Foto bij A cute doctor ;)

7e stukje

Enjoy!! =3 Xx

Wanneer ik mijn ogen weer open merk ik al snel dat ik niet meer in mijn droomland ben. De omgeving lijkt koud en steriel. Iets wat niet verbazend is aangezien het een ziekenhuiskamer is. Ik ben er al vaak genoeg geweest om het te herkennen zodra ik mijn ogen open doe. De lakens zijn stijf en voelen onaangenaam op mijn huid. Mijn turnkleren zijn vervangen door zo’n lelijke ziekenhuisjurk. Terwijl ik wat aan mijn jurk zit te prutsen moet ik aan mijn droom denken.
“De jurk die ik van Sir Piepsalot kreeg was veel mooier dan deze.” Klaag ik. Al is er niemand om ernaar te luisteren. Gevangen in mijn eigen gedachten over het net begonnen avontuur met Pompidoe en Sir Piepsalot, merk ik niet dat er iemand de kamer komt binnen gelopen. Wanneer plots de bezorgde gezichten van Tessa, Floor en Emma voor mijn ogen verschijnen, schrik ik op vanuit mijn gedachten.
“Meisje toch! We waren zo ongerust wanner het ziekenhuis belde.” Zegt Floor met haar ogen vol tranen. Ze doet moeite om ze niet te laten vallen, maar er is er toch eentje die langs haar wang weet te ontsnappen. Emma vliegt me om de hals en begint luid te huilen.
“Ik was zo bang toen je zo plotseling instortte!” Snikt ze luid, haast onverstaanbaar. “Ik dacht dat ik je kwijt raakte!” wist ze er nog uit te brengen voordat ze nogmaals in huilen uitbarstte. Ik voel haar tranen op mijn nek vallen. Tessa klopt zachtjes op haar rug om haar te sussen.
“Je liet ons inderdaad behoorlijk schrikken.” Zegt ze zachtjes. Ik glimlach eventjes en strijk langzaam over Emma’s haar. Daar lijkt ze van te kalmeren, want ze snikt niet meer zo hard.
“Ik voel me prima.” Zeg ik zachtjes. “Ik heb weer heerlijk gedroomd.” Een glimlach kan ik niet tegenhouden wanneer ik er terug aan denk. Ik vraag me af wanneer ik weer naar huis zou mogen. Alsof Tessa mijn gedachten kan lezen beantwoord ze mijn verborgen vraag.
“Ik heb al met de dokter gesproken. Hij zei dat ze je nog een nachtje in observatie willen houden voor de zekerheid.” Ik knik bevestigend. Het is niet dat ik een andere keus heb, al zou ik liever in mijn eigen bedje slapen. Ik slaap nooit heel goed in het ziekenhuis, het is te ‘koud’. We praten nog over van alles en nog wat tot het bezoekuur voorbij is. Alle drie geven ze me nog een knuffel voordat ze naar huis gaan. Een beetje verveeld, kijk ik wat in het rond zoekend naar iets om me mee bezig te houden. Het eten dat ze hier serveren, smaakt me niet, dus laat ik het staan. De verpleegster vraagt me nog of ik iets nodig heb. Ik bedankt haar vriendelijk, maar zeg dat ik niet nodig heb. Ze toont me hoe het belletje werkt zodat ik kan laten weten als ik iets nodig heb. Ik doe alsof ik luister maar ik ben al zo vaak in het ziekenhuis geweest dat het allemaal niets nieuws is voor mij. Ze wenst me nog een goedenavond voordat ze de kamer uit gaat. Ik wens haar een goedenavond terug. Niet wetend wat te doen nu er niemand meer is om tegen de praten, staar ik maar uit het raam. De ondergaande zon geeft de hemel een prachtige oranje gloed. Gefascineerd kijk ik hoe de zon, langzaam maar zeker ondergaat. De zon wisselt van plaats met de maan en het licht van de dag wordt opgeslokt door de duisternis van de nacht. Het is een ster-loze nacht maar de volle maan verlicht mijn hele kamer. Hopend op een vervolg van mijn avontuur, sluit ik mijn ogen en laat mezelf langzaam wegglijden in een rustige slaap.

