Foto bij Sweet melody

8e stukje
Mijn favoriete getal en mijn absoluut favoriet geschreven stukje!!

Enjoy!! =3 Xx

Vele nachten zijn al aan mij voorbij gegaan. Iedere nacht hoopte ik weer naar droomland te gaan, verheugend op een ongekend avontuur. Maar iedere keer als ik mijn ogen open, zie ik steeds weer dezelfde saaie kamer. Net zoals deze keer. Ik wrijf moeizaam in mijn ogen. Weer een droomloze nacht. Met een zucht sleep ik mezelf naar de badkamer. Als ik in de spiegel lijkt het alsof een vreemde naar mij terug staart. Ik zwaai er even naar en wanneer ik glimlach, glimlacht de vreemde in de spiegel terug. Ik maak me snel klaar om te gaan ontbijten. Vandaag is het zondag, de enige dag waarop het om dit uur nog rustig is aan de ontbijttafel. De meeste kinderen slapen uit en worden pas binnen een uurtje of twee wakker. “Goedemorgen Floor, goedemorgen Tessa” begroet ik de twee begeleiders, die zoals altijd druk in de weer zijn met allerhande huishoudklusjes. “Goedemorgen Anya.” Zeggen ze in koor. Ik neem voor mezelf een kom met cornflakes en doe daar een beetje honing over. “Moet je de melk hebben, lieverd?” vraagt Tessa wanneer ze me de droge cornflakes ziet eten. “Nee, dankje.” Antwoord ik beleeft. Ik lust niet zo graag melk. Langzaam eet ik van mijn cornflakes met honing. Beetje bij beetje wordt het een drukker in de keuken. Na een klein uurtje is iedereen wakker en aanwezig aan de ontbijttafel. Floor en Tessa hebben vandaag pannenkoeken gebakken, dat vinden de kleintjes natuurlijk fantastisch. Ik eet nog één pannenkoek met bruine suiker en excuseer mezelf dan van tafel. “Ga je naar het Park met Emma?” Vraagt Floor. “Doe je dan wel voorzichtig?” Ik geef haar en Tessa een knuffel. “Maak je maar geen zorgen, ik weet wat mijn grenzen zijn.” Gerustgesteld glimlacht ze naar mij. “Tot straks iedereen.” Roep ik voordat ik de keuken verlaat. Het park is maar 10 minuten wandelen vanaf het tehuis. Ik trek mijn favoriete muts en sjaal aan. De zon schijnt wel, maar het is al redelijk koud. In het park zit Emma al op mij te wachten. “Hey Anya!” roept ze van op de glijbaan. Ik ren naar haar toe en samen schuiven we van de glijbaan af. We trekken wat foto’s, voeren de eendjes, spelen nog wat meer op de speeltuin, trekken nog wat meer foto’s, nog meer spelen, foto’s en zo gaan we maar door. Na voor de zoveelste keer samen te poseren voor een foto, sprint Emma naar het speeltuintje en begint te schommelen. Ik ren snel naar haar toe en ga in de schommel naast haar schommelen. Na een tijdje heen en weer te wiegen, voel ik me wat ligt in mijn hoofd worden. Ik spring van de schommel af en wobbelig loop ik naar ons favoriete ligplekje. Ik leg me uitgestrekt neer op het zachte gras, omringd door de laatst overgebleven bloemen van de zomer. Ik sluit mijn ogen en geniet van de frisse lucht en de zon, wiens stralen fijn op mijn gezicht schijnen. Vanaf hier heb je een mooi overzicht van heel het park. Het meer waar we de eendjes altijd gaan voeren, het speeltuintje waar we altijd spelen als kleine kinderen en de mensen die voorbij komen zijn altijd interessant om te observeren. Al gauw komt Emma naast me liggen. We praten wat over school, de mensen die voorbij lopen en natuurlijk Emma’s favoriete onderwerp, jongens. Rustig strijk ik met mijn handen over het zachte gras en voel dan pas hoe moe ik eigenlijk ben door het slaapgebrek van de afgelopen nachten. Ons gesprek valt stil en Emma begint zachtjes te zingen. Ik moet geeuwen en sluit rustig mijn ogen, terwijl ik geniet van haar prachtige stem. Een benauwd gevoel in mijn borst laat me even naar adem happen maar dat gevoel ebt al snel weer weg. Vanuit het niets flitsen de lichtgevende getallen even door mijn gedachten, weer aftellend vanaf 5 en weer eindigend met het woordje ‘start’. Ik krijg het gevoel dat ik zweef en dan langzaam dieper zink in die duisternis die mij omhult.

