Hoofdstuk 75
Yuna
Wat gaan we vandaag doen?’ vraag ik nieuwsgierig.
‘Ik denk dat we eerst het dorp in gaan zodat we wat te eten kunnen halen voor jou. En dan kan ik weer kijken om ergens pijlen en een boog vandaan te halen’ zegt Aiden terwijl hij me aankijkt. Ik knik een keer.
‘Maar eh, hier leven toch alleen vampiers?’ vraag ik een beetje ongemakkelijk.
Aiden kijkt me verbaast aan. ‘Nee hier in het dorp niet, er zijn hier ook een paar elfen dus hier is gewoon te eten’ zegt hij simpel. Ik knik een keer.
Mijn gezicht klaart op. Als hier elfen zijn zal het vast niet zo gevaarlijk zijn als ik had gedacht. En het is ook super als ik hier gewoon brood zou kunnen halen. Dat is een probleem minder.
Ik draai me om en kijk waar Xena op het moment is. Ze is nog in de lucht en ik geloof dat ze daar ook nog wel even wil blijven.
‘Kunnen ze gewoon buiten blijven?’ vraag ik zonder Aiden aan te kijken.
‘Ik geloof dat dat geen probleem is’ zegt Aiden bedenkelijk.
‘Ik pak even mijn tas’ meld ik snel en loop richting het huisje.
Eenmaal binnen zit Ben aan tafel met een stuk papier in zijn handen wat hij aandachtig aan het lezen is.
Ik begroet hem met een ‘hoi’ en loop door. Ik zal toch een keer met die twee moeten praten maar vind het gewoon moeilijk. Ik loop de trap op en pak mijn tas, deze heb ik gister avond op het tafeltje gezet die tegen de muur van de slaapkamer staat. Dan loop ik weer naar beneden.
‘Waar ga je heen?’ komt er vanuit de hoek waar Ben nog steeds aan het lezen is. Ik blijf staan en kijk hem aan. Ben bekijkt me van boven naar beneden en wacht op een antwoord.
‘Ik eh, ga met Aiden het dorp in om wat eten te halen. Waarom wil je het weten?’ het laatste vraag ik voorzichtig. ‘Nee niks als Aiden erbij is, is het goed’ mompelt Ben terwijl hij weer verder leest zonder op te kijken. Ik kijk hem een beetje raar aan, gelukkig ziet hij het niet.
Zonder verder wat te zeggen loop ik naar buiten richting Aiden die ongeduldig staat te wachten. ‘Ben je zover?’ vraagt hij terwijl hij me met zich mee trekt het dorp in.
Ik lach een keer ‘En als ik nou niet klaar zou zijn?’ vraag ik.
‘Dan heb je pech’ grijnst hij terwijl hij wat langzamer gaat lopen.
Als we het dorp in lopen zie ik dat er inderdaad meer elfen lopen. Er lopen er natuurlijk geen honderd maar soms zie je een paar puntige oren voorbij komen. Natuurlijk zijn er wat vampiers die raar naar Aiden en mij kijken. Aiden trekt zich er niks van en loopt na een tijdje te hebben gelopen een bakkerij in.
Er staat tot mijn verbazing een elvenpaar achter de balie. Aiden staat tegen een van de muren aan te leunen terwijl ik wat brood koop.
Als ik klaar ben lopen we door naar een wapenzaak. Als we daar naar binnen lopen kijkt Aiden strak voor zich uit. verbaast kijk ik hem aan. Als hij niet meer beweegt volg ik zijn blik. Bij een rek met zwaarden staat een van de vampiers die eergisteren voor me had gestaan.
Hij kijkt kwaad naar Aiden en dan naar mij met een blik die ik niet kan beschrijven.
Ik kijk weer naar Aiden en pak hem bij zijn onder arm.
‘Kom op’ zeg ik terwijl ik met hem verder de winkel inloop. Met moeite loopt hij met me mee.
‘Zo erg is het nou ook weer niet’ mompel ik terwijl ik de bogen zoek. Aiden zucht een keer en kijkt dan met me mee. Ik loop een eindje verder naar de pijlen, nooit geweten dat er zoveel verschillende zijn. Als ik een tijdje aan het zoeken ben naar de verschillen die er zouden moeten zijn, die ik eigenlijk niet kan vinden, hoor ik de jagers met elkaar praten. Er zijn er twee bij gekomen en na een tijdje is er verder niemand meer op Aiden, mij en de jagers na.
‘Zozo, helemaal alleen hier’ zegt iemand naast me die nonchalant tegen de tafel aan staat. Ik kijk hem aan en probeer niet onder de indruk te zijn. Voor ik het weet staat Aiden naast me met een boog in zijn handen. Hij kijkt zo te zien over me heen naar de vampier toe die meteen weg is.
‘Zijn ze hier allemaal zo bang voor jouw?’ vraag ik met een grijns op mijn gezicht.
Reageer (1)
Yesh, drakenliefde! C:
1 decennium geleden