07. Their comming
Het eerste wat ik zag toen ik mijn ogen opende was het warme gezicht van mijn oma. Ik knipperde met mijn oogleden in een poging te wennen aan het felle licht dat naar binnen scheen. "Is het al zomer?" Ik praatte niet echt, er kwamen alleen maar belachelijke woorden uit mijn mond. Waarom zei ik dat? Er verscheen een glimlach op haar lieve gezicht. "Nee mijn viooltje. Nee, het is nog geen zomer." Oma noemde me 'mijn viooltje', wat was er gebeurd? Mijn hoofd bonkte en ik voelde er een grote bult zitten. Terwijl ik mijn hand hief probeerde ik rechtop te gaan zitten. Ik wierp een blik in haar lichtbruine ogen. Ze deden me denken aan de ogen van een jong hertje. Hoewel ze lang lichtgrijs haar hand, zagen haar ogen er altijd weer jong een levendig uit. "Je zult toch echt zelf moeten uitvogelen wat er is gebeurd, Viooltje. Het enige wat ik weet is dat je buiten bewustzijn bent geraakt." Ik zuchtte, ik had er helemaal geen behoefte aan dat uit te vogelen. "Maar... waarom bent u hier dan...?" Ik kon maar niets begrijpen van hoe ik mezelf in deze situatie had gekregen. "Er werd naar me gebeld, ik weet niet waarom, maar ze vertelde me dat ik je mee kon nemen." Als ze iemand nodig hadden die mij mee zou moeten nemen naar huis, waarom belde ze dan niet gewoon naar mijn ouders? Het enige wat ik sinds gisteren kon doen was me dingen afvragen en ik had er een hekel aan. Waarom kon ik niet gewoon terug stappen in mijn oude leven, mijn gewone leven? Alsof ze mijn gedacht had gelezen sprak oma; "Het is goed om je dingen af te vragen Kathie, als je dat maar weet." Ik glimlachte zwak. Het was allemaal zo vreemd, ik kon het gewoon niet meer beschrijven... Ik keek om me heen, maar moest mijn hoofd al gauw weer neerleggen omdat het simpelweg te veel pijn deed het op te tillen. Ik begreep er helemaal niets meer van. "Oma?" hoorde ik mezelf vragen, alsof ik niet in mijn lichaam zat. Alsof ik in de spiegel keek en tegen mezelf loog. Mezelf bedroog door me voor te doen als iemand anders, steeds van gedaante te verwisselen. Ik fronste met moeite mijn voorhoofd. Zelfs denken deed pijn. "Kun je je echt niets meer herinneren?" De stem van mijn oma klonk zacht, maar bracht me terug in de kamer, die ik gek genoeg niet herkende. Langzaam en uiterst voorzichtig schudde ik mijn hoofd. Er was echt niets wat ik me kon herinneren van het moment af aan dat ik was gevallen en het moment dat ik plotseling hier was. "Je bent namelijk niet de hele tijd buiten bewustzijn geweest..." Mijn verbaasde blik onderbrak haar en ze pakte mijn hand vast. "Jee lieverd, moet ik de verwarming anders even wat hoger zetten?" Mijn gezicht vertrok. "Alstublieft niet, ik heb het al heet genoeg. Waar zijn we eigenlijk?" Ik zag dat oma nog iets wilde zeggen over het vorige onderwerp, maar ze bedacht zich en stond op. "Dat kan ik niet zeggen, ze komen er aan." Haar gezicht stond angstig.
"Wie oma, wie komen er aan?" Mijn stem sloeg over van angst. Ik wist niet waarom ik zo paniekerig deed. Ik moest mijn best doen niet te gaan hyperventileren. Toen ze geen antwoord gaf en maar naar de deur bleef kijken draaide ik in paniek mijn hoofd naar haar kijkrichting en een gil ontsnapte mijn mond.
Reageer (1)
Had ik maar zo een lieve oma!
1 decennium geleden