Vol verwachting open ik mijn ogen. Ik herken meteen de bekende ziekenhuismuren en een beetje teleurgesteld ga ik rechtop zitten. Vrijwel meteen komt de dokter binnengelopen. Dokter Evans, Timothy Evans, is altijd al mijn vaste dokter in het ziekenhuis. Ik mag hem altijd als enige ‘Tim’ noemen. Hij zou nu iets in de 40 jaar oud moeten zijn. Hij ziet er heel goed uit voor zijn leeftijd. Soms denk ik zelfs op hem verliefd te zijn, maar lach mezelf altijd uit met die gedachte.
“Goedemorgen Anya.” Zegt hij opgewekt. “Hoe voel je je vandaag?” Voor ik het doorhad, legde ik me zuchtend neer. Stiekem had ik toch gehoopt dat Pompidoe door de deur zou verschijnen. “Dat klinkt niet zo goed.” Zegt de dokter ongerust. Ik besef pas dat de dokters alles kan horen en zien, wanneer hij op de rand van het bed komt zitten. “Oh, sorry dokter.” Mompel ik snel. “Ik hoopte op een vervolg van mijn droom van gisteren.” Hij moet even lachen en kijkt me geamuseerd aan. “Heb je gisterennacht gedroomd? Waarover dan?” vraagt hij nieuwsgierig. “Oh nee, niet gisterennacht.” Antwoord ik al snel. “Nadat ik flauw viel tijdens de turnles.” Zijn glimlach verdween vrijwel meteen, maar dat merkte ik niet omdat ik zo enthousiast over mijn droom was aan het vertellen. “Wat leuk.” Zegt hij een beetje afwezig, in zijn gedachten verzonken. “Vertel je me het vervolg, als je toevallig nog eens droomt?” bedachtzaam staar ik naar zijn gezicht. Iets zegt mij, dat hij iets achterhoudt.. “Natuurlijk.” Zeg ik vrolijk. “Oké, nu even ter zake, jongedame.” Zegt hij weer op zijn normale toon. “Er is niets vreemds gebeurt vannacht, dus je mag gewoon naar huis.” Ik glimlach bij de gedachte dat ik snel weer in mijn eigen bed kan slapen. “Tessa en Floor komen je zo meteen ophalen. Maar..” Zegt hij op een iets strengere toon. “Ik ga een briefje voor school schrijven, zodat je de rest van de week thuis wat kan uitrusten. Luister naar je lichaam, wat het wel en niet aankan. Veel eten, veel drinken en op tijd rusten!” Zegt hij. “Aye aye, Sir!” Ik salueer naar hem en hij salueert terug. “Hou je sterk hé, tijger!” Met die woorden verdwijnt hij achter de witte muur. Terwijl ik naar de witte muur staar, weet ik plots wat ik kan doen om de tijd te doden. Ik druk op het belletje om iemand van de verpleging te roepen. Een vriendelijk uitziende verpleegster komt met een grote glimlach de kamer binnengelopen. “Wat kan ik voor je doen?” Vraagt ze mierzoet. “Heeft u misschien een paar bladeren papier en een pen om te schrijven.” “Natuurlijk.” Zegt ze, blij dat ze iets voor mij kan doen. Al snel legt ze verschillende soorten pennen en papieren neer op mijn tafeltje. Als een bezetene begin ik blad na blad vol te schrijven. “Wat schrijf je?” vraagt de verpleegster nieuwsgierig. Ik kijk haar aan met een lach als ik bedenkt wat ik allemaal schrijf. “Mijn dromen.” Zeg ik voorzichtig, alsof ik bang ben dat mijn dromen zouden verdwijnen als ik het verkeerd uitspreek. Met een lach laat de verpleegster mij achter. Zorgvuldig laat ik de pen mijn verhaal tot in de kleinste details op het papier verschijnen. Wanneer Tessa en Floor de kamer binnen komen gewandeld, schrijf ik net de laatste zinnen neer. “Klaar om naar huis te gaan?” Vragen ze in koor. Een grote glimlach verschijnt op mijn gezicht. “Ja!”

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen