Foto bij Slaap wel

Ik hoop dat iemand mijn story gaat lezen. Het is nu misschien nog saai, maar ik beloof de magie laten leven.

Gedurende het diner bleef Denise Melanie aanstaren. Er was iets vreemds. Alsof zij een spreuk over haar neef had uitgesproken. Rune nam nooit iemand mee naar zijn huis.
Verder was het eten wel lekker. Toch, was het niet genoeg om te voorkomen dat er een belediging aan Denise's lippen ontsnapte.
'Smaakt het?', ging Melanie na.
'Ik had liever dat we pizza hadden gehaald', floepte Denise eruit.
'Denise, toe nou', fluisterde Rune wanhopig.
Gelukkig was Melanie niet zo snel beledigd. 'Fijn dat je zo eerlijk bent', was alles wat zij zei. De beleefde glimlach was niet van haar gezicht te krijgen.
'Geen dank, ik meen het', zei Denise met volle mond.
'Normaal gesproken is ze nooit zo.' Rune was kennelijk niet zo gecharmeerd van haar tafelmanieren.
'Normaal... is Olivier hier. Waar is hij? Ik heb hem de hele dag al niet gezien', merkte Denise plotseling op.
'In bed, hij is de hele dag al ziek. Vandaar dat ik hem verder met rust heb gelaten. Als hij honger heeft staan er broodjes naast zijn bed. Ik zal zo wel kijken wat hij gegeten heeft', vertelde Rune.
'Sorry, wie is Olivier?', vroeg Melanie nieuwsgierig.
'Mijn broer, soort van', zei Rune snel.
'Soort van?'
'Nou, we zijn niet echt familie, maar sinds ik een jaar of tien was hebben mijn ouders voor hem gezorgd. Nu zij er niet meer zijn, doe ik het', legde Rune uit.
Een paar happen later schoof Denise van tafel.
'Ik zit vol. Ben moe, dus ga ik gelijk naar bed. Huiswerk was toch bijna af, de rest doe ik morgen wel in de pauzes of in mijn tussenuur'
Nog voor Rune iets kon zeggen was zij al naar boven vertrokken.
Op haar tenen sloop zij Oliviers kamer voorbij. Zacht gesnurk sloop tussen zijn deurkier door. Hij sliep.
Ook Denise trok de dekens ver over zich heen. De kou was nog altijd even erg. Als het ook zo koud was in Oliviers kamer, was het geen wonder dat hij ziek was. Nu maar hopen dat hij geen dromen had over pinguïns.
De nacht was vroeg gevallen en duisternis heerste in de zolderkamer. Maar ondanks alle duisternis ontstond daar een heldere droom. Enthousiast vloog hij door de kamer. De levendige droom sprong op het bed. Daar zoemde het rondjes rondom Denises hoofd, net zolang totdat ze duizelig werd. En als dat gebeurd was, dook hij haar hoofd in.
In haar hoofd ontstond een wereld; groots en onbekend. Maar dankzij de droom, wist zij waar ze heen moest. Zij volgde haar vermoedens. Een klein lichtje dat in haar hart brandde bracht haar mee naar een oude kerk. Achter het vervallen bouwwerk, school zij. Denise was niet de enige die zich daar moest verstoppen. Samen met haar zaten daar twee jongeren ondergedoken.
'Waarom verstoppen wij ons hier?', vroeg Denise. De droom was immers nog maar net begonnen. Er waren heel wat regels die zij nog niet kende. Misschien woonde Melanie wel in deze droom. In dat geval moest ze, zodra ze wakker was, Rune waarschuwen. Droomwezens waren gevaarlijk. Zij konden mensen uitbuiten, gek maken. Dat was hun enige doel, hun brandstof.
Terug naar de droom.
Angstige oogjes keken haar aan. De jongen wees naar de zoeklichten aan de andere kant van de kerk. 'De regering. Zij mogen ons niet vinden. Wij hebben gestolen, en daarop staat een straf. Het leeuwenspel. Bijna niemand lukt het daar uit te komen. Om te winnen moet je een leeuw verslaan met een ondoordringbare huid'
Die leeuw kwam haar bekend voor.
'Tot hoelang zullen ze op zoek blijven naar ons?', vroeg Denise.
'Totdat zij iemand gevonden hebben. Het spel moet gespeeld worden. Elke maand weer opnieuw. En deze maand hebben zij nog niemand', legde de jongen uit.
'Ssst, Falco', fluisterde het meisje.
'Falco, ik denk dat ik weet hoe ik moet winnen', fluisterde Denise. 'Blijf in de schaduw'
Op dat moment sprong zij het licht in. Onmiddellijk kwam de politie op haar afgerend.
'Laat maar komen, die overslaanbare leeuw', dacht zij.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen