15. Six MILLION thirty-five THOUSAND nine HUNDRED ninety-four POINT twenty-five? Yeah, you can pay that...
Ik bestudeerde zijn gezicht, kijkend of ik daar een spoor van humor terugvond. Maar het enige wat ik zag dat gladde, perfecte gezichtje van hem dat me even roerloos als ervoor bleef aanstaren. Meende hij dat nu? Dit kwam alleen voor in de drama’s, en wat daarin voor kwam was niet de echte realiteit van Zuid-Korea. “Echt?”
“Ja,” zei hij koudweg. “Ik heb je schulden al afbetaald aan die vriendelijke appartementshouder van je.”
“Oh, dus je laat me geen keus, of wat?” vloog mijn agressie weer naar de top.
“Had je om te beginnen al een keuze dan?” vroeg hij onuitstaanbaar kalm. “Hoe ging je ooit in één week zes miljoen won bijeen scharrelen?”
Ik trok een gezicht. Hij had gelijk, maar ik wou niet toegeven. Het was dom en een verloren strijd om nu te gaan bluffen, we zouden op het einde toch al weten wie er gewonnen had. Maar het was buitengewoon vernederend om nu toe te geven, net nu. Nadat hij heel de tijd de schuld van elk klein probleempje in zijn gemakzuchtige leventje op mij had zitten schuiven.
Ik keek weg van hem, niet in staat in te stemmen met zijn idee, maar ook niet in staat om nog iets anders te doen.
“Ik vraag niet veel,” begon hij dan maar weer, zacht pratend, “alleen maar dat je je schulden aan mij terug betaalt. Dat is in ieder geval beter dan jezelf zo in gevaar te brengen door zulke wildvreemden niet terug te betalen.”
Hij pauzeerde even, wachtte op mijn reactie, maar ik bleef even roerloos als hij naar de in het lantaarnlicht glanzende stoepstenen kijken. “Ik wil dat je niet nog meer schulden maakt, denk eraan dat je daardoor alleen nog langer voor me zult moeten werken.”
Ik keek hem uiteindelijk aan. “Wat moet ik dan doen?”
“Ik stel voor dat je ons appartement komt poetsen en avondeten maakt, kortom dat je de taken van de onze verzorgster tijdelijk overneemt, voor de rest ben je vrij te doen, wat je wilt van werk, maar zo werk je voor een deel dan toch voor mij,” besloot hij.
Het was menselijk, moest ik toegeven, maar toch… Dat stukje om bij hem te komen werken vond ik nogal link. Ik fronste, ik wilde er op één of andere manier nog boos uitzien, in plaats van dankbaar om zijn voorstel. “Oké dan.”
Kyuhyun stak zijn hand uit om de deal te bezegelen. Met nog steeds die zo kwaad mogelijke frons op mijn gezicht, bewoog ik aarzelend mijn hand richting de zijne, maar hij had de geduld niet en greep mijn hand vast en schudde die. “Afgesproken dan. Help me dan nu met Yesung in mijn auto te leggen, hij staat maar een paar meter verder.” Hij gebaarde naar een donkere plek.
Ik wierp een blik op Yesung die op de drempel in slaap was gevallen en keek toen naar het donkere plekje waar blijkbaar zijn auto stond. Ik had geen keus nu, ik moest hem wel helpen. Voor hetzelfde geld liet hij me stikken en zat ik met mijn enorme schulden.
Ik pakte de jongen vast bij zijn enkels en wachtte tot Kyuhyun teken zou geven hem op te tillen.
“Ah! Klim dan in die auto,” beval Kyuhyun me nors om in zijn auto te klimmen om zo Yesung fatsoenlijk te kunnen leggen. “Hij is zwaar, weet je wel?!”
“Ja, want ik draag hem toevallig ook,” mompelde ik chagrijnig voor me uit. Dat ik hem heel wat geld verschuldigd was, gaf hem niet de privilege om zo’n onbeleefde bevelen naar het hoofd slingeren. Ik legde voorzichtig Yesungs hoofd neer en klom terug uit de auto, waarbij ik door mijn overhaast met mijn benen verstrengeld geraakten in die van Kyuhyun.
“Waah,” draaide hij met zijn armen, proberend zijn evenwicht terug te vinden. Ik volgde zijn voorbeeld, maar ik was al te ver naar voren gebogen.
“Aah, pas op!” gilde ik met mijn ogen wijd open, viel ik naar voren.
Baf. Ah, dit lag nog zacht. Dan schrok ik meteen op en sprong van Kyuhyun. “Oh, sorry! Sorry, Kyuhyun!” schudde ik aan zijn schouders, die ik als enige kon zien, voelen in deze donkere plek.
Ik hoorde een zacht gekreun onder me. “Aaauwwww.”
“Gaat het?” vroeg ik nerveus.
Ik voelde een hand die mijn schouder omklemde en schrok. Ik wilde de hand van me afschudden, maar liet hem voor nu begaan. Ik had hem zo juist geplet onder mijn massale gewicht, hij verdiende wel een steun. “Wat denk je nu zelf,” kreunde Kyuhyun, terwijl zijn tweede hand naar mijn schouder greep. “Aaah, ik laat jou nooit meer met Yesung sleuren.”
Hij legde zijn hoofd in de holte tussen mijn schouder en hals en kwam daar terug op adem. Ik voelde hoe zijn adem steeds trager tegen mijn borstkas aanblies. “Sorry,” herhaalde ik nog eens schuldbewust.
“Sst,” siste hij alleen maar en probeerde vruchteloos mijn mond te vinden om die met zijn hand af te dekken.
We bleven daar een tijdje zo zitten. Hij, half over mij heen gebogen, en ik die nauwelijks durfde bewegen, maar tegelijk haast stuiptrekkingen kreeg van de zenuwen om stil te moeten blijven zitten en dan kwam er nog eens bij dat een persoon veel te dicht in mijn persoonlijke ruimte zat.
[NEXT TIME ON: ‘I CAME FROM NOTHING TO BECOME EVERYTHING’]
“Dank je,” zuchtte Kyuhyun diep, alsof hij verschrikkelijk moe was. Man, ik kreeg precies echt alleen maar slechte wendingen vandaag. Of nee, dat was waarschijnlijk gewoon zo omdat Super Junior er was.
“Is niets,” hijgde ik en probeerde hem zover te krijgen dat hij tegen de auto leunde, in plaats van tegen mij.
“Ik heb al hele tijd niets meer gegeten.”
“Mond open,” beval ik en goot een beetje water in zijn mond, wat hij natuurlijk zo nodig over mij moest uitspuwen. “Man, moest dat nu echt?!” schudde ik het water uit mijn haar.
“Ik dacht je eten ging geven,” pufte hij, maar ergens hoorde ik een geniepig lachje.
“Mij best,” snibde ik en doorzocht mijn tas. “Ik hoop maar dat je het lekker vindt.”
Ik zocht naar zijn mond. Ik voelde zijn zijdezachte haar langs mijn vingers strijken. Oké, ik moest dus verder naar beneden, constateerde ik ongemakkelijk. Kyuhyun leek er geen enkel probleem mee te hebben, hij vertrok geen spiertje onder mijn tastende vingers. Hij was het dan ook gewoon dat al die stylistes dag in, dag uit aan zijn gezicht zaten.
Ik triomfeerde als ik zijn zachte lippen onder mijn vingers voelde.
“Nog één?”
“Hier,” duwde ik het pakje in zijn handen.
“Mijn armen doen pijn,” steunde hij, zijn vervelende zelf weer.
Ik ramde een koekje op zijn lippen.
“Auw!” riep hij uit en voor ik het wist had hij één van mijn vingers vast.
“Aah! Laat los,” trok ik aan mijn vinger terwijl hij die genadeloos verbrijzelde tussen zijn tanden. “Ah! Auw! Kyuhyun, alsjeblieft. Stop! Ah, stop! Auw!!!”
Reageer (2)
Haha geweldig!
1 decennium geledenSooo, lekker bezig Kyuhyun!!
1 decennium geleden