~14~ Harry Edward Styles
even een hoofdstukje schrijven tijdens de wiskundeles
Harry Edward Styles
Ik zat wat voor me uit te kijken en floot een deuntje. Ik had wel door dat de vrouw achter de balie gek van me werd, maar besteedde er expres geen aandacht aan. Louis zat naast me op zijn stoel te tikken en keek steeds zenuwachtig naar de deur, waar af en toe mensen in en uit liepen. Ik besefte dat hij bang was voor het aankomende gesprek en vroeg hem of hij soms wat wilde gaan drinken. Hij glimlachte naar me, maar zei dat hij niet zo'n dorst had.
'Onzin,' zei ik. 'Natuurlijk heb je dorst. Kom, we gaan naar de Starbucks, die is hier om de hoek.' Ik stond op en trok Louis overeind. Met tegenzin stond hij op uit zijn stoel en liep achter me aan de klapdeuren uit.
Even later zat ik aan een tafeltje met een grote beker koffie en een chocolademuffin. Louis zat voor me. Hij wilde niets eten of drinken, maar ik heb toch een beker koffie voor hem gekocht. Hij zuchtte diep en staarde naar het bevlekte tafelblad.
'Ben je bang?' Vroeg ik hem voorzichtig. Hij keek naar me op met een frons in zijn voorhoofd. 'Nee hoor, ik...' Zei hij halfslachtig.
'Lieg niet.' Onderbrak ik hem. 'Ik zie aan je ogen dat je bang bent.'
'Waarom vroeg je het dan?' Zei hij. Heel even zag ik de pretlichtjes weer in zijn ogen verschijnen, maar ze doofden weer toen hij mijn vermoedens uitsprak. Hij glimlachte even naar zijn koffie en schudde zachtjes zijn hoofd. 'Oke dan, ik ben een beetje bang. Maar alleen omdat ik niet weet wat ik moet verwachten.' Hij keek me even aan. 'Weet jij dat wel dan?'
Ik trok een raar gezicht. 'Eehm, nee, niet echt. Maar ik denk dat je moet vertellen hoe het nu gaat en wat je voelt en denkt en of je het moeilijk vindt en zo....'
Louis keek me met opgtrokken wenkbrauwen aan. 'Nee, jij wist niets. Merk ik toch!'
Ik grinnik en haalde mijn schouders op. 'Misschien is het wel heel anders hoor, weet ik veel.'
'Nee.' Zei hij eigenwijs. 'Nee, jij weet niet veel. Nou goed?'
Ik rolde met mijn ogen. 'Flauw hoor.' Maar ik was blij dat de stemming niet meer zo bedrukt was.
Een tijdje bleef het stil terwijl we allebei van onze koffie nipten. Louis staarde naar buiten en ik bekeek hem nog eens goed. Zijn haar zat nog warrig omdat hij in de ochtend geen tijd had gehad om het te fatsoeneren. Ik was blij dat ik niets aan mijn haar hoefde te doen en het enkel een beetje opzij hoefde te vegen in de ochtend. Louis' helderblauwe ogen hadden zich naar de overkant van de straat gericht en hij had niet door dat ik hem zat op te nemen. Zijn ogen werden naar binnen toe steeds lichter, tot ze uitmondden in de diepzwarte pupil. Zijn ogen stonden een beetje vermoeid en de wallen eronder bevestigden dat feit. Hij had zijn wenkbrauwen iets gefronst, wat hem een serieuze, of zelfs boze uitdrukking gaf. Ik wilde dat hij weer eens wat vaker zou lachen. Die mond, met zijn volle lippen, zou veel mooier tot zijn recht komen als de mondhoeken naar boven zouden wijzen, niet naar beneden. Zonder dat ik het door had zit ik te kijken naar zijn lippen en stel ik me voor hoe die lippen zouden smaken, hoe ze zouden voelen als ik ze aanraakte of zelfs kuste.
Mijn ogen werden groot. Waarom dacht ik daaraan? ik begon mezelf toch ernstig af te vragen wat er met me aan de hand was de laatste tijd. Misschien was het voor mij ook wel een goed idee om naar die psycholoog te gaan!
Ik zuchtte even en Louis vestigde zijn blik op me. 'Wat is er?' Vroeg hij verbaasd toen hij zag dat ik naar hem staarde.
'Niets.' Zei ik vlug en ik keek snel naar mijn muffin. 'Ik eehm, zat te denken of er jam in deze muffin zou zitten of niet.' Louis keek me met één opgetrokken wenkbrauw aan. 'Jaja.' Zei hij en ik knikte verwoed.
'Hij is vast lekker om te eten. Denk ik.' Ik merkte dat mijn zinnen hun logica begonnen kwijt te raken en nam snel een paar happen van de muffin.
'En?' Vroeg Louis. Hij staarde met grote ogen naar het naar binnen schrokken van de muffin.
'En wat?' Vroeg ik hem met volle mond.
'Zit er jam in?' Zei hij.
Oh, ja. Dat dus. Doordat ik zo zat te schrokken kreeg ik haast niets mee van de smaak, dus ik probeerde wat langzamer te eten en controleerde de jam. 'Nee. Er zit geen jam in nee.' Zei ik. 'Maar volgens mij is het al laat. Zullen we gaan?'
Louis knikte. 'Dat lijkt me een goed idee.'
We stonden beide op en ik betaalde. Opeens had ik helemaal geen zin meer in muffins en ik liet hem maar op het dienblad staan.
'Eet je die nog op?' Vroeg Louis, en hij wees naar mijn half opgegeten muffin. Ik grijnsde en schudde van nee. Meteen pakte hij hem op en begon vergenoegzaam te eten.
'Zie je wel.' Zei ik. Louis keek me verbaasd aan. 'Wat?' Vroeg hij.
'Je had wel honger.' Zei ik triomfantelijk.
Hij rolde met zijn ogen en at rustig verder. 'What ever.' Hoorde ik hem zachtjes mompelen, maar toch had ik het gevoel dat ik had gewonnen.
Reageer (1)
c:
1 decennium geledenxx