Langzaam hoor ik de prachtige klanken van een vrolijk zomerliedje, steeds duidelijker worden. Het klinkt alleen wat zwaarder dan Emma, alsof het door een mannenstem wordt gezongen. Nieuwsgierig naar de vreemde stem, open ik langzaam mijn ogen. De hemel is duister en gevuld met vele stralende sterren. Verschillende bomen gaan langzaam aan me voorbij en ik hoor het geluid van krekels om me heen. Ik weet meteen waar ik ben. In Leciel.
“Welkom terug, prinses” Onderbreekt Pompidoe zijn lied. “Het is fijn weer terug te zijn.” Beantwoord ik zijn verwelkoming met een lach. “Het is hier prachtig.” Zeg ik kijkend naar de sterrenhemel. “Dat is het inderdaad.” Antwoordt Pompidoe zachtjes en trekt me wat dichter tegen zich aan. We drijven nog altijd rustig op het beekje en worden omring door kleine zwevende bolletjes. Wanneer ik ze beter bekijk, merk ik dat het vlindertjes zijn. “Lantaarvlinders.” Zegt Pompidoe terwijl hij naar de lichtgevende vlindertjes wijst. “Ze verlichten je pad, wanneer je dwaalt in het donker.” Betoverd kijk ik naar de wonderlijke wezentjes. Aan het vooreinde van de donsveer zie ik Sir Piepsalot opgekruld slapen. Hij ziet er ontspannen uit. Af en toe hoor ik hem iets piepen over zijn geliefde Julia. Stil kijken Pompidoe en ik samen naar de sterrenhemel. Voorzichtig kruip ik op de schoot van Pompidoe en hij slaat zijn armen om me heen. “Wil je alsjeblieft verder zingen, Pompidoe?” vraag ik stilletjes. “Alles voor mijn klein pompoentje.” Ik moet lachen om mijn nieuwste koosnaampje. Zachtjes begint Pompidoe zijn lied weer te zingen. Zijn stem is betoverend mooi. Ik geniet van het moment. In zijn armen voel ik me veilig, op mijn gemak, kalm. Ik voel me thuis…
Al veel te snel stopt hij met zingen en vragend kijk ik hem aan. “Goed luisteren.” Fluistert hij in mijn oor. Aan de oevers beginnen prachtige gouden bloemen te schijnen. “Lulleby Lelies.” Legt Pompidoe me uit. “Als ze je lied mooi vinden, zullen ze het ook zingen.” Zachtjes zingen ze het lied dat Pompidoe net zong, het klinkt mogelijk nog mooier dan wanneer Pompidoe het zelf zingt. Hij glimlacht naar me en staat dan recht. “Zullen we dansen?” vraagt hij zacht en rijkt zijn hand uit naar mij. Glimlachend neem ik zijn hand aan. Hij trekt me zachtjes naar omhoog. Ik leg mijn linkerhand op zijn schouder en hij houd mijn rechterhand nog altijd vast. Zachtjes legt hij zijn rechterhand om mijn middel en trekt me iets dichter tegen zich aan. Zachtjes wiegen we mee op de muziek van de sjirpende krekels en het gezang van de Lulleby Lelies. Onze stuntelige dans, verborgen door de sluier van de nacht. Pompidoe duwt mij zachtjes van zich af en laat me een beetje onhandig een pirouette maken. Ik leg mijn hoofd neer op zijn borst en hij geeft mij een kus op mijn haar. Zijn hartslag is kalm, zoals altijd. Ik sluit mijn ogen en laat me door hem leiden. Hoe dit voelt is onbeschrijfelijk. Ik zou zo voor eeuwig kunnen dansen. Stiekem wens ik dat dit moment nooit zou ophouden, maar zoals bij de meeste dromen, duurt het niet lang voor ik weer wegzink in de duisternis.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen