06. Strawberry pie
Mijn spiegelbeeld staarde me met lege ogen aan. Nee, dit was te hier-weet-ik-iets-van. Niemand mocht tenslotte weten over Olivia, niemand mocht weten dat ze mij in vertrouwen had genomen. Ik haalde diep adem en keek terug naar het meisje voor me, het meisje met de grote bruine ogen de donkerblonde krullen. Het meisje dat vandaag de dag door moest zien te slaan en haar beste vriendin nog maar een week zou zien. En ook het meisje dat -ik wierp een blik op mijn horloge- over vijf minuten in de auto zou moeten zitten. Nog een keer haalde ik diep adem om mezelf op automatische piloot te zetten en me voor te bereiden om verbaasd te zijn om Olivia's lege stoel waarna ik de deur van de badkamer dichtsloeg en de trap af stormde. Ik greep mijn lunchpakket vast -ik had geen zin om geld uit te geven aan de troep die ze in de kantine verkochten- en trok mijn leren jasje aan. Mijn aandacht dreef weer naar het raam van de woonkamer, die hetzelfde uitzicht bood als in het washok, het fascinerende, mistige en donkere bos.
Ik wist niet hoe lang ik al stond te staren, maar ik vergat alles om me heen totaal. Totdat mijn moeder naar beneden kwam gelopen, met haar zwarte hakken voor haar kantoorbaan tikkend op de treden. Ze pakte haar koffertje en bleef stil staan toen ze me zag staan. ''Kathie...?" Vroeg ze voorzichtig terwijl ze een stukje naar me toe kwam gelopen. Mijn naam schudde me wakker. "Alles... goed?" Mijn ouders wisten altijd slecht om te gaan met situaties waarin ik niet mijn normale ik was. Tot mijn verbazing -en schrik- merkte ik dat er een enkele traan over mijn wang was gerold terwijl ik alles was vergeten en alleen maar naar het bos kon staren. Ik haalde mijn neus op en riep snel en kortaf; "Ik moet gaat." Waarna ik naar de deur toe stoof en in mijn auto sprong.
Ik wist niet waarom ik zo afstandelijk deed. Misschien was ik bang om hardop te vertellen wat er zou gebeuren omdat ik er dan aan toe zou geven. Ik was alleen al bang om het te denken. Met en blik op de klok startte ik snel mijn auto, ik moest doorrijden.
Op de parkeerplaats aangekomen trap ik zo hard mogelijk op het rempedaal toen ik net wel net niet binnen in een wit omlijnd parkeervak stond en rende als een bezetene naar de hoofdingang toe. Net toen ik binnenkwam en me naar mijn kluisje wilde haasten, drong de bel als een luchtalarm door mijn trommelvlies heen en bleef hingen in mijn hoofd, alsof dat nog bij al die zorgen paste. Shit, ik was te laat op school. Voor het eerst sinds ik me kon herinneren was ik te laat voor de les. Fijn. Nu zou iedereen zich dingen af gaan vragen. Dat kon ik gebruiken. Rollend met mijn ogen liep ik naar de receptie om me te melden voor een taakstraf na school.
Ik was nog niet op mijn stoel gaan zitten of mensen begonnen al te fluisteren en te staren. Ze wisten ook dat ik nooit te laat kwam en plotseling was Olivia weg en... Het enige wat ik kon doen was me er niets van aantrekken. Nee, ik moest aan iets anders denken.
Toen ik nog op de basisschool zat, waren er mensen die dit continu naar me deden. De enige persoon aan waar ik daar goed over mee kon praten, was mijn oma. Mijn oma die op de boerderij woonde, ergens ver weg van de mensen, op de weiden en de velden en het heerlijk geurende bos. Oma kweekte allerlei kruiden en mooie bloemen, wiens kleuren zich mijlenver uitstrekte en iedereen vrolijk maakte. Tevens kon ze de beste taarten van de wereld bakken. Als kind was dit de mooiste plek waar ik maar kon zijn, vooral als ik raad, steun of gewoon haar warme omhelzing nodig had. Op een dag was ik na school direct naar haar toe gegaan om bij haar uit te huilen na een dag vol pijn en verdriet, zoals ik die eerder had meegemaakt. Ik werd er vooral zo moe van dat mensen me steeds vertelde dat ik me er niets van aan moest trekken, want hoe was dat nou weer mogelijk? Maar oma vertelde me niet om er niets van aan te trekken, maar ze zei met haar lieve, oude stem dat ik aan iets anders moest denken. Zoals aan de mooie bloemen, de geurende kruiden en haar heerlijke taarten. Waarna ze op mijn neus had getikt en een heerlijke taart uit de oven had gehaald. Nu weet ik natuurlijk wel dat die twee begrippen hetzelfde zijn, wanneer je je niets van iets aantrekt moet je aan iets anders denken, maar ik heb er veel aangehad. Zoals nu, toen ik dacht aan haar hemelse aardbeien taart.
Dat is hoe ik de rest van de Spaanse les en de rest van de dag doorkwam. Ik bleef maar denken aan de smaak van de aardbeien taart en liep met een gelogen glimlach op mijn gezicht door de school heen. Wanneer iemand iets vroeg zorgde ik ervoor dat ik het te druk had om te antwoorden. Eigenlijk ging de dag tot nu toe erg goed. Ik liep richting het toilet toen ik plotseling zo duizelig werd dat ik me moest vastgrijpen aan een rij met kluisjes en volledig in paniek raakte. Het zweet brak me uit en ik kreeg zo´n raar gevoel in mijn buik dat ik dacht dat ik moest overgeven. Maar dat gebeurde niet. Het enige wat er gebeurde is dat alles zwart werd voor mijn ogen en mijn hoofd met een harde klap ergens tegenaan kwam.
En ik wist het.
Ik had het... Ik kreeg niet meer de kans om na te krijgen toen mijn lichaam de strijd om bewustzijn opgaf.
Reageer (1)
OMG! zo spannend!
1 decennium geleden