Foto bij Vuur van Engelenvleugels

Botten schoten uit haar rug. Uit het bot groeiden kleine tere veren. De botten vertakten zich en vleugels verschenen. Rode draden kronkelden langs de botten omhoog. Bloed stroomde uit de aderen die zich over de veren verweven. De prachtige, pure witte vleugels kleurden rood. Zware druppels lieten de lichte veren hangen. Als tranen droop het bloed op de grond. Plots vatten de rode vlekken vlam. De vlammen vraten aan de bebloede extremiteiten. Al gauw kleurden de onderste veertjes asgrauw. De wind blies het as door de ruimte zodat in het lokaal een dikke laag mist ontstond.
Een grote steekvlam gooide Denise van haar stoel.
Romé keek om. Daar lag haar buurvrouw, zomaar op de grond.
'Romé... je bent een engel', fluisterde Denise geschrokken.
Romé leek zich niet bewust te zijn van haar vurige vleugels. Glimlachend bedankte ze haar vriendin.
Pas toen drong het tot de aardling door. Niemand, behalve zijzelf, zag iets van dit alles. Wat er ook aan de hand was, ze kon dit maar beter meespelen. Dus klom zij weer op de stoel.
Meespelen was niet zo gemakkelijk. Het bord was verstopt achter de grijze walm. Het vuur knetterde zo hard dat geen enkel woord haar oren meer bereikte. Er zat weinig anders op dan de les te verspillen met wat onnozele tekeningetjes. Geen van waarde, stel dat de docent langs zou komen. Met die mist had zij nooit voldoende tijd om haar werk te verstoppen. Gewoon wat in het boek met woorden stond natekenen leek het beste.
Hoe kon niemand anders dit zien?
Romé merkte op dat haar buur wel heel stil was. Normaal gesproken hadden ze hele gesprekken tijdens dit uur. 'Gaat het wel goed Denise?', vroeg Romé daarom voor alle zekerheid.
Denise knikte. 'Een beetje duizelig, dat is alles'
'Misschien moet je langsgaan bij het secretariaat, of de dagwacht, als je je niet goed voelt', suggereerde Romé, die zich een beetje zorgen begon te maken.
'Nee, nee, het gaat wel. Ik had mijn pen laten vallen.' Denise liet haar rode pen zien.
Romé trok een wenkbrauw op.
Bloed drupte nog altijd langs haar rug. Denise deed net de dop van de pen toen een druppel erop viel.
'Kijk uit, je vlekt', waarschuwde Romé.
Denise knikte. Ze deed net alsof dat de schuld was van het feit dat de pen gevallen was.
'Oh, oeps, we moeten wel blijven opletten', zei Romé met een rood hoofd toen de docent hun kant op keek. De docent waarschuwde nog één laatste keer. Romé knikte verontschuldigend. Maar Denise verstond er helemaal niets van.
'Begin ik te hallucineren?', dacht Denise bij zichzelf. 'Ben ik dan uiteindelijk echt gek geworden?' Vol ongeloof schudde zij haar donkerblonde haren. Het moest iets anders zijn. Als zij gek werd dan had Romé die rode bloedvlek nooit kunnen zien.
Één ding was zeker; dit ging ze wel aan Rune vertellen.
Er gebeurden vreemde dingen op school sinds die nieuwe docent was aangenomen. En ze zou erachter komen waarom. Of misschien lag het allemaal aan die schijnheilige Melanie. Waar kwam zij opeens vandaan?

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen