Addicted to blood
Hoofdstuk 2 :
Ik staarde zeker een minuut naar mezelf in de spiegel , en voor een vampier is dat best lang. Mijn blonde haren kwamen tot aan mijn middel en waren dik en glanzend, mijn benen waren lang, alsof er nooit een einde kwam, tot we bij mijn middel kwamen natuurlijk. Het was alsof er twee stukken uit mijn taille waren geknipt, niet dat ik dik was maar nu had ik een wespentaille en het leek alsof er geen grammetje vet aan me zat. Ik ging verder en kwam bij mijn gezicht, ik zag er buitengewoon mooi uit, de tot nu toe nog onbekende vampier had niet overdreven. Ik schrok toen ik mezelf voor het eerst in de ogen keek, mijn irissen waren bloedrood, ik deed een stap naar voren en legde mijn hand tegen de spiegel. ‘ ik .. ik ….’ ‘ je bent perfect’ zei hij zacht. ‘ mijn ogen…’ ‘ dat went wel.’ ‘ maar de jouwe zijn niet rood, de jouwe zijn goud, waarom?’ ‘ ik drink geen mensenbloed’ ‘hoe? Vertel?’ ‘ ‘ kalm, ik was van plan je dat wel te zeggen hoor!’ ‘ kom op , zeg dan!’ ‘ ik drink dierenbloed, geen mensenbloed’ ‘ zo dus jij bent een vegetarische vampier?’ ja, ik ben niet de enige, een paar vrienden van me die in groep leven doen het ook, twee clans zelfs!’ ‘ clans?’ ‘ ja zo noemen we een vampiersgroep. Er zijn er twee die zijn zo als ik, in Forks en in canada’ ik luisterde nieuwsgierig en zei ‘ ik wil ook geen mensenbloed, ik bedoel ik wil het meer dan wat dan ook nu maar ik wil geen mensen meer doden.’ hij knikte en zei ‘ deze nacht neem ik je mee naar de bossen, daar kun je drinken zoveel je wil , geen mensen, maar vertrouw je me? Want vanaf vandaag zullen voor altijd samen blijven, ik kan je niet alleen laten , ik heb je gemaakt, we zullen samen en groep worden, wil je dat?’ ‘ natuurlijk’’ goed ‘ zei hij blij. ‘ hij keek uit het raam en sleurde me toen mee. ‘wat doe je?’ ‘de zon komt al bijna op, ik had je eerder moeten bijten.’ ‘oke dan? Hoe lang ben ik buitenbewustzijn geweest?’ ‘ 7 uur bijna, dat is niet zo lang eigenlijk maar nu komt de zon al bijna op dus je moet naar de kelder’ ‘ moet ik de hele dag i de kelder gaan zitten?’ hij knikte kort en op 3 seconden zaten we in de kelder.’ ik ga me hier dood vervelen!’ ‘ niet waar hoor, wat zullen we doen?’ ik dacht even kort na en keek toen rond in de kelder, het was meer een bunker want het was megagroot, ik verondersteld dat dit een oorlogsbunker was maar dan 3 keer z groot als normaal.’ Ik lachte geheinzinnig en sprong op hem af pakte hem vast met zijn nek en duwde hem tegen de muur, de muur barste en ik zei ‘ leer me vechten’ ‘ moet jij dat nog leren? Vroeg hij ik moest lachen. ‘ er is altij ruimte voor verbetering’ hij stemde toe en hij zette zich in een aanvalspositie , ik deed dat ook. ‘ klaar’ vroeg hij. ‘ ik ben klaar geboren, maar nog even een vraag?’ ‘ shoot’ ‘ ik ben nog maar ene paar uur oud, ik zal sterker zijn , dat weet je?’ ‘ja en dan is er natuurlijk nog dat je door het lint gaat en me per ongeluk dood’ ik schrok en ging recht staan.’ Haha, geen zorgen ik kan voor me zelf zorgen’ ‘ zeker van’? vroeg ik nog maar mijn vraag werd beantwoord omdat hij weer in een aanvalshouding ging staan. Ik deed dat ook. We stonden nog een paar seconden voor elkaar en ik wachte ongeduldig tot hij aanviel. Hij zag het aan mijn gezicht en zei ‘ je mag los’ en toen spong hij op me af. Ik gromde, ik schrok ervan en deed een stap terug, ik wou niet meer naar hem grommen , maar het was blijkbaar een normale reactie want hij schrok niet en omdat ik even stope kon hij me overmeesteren en gooide hij me tegen de muur.’ Niet eerlijk, opnieuw’ riep ik terwijl ik recht sprong, hij haalde zijn schouders op en viel weer aan. Deze keer liet ik mij niet tegenhouden door schrik. Ik liet al mijn kracht en woede los en voor ik het wist had ik hem op de grond gesmeten en hield ik hem nu tegen met maar 1 voet. Ik hielp hem recht en lachte tevreden. ‘ you’re born to be a vampire’ zei hij. Ik moest lachen. De rest van de dag zaten we naast elkaar op de grond, niet dat we moesten zitten want als we zouden willen konden we dagen stil kunnen staan, maar hij wou me leren hoe ik me als mens moest gedragen, want als ik weer onder de mensen zou komen zouden ze het merken dat ik uren na elkaar stil zou staan zonder ook maar 1 spier te bewegen.
‘ik weet je naam nog niet’ zei ik na een lange stilte. ‘ dat komt omdat je het nog niet gevraagt hebt’ ik zuchtte, ‘hoe heet je?’ ‘ haha, ik heet simon’ ik barste in lachen uit. ‘wat?’ vroeg hij verbaasd. ‘ een vampier van 100 jaar die simon heet? Hilarisch’ ‘jaja ik weet het, stop nu maar met lachen!’ ‘oke oke, pfft wanneer mag ik naar buiten, mijn keel brand verschrikkelijk, ik moet drinken.’ ‘ geduld, nog een paar uur en het is donker genoeg’ ik zuchtte en keek weer voor me. Na een paar minuten stond ik recht, ik had een grote steen zien liggen die er waarschijnlijk was afgevallen tijdens het gevecht. Op minder dan 1 seconde stond ik aan de steen, de steen was ongeveer zo groot als een broodrooster, zonder moeite pakte ik het op , alsof ik een bal in mijn handen had. Ondertussen was simon erbij komen staan. Hij keek me vragend aan, ik lachte alleen maar. Ik oefende een beetje druk uit op de steen , niet veel maar een heel klein beetje, de steen barste in 20 stukjes. Ik moest lachen, ik vond het leuk, ik pakte een van de kleinere stukjes op duwde die ook plat tussen mijn handen, ik verpulverde het stuk tot puin. Ik had zoveel plezier dat ik niet merkte hoe hard simon aan het lachen was. ‘wat?’ ‘ sorry ik vind je gewoon grappig’ ‘ mij best’ zei ik kort.
‘kom je?’ ‘waarheen?’ ‘ naar buiten’ ‘ jaaaaa! Eindelijk!’ ik schoot de deur uit en op 2 seconden stond ik buiten. Dat had ik beter niet gedaan want buiten was in de stad, en in de stad zijn mensen en mensen zit vol met bloed, waar ik zo naar smachtte. ik draaide weer door, ik gromde hard toen ik simon achter me zag staan. ‘ julliete dit is niet de juiste manier , je weet het , kom ik breng je naar het bos’ ik ademende diep in en uit maar op het moment dat hij mijn arm vastpakte kalmeerde ik weer. We liepen samen weg, de nacht weer in
We waren ondertussen al aan de rand van het bos. Ik zag dat ik sneller was dan hem en daagde hem uit voor een wedstrijdje, toen hij door had wat ik wou knikte hij gretig van ja. Ik riep nog ‘ kijk maar eens goed naar mijn gezicht want vanaf nu zie je alleen nog mijn kont’ ‘ erg vind ik dat niet’ zei hij terwijl hij knipoogde. Mijn gelach stierf weg omdat ik keihard wegrende, hij kwam achter me aan maar kon me niet inhalen. Ik werd niet moe ik kreeg alleen maar meer energie! ik hoorde hoe hij langzaam dichterbij kwam en ging sneller lopen.
Tot ik plots stokstijf bleef stilstaan. Simon was me gewoon voorbij gelopen,, hij sprong en pakte een tak, draaide eens rond en landde toen perfect naast me. Ik stond nu met gebogen knieen tegenover hem. ‘ nee’ fluisterde hij, ‘ julliete ik kan je helpen’ zei hij toen ik twee stappen achteruit zette, twee stappen dichter naar de heerlijke geur toe. Hij stond berschermd met zijn handen omhoog en kwam dichter bij. Weer stapte ik achteruit, ik kon niet praten, het deed te veel pijn. Ik grijpte mijn keel vast toen de wind de geur nog sterker maakte, het was alsof ik een boeket bloemen in men gezicht geduwd kreeg. Het waren kampeerders. Een andere windvlaag duwde de geur mijn neus in. Ik kon er niet meer tegen ik moest en zou dat bloed hebben. al grommend liep ik weg. Ik liep door het bos en dacht dat ik al wel tegen bijna 20 stenen was gelopen maar dat die allemaal als kussentjes aanvoelde onder mijn voeten. Ik baande me een weg door het dicht begroede bos toen ik voor een immense rivier stond. Ik aarzelde een paar seconden en sprong toen moeiteloos over de rivier. In de verte zag ik het kampvuur van de kampeerders al. Nog even,dacht ik. Toen hoorde ik plots hoe vier poten door de modder stampen, Ik rook een vreemde geur, het leek op mensenbloed maar was toch anders. Ik vertraagde en besloot te kijken wat het was. Uit het struikgewas kwam ineens een gigantische zwarte wolf op me af, hij gromde en ik gromde terug. Het was maar een stom beest, dacht ik. Maar toen ik in het beest zijn ogen keek, zagen die er veel te intelligent uit voor een beest te zijn, ik verstijfde maar tegelijkertijd stond ik op ontploffen. ‘ weerwolf’ zei ik terwijl ik een stap naar voren deed, het beest gromde om me te waarschuwen, ik wou aanvallen toen ik plots rond mijn middel werd vastgepakt. Ik schreeuwde en sloeg in het rond, maar ik raakte niet los, hij duwde zijn lippen tegen mijn nek en fluisterde bijna onhoorbaar ‘ Juliette stop, het zijn weerwolven, die vermoorden ons’. ‘ kan me niet schelen, laat me los ik trek zijn vacht uit , ik maak er een schoothondje van’ de wolf antwoorde door weer een gevaarlijke grom te laten horen. Ik zweeg. Simon begon te spreken tegen de gigantische wolf. ‘ luister, ze is een newborn ze wist niet wat ze deed en ze kent de grenslijnen nog niet. Ik zal het niet meer laten gebeuren maar het gebeurde zo rap, zie is verschrikkelijk snel zie je? Sneller dan mij.’ De wolf luisterde aandachtig, toen Simon klaar was knikte de wolf en liep hij weer het donkere bos in. Ik sleurde me mee weer naar de andere kant van het bos en zei : ‘ gedraag je juliette , ik wil je niet kwijt op de eerste dag van je eeuwige leven’ ik lachte. ‘ ik meen het , gedraag je , het is de grooste roedel van het land, die wil je niet achter je.’ ‘ het spijt me, maar het is niet mijn fout’ ‘weet ik wel, kom nu mee , je moet drinken’ ik knikte gretig en volgde hem.
Reageer (2)
oke doe ik , ben bezig aan h3 :d x
1 decennium geledenleuk, leuk, schrijf snel verder. xx
1 decennium geleden