus op mijn lippen drukt. Dan loopt hij naar de deur waar hij blijft wachten. Snel sta ik op en blaas de kaars uit die Aiden had aangedaan. Dan loop ik achter hem aan de trap af.
Eenmaal in de keuken pak ik wat eten dat snel klaar is. Aiden laat me mijn gang gaan en gaat weer in de stoel zitten. Als ik zo naar Jack en Ben kijk heb ik het idee dat ze die stoel de hele dag niet verlaten hebben.
Als ik eenmaal aan tafel zit met een bord eten voor me komen de jongens allemaal in beweging en komen erbij zitten. Gelukkig beginnen ze gewoon te praten, behalve Ben die is nog steeds een beetje boos over die jagers.
Als ik klaar ben met eten ruim ik alles op.
‘Ga je even mee naar de draken?’ vraag ik Aiden als ik het zat ben om te zitten.
‘Is goed, dan doen we die van jullie ook wel even’ zegt hij tegen Jack en Ben terwijl hij opstaat. ‘Is goed’ hoor ik Jack nog roepen terwijl we door de gang lopen.
Ik doe de deur open en zie dat er een man en vrouw een beetje geschrokken kijken. Dan zie ik dat er ook een klein meisje staat die helemaal blij is als ze Aiden ziet.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen