Hoofdstuk 2
Ik staar nog steeds voor me uit, naar de vallende sneeuw. De tranen zwellen weer op in mijn ogen en ik dwing ze terug. Ik dwing mezelf niet te huilen. 'wil je er over praten?' vraagt de jongen naast me. Ik schud langzaam mijn hoofd. 'nee het gaat wel weer' Ik kijk hem aan recht in een paar warme groene ogen. 'mijn naam is Belle trouwens, Belle-Aurora Roman' zeg ik ' Harry, Harry Edward Styles' zegt hij. Ik heb die naam ergens eerders gehoord maar kan mijn vinger en maar niet op leggen. 'leuke naam' zeg ik met een kleine glimlach. 'dank je aurora dat betekend ochtend zon toch' 'teveel doornroosje gekeken' lach ik beidehand. 'nee hoezo?' 'laat maar' zucht ik. 'het zal wel' zucht hij niet-begrijpend. 'waarom ben je me eigenlijk gevolgd vanaf het kerkhof?' vraag ik. 'ik hoorde je zingen en was onder de ondruk' legt hij uit. 'en toen volgde je me en, het is een wonder, je wist me te laten lachen' zeg ik. 'ik moet gaan de laatste spullen inpakken en een nieuwe woonplek zoeken' het laatste zeg ik zacht zodat hij het niet hoort. 'hoezo spullen pakken?' vraagt hij. 'o ergens voor' zeg ik en sta op. 'heb je hulp nodig?' vraagt hij.'misschien een beetje' zeg ik en ook hij staat op. 'woon je ver van hier' ik schud mijn hoofd. 'tien minuten hoog uit een kwartiertje' leg ik uit. Ze hebben me verteld dat ik bij iemand terecht kan die ik niet ken en moet over een klein uurtje klaarstaan. Ik hang mijn gitaar aan mijn schouder en begin met lopen. 'hoelang woon je al in londen?' 'je stelt wel veel vragen he? Ik ben hier geboren' zeg ik 'jij?' 'ik kom uit Holmes Chapel' zegt hij. De rest van de trip naar huis blijven we elkaar belegen met vragen over elkaars leven.
Reageer (1)
awh, ik zie liefde!
1 decennium geledensnel verder!