Hoofdstuk 15
Ik open mijn ogen en kijk om me heen. Ik lig een kamer, een logeerkamer neem ik aan. Ik ben gister toch niet zelf naar bed gegaan. Ik kijk naar het nachtkastje dat naast het bed staat en ik zie een blaadje liggen. Ik pak het en lees het.
Hé,
Ik heb je gister in bed gelegd omdat je in slaap was gevallen tijdens de film.
Sorry, als ik je boos heb gemaakt.
Als je dit leest ben ik al weg, want ik moet werken :’(.
Ik ben zielig. Heb medelijden met me.
Ik ben bang dat je jezelf vandaag moet bezig houden. Sorry, daarvoor.
Er staat eten voor je in de koelkast en de sleutel die naast dit briefje ligt, is de huissleutel.
Zo kan je zelf naar binnen en naar buiten zonder dat je mij nodig hebt.
Als je iets niet kan vinden of je hebt me nodig, dan moet je me maar bellen.
Ik hoop dat je lekker geslapen hebt.
Peter.
Ik leg het briefje terug op het nachtkastje en pak de sleutel die daar ligt. Echt Peter is gestoord. Hij kent me niet eens goed en hij geeft mij al zijn huissleutel. Raar mannetje. Ik stap uit bed en loop naar beneden. Ik loop direct naar de keuken en open de koelkast. Ik zie een ontbijtje staan en ik ga ervan glimlachen. Peter heeft al een ontbijtje voor me gemaakt. Hij is zo lief. Ik pak het ontbijtje uit de koelkast en loop ermee naar de bank. Ik zet de tv aan en zet hem op een leuke zender. Ik trek me knieën een stukje op en zet daar mijn bord op neer. Ik begin met het eten van mijn ontbijt en kijk ondertussen naar de tv.
Ik sluit de deur achter me en loop het pad af. Ik heb besloten om te gaan winkelen want ik heb toch niks anders te doen. Ik kijk om me heen als ik op de stoep sta. Aan mijn rechterkant zie ik alleen maar grote gebouwen en aan mijn linkerkant zie ik een paar winkeltjes staan. Daar moet ik dus naar toe. Ik kijk even om me heen en steek dan de drukke straat over. Ik loop langs de winkeltjes en dan zie ik iets wat ik echt iets voor Gwen vind. Ik loop het winkeltje binnen en vraag, met mijn gebrekkig Engels, of ze het tasje nog achter hebben liggen. De vrouw van de winkel knikt en loopt weg. Na een minuut of twee komt ze terug met het tasje die ik echt geweldig vind. “It’s awesome. I’ll take it.” “Okay”zegt de vrouw en pakt het tasje in. Ik betaal en loop dan weer de winkel uit. Gwen gaat dit geweldig vinden. Ik kijk weer naar een winkeltje en ik zie dat ze super leuke kleren hebben. Er verschijnt een super grote glimlach op mijn gezicht en ik loop het winkeltje in. Ik houd van shoppen. Ik kijk om me heen en zie allemaal leuke dingen. Oké, Aimee. Je moet je inhouden. Alleen dingen kopen die je echt nodig hebt. Ach, wat maak ik mezelf nou wijs. Ik kan mezelf niet inhouden. Ik moet gewoon alle leuke dingen passen. Ik loop langs alle rekken en pak uit elk rek wel iets wat ik leuk vind.
Er zijn nog geen reacties.