Hoofdstuk 11
Sorry dat ik zo weinig post..
Ik heb super veel klaar staan, maar kan mezelf er niet toe zetten ofzo..
Kweet et niet..
Naja ik heb wel weer een beetje inspiratie, dus ik ga wel weer even schrijven, als het me lukt..
So I hope you like it!
We klopten aan bij Albus en we hoorden een vriendelijke ‘binnen.’ ‘Remus, Jolyn, wat een aangename verrassing! Hoe kan ik jullie helpen?’ Vriendelijk glimlachte hij ons toe, maar aan de pretlichtjes in zijn ogen had ik vermoeden dat hij meer wist. Of tenminste hij dacht misschien meer dan er was. ‘Ga zitten, ga zitten en brand los!’ Voorzichtig schoof ik aan en friemelde wat aan mijn nagels. Ik twijfelde of ik het wel moest zeggen. Remus kneep even in mijn hand, maar liet hem niet meer los. Ik zuchtte even en haalde diep adem. ‘Mijn patronus is veranderd.’ Ik knalde het er gewoon uit. Albus bleef glimlachen, maar ik wist wel beter. Een patronus veranderd niet zomaar, er moest meer aan de hand zijn. ‘En waarin is hij veranderd?’ Vroeg hij zacht. Doordringend keek hij me aan. ‘In een feniks.’ Een frons ontstond in zijn oude gezicht. ‘Volgens Remus staat het voor een nieuw begin.’ ‘Dat klopt, dat klopt. Is je faunatenvorm ook veranderd?’ ‘Dat weet ik niet.’ ‘Ik ga het voor je uitzoeken Jolyn. Wat ik van je vraag is, kijken of je faunatenvorm ook veranderd is. Als dat zo is, heeft het waarschijnlijk met je verleden te maken. Misschien proberen ze zo te laten weten, dat je het verleden achter je moet laten. Dat je opnieuw moet beginnen. Net zoals de feniks dat doet.’ Ik knipperde even met mijn ogen. Daar had ik nog niet aan gedacht. ‘Bedankt. Ik ben lang niet meer getransformeerd. Ik zal het weer eens proberen.’ ‘Doe dat Jolyn, als je nog vragen hebt. Je bent altijd welkom.’ ‘Bedankt.’ Ik stond op en ik merkte dat Remus mijn hand nog vast had. Ik grinnikte even en trok hem daarna mee het kantoor uit. ‘Wanneer is het weer volle maan?’ Vroeg ik zacht. ‘Volgende week.’ ‘Dan zorg ik dat ik het voor dan heb uitgezocht!’ ‘Doe dat. Ga je nu mee eten? Ik heb honger.’ ‘Natuurlijk. Zullen we daarna even wandelen buiten? Misschien dat ik dan in mijn faunatenvorm kan veranderen. Misschien is het wel echt een feniks wat dan Rem?’ ‘Dat is het vast niet, misschien was het eenmalig.’ ‘Kan dat dan?’ ‘Volgens mij wel.’ ‘Goed dan.’ Langzaam kwam de deur van de grote zaal in mijn blikveld. We schoven aan, aan de lerarentafel. Ik merkte dat ik Remus zijn hand nog steeds vast had. Wat moesten ze daar wel niet van denken. Ik grinnikte even en Remus staarde me verbaast aan. ‘Wat is er zo leuk?’ Fluisterde hij in mijn oor. ‘Je hebt mijn hand nog steeds vast,’ fluisterde ik terug. Hij werd een beetje rood en liet gelijk mijn hand los. ‘Het was niet erg hoor,’ zei ik lachend. Ik vond het juist fijn. Het idee dat hij mijn hand vast gehouden had, deed mijn hart sneller kloppen en gaven me rare kriebels in mijn buik. Kom Jolyn je bent niet verliefd, sprak ik mijzelf streng toe. Het hielp niet. Het werkte juist omgekeerd. Ik kreeg steeds meer zin in het einde van het avondeten. Ik wilde Remus al weg sleuren daar, zodat we alleen waren. Langzaam, maar zeker kwam het einde in zicht. Ik had nog amper wat gegeten. ‘Voel je, je wel goed?’ Vroeg Remus. ‘Je ziet bleek en je hebt bijna niks gegeten. Ga anders even liggen.’ Ik schudde heftig mijn hoofd. ‘Nee joh doe niet zo gek. Ik voel me prima. Gewoon een beetje frisse lucht nodig denk ik en een beetje nerveus. Straks verander ik echt in een feniks, of kan ik niet meer veranderen. Net zoals met mijn patronus.’ ‘Maak je nou niet zo’n zorgen. Het komt allemaal goed. Beloofd.’ Hij sloeg zijn arm om me een en ik sloeg die van mij om hem heen. Remus trok me zachtjes tegen zich aan. Arm in arm liepen we over het schoolterrein. Zacht legde ik mijn hoofd op zijn schouder. Hij leek zich er niks van aan te trekken, of vond het niet erg. Net zoals ik. We ploften neer onder de oude eik, waar we vroeger ook altijd onder zaten. Ik moest toegeven. Nu Remus hier bij me was op Zweinstein, was het een stuk makkelijker. Dat merkte ik van mijn aankomst. Die was toch niet echt fantastisch geweest. De dagen dat hij hier nog niet was. Alles herinnerde me aan mijn vrienden, die dood waren, in de gevangenis zaten, of die ik simpelweg wel geschreven had maar niet voor lang. Dat verwaterde. Het deed pijn. Dat wist ik heel goed. Ik had het druk gehad. Remus was komen kijken, maar sinds het ongeluk had ik geen contact met de buiten wereld gehad. Ik had altijd onder een artiestennaam geleefd. Ik zat thuis tot Albus voor de deur stond. Hij was de eerste die ik na weken weer sprak.
Reageer (2)
OWWWHH
1 decennium geledenik wil weten wat haar fanaat is!!
oeeh je bent op dit moment echt mijn reddende engel. Ik had het net ff helemaal gehad met mijn Nederlands. en dan lees ik een hoofdstukje en dan heb ik nog steeds geen zin om door te gaan maar ga het wel doen
jaja ik weet het ik ben raar
maar ben ja al weer beter en kom je morgen dan weer naar school?
Damn mijn M is nog steeds weg en op de een of andere manier heb ik er terwijl ik dit schrijf echt last van of ik gewoon vaker de M gebruik dan normaal
achja
whatever
SNEL VERDER ;y)
Schrijf aub verder. Ik ben iedere keer blij als ik zie dat ik een pb van jou heb. Ben benieuwd wat haar fanaut is.
1 decennium geleden