Hoofdstuk 73
Yuna
Aiden laat zich op de grond vallen en zucht een keer opgelucht. Ik sta nog steeds voor me uit te staren en laat alles rustig tot me inwerken. Naur loop naar Aiden toe en gromt een keer zachtjes. Na een paar tellen staat Aiden op en kijkt me bezorgt aan terwijl hij naar me toe loopt. Als hij voor me staat slaat hij zijn armen om me heen. Ik voel zijn warme lichaam tegen me aan en dan pas voel ik hoeveel ik hem heb gemist. De tranen lopen over mijn gezicht.
‘Je wil niet weten hoeveel ik je heb gemist’ fluistert hij.
Ik kom los uit een soort trance en voel me lichtelijk boos worden. Ik maak een vuist en sla hem voor mijn gevoel hard op zijn borst, waarschijnlijk voelt hij er niet veel van maar het gaat om het idee.
‘Waarom ben je dan weg gegaan?’ vraag ik boos.
‘Sorry’ fluisteren we allebei.
‘Doe dat nooit meer, ik wist niet wat ik moest doen’ zucht ik.
‘Je hebt het gene gedaan waarvan ik eerst hoopte dat je het niet zou doen, dat is een van de beste dingen die je ooit hebt gedaan.’ Nadat hij dit heeft gezegd voel ik zijn lippen op de mijne. Na een tijdje laat hij me los en kijk ik hem aan
‘Wat gaan we nu doen?’ vraag ik moeilijk terwijl ik Xena een keer over haar kop aai.
‘De laatste twee vampiers die je net zag’ begint hij terwijl ik knik als ik ze voor de geest kan halen. ‘Dat zijn vrienden van mij, Ben en Jack, daar kunnen we zo lang blijven totdat we wat hebben gevonden’ legt hij uit.
Ik kijk hem met grote ogen aan. Ze zagen er niet zo angstaanjagend uit als de rest maar toch twijfel ik.
‘Is dat een goed idee?’ vraag ik na een tijdje.
‘Ik zei ook al dat het misschien geen goed idee is maar we hebben niet echt een keuze, ze willen het graag proberen’ zegt hij hoofdschuddend.
‘Zijn die andere vampiers daar ook in de buurt?’ Aiden schud zijn hoofd.
‘Die wonen er niet pal naast gelukkig, maar er kan niks gebeurden’ verzekert hij me. Waarschijnlijk kun je aan mijn gezicht zien dat ik het geen prettige gedachte vindt maar als Aiden het zegt moet het goed komen toch?
Ik knik een keer. ‘Waar kan ik Xena en Midnight laten?’ vraag ik terwijl ik naar mijn paard loop die gewoon rustig staat te eten alsof er niks is gebeurd.
‘Daar vinden we vast wel een plek voor’ zegt hij opgelucht, waarschijnlijk omdat ik het toch goed vindt dat we bij zijn vrienden blijven. Ik knik een keer.
‘Zullen we die kant maar opgaan dan’ zeg ik als ik op Midnight ben gaan zitten en naar Aiden toe stap.
‘Ja laten we dat maar doen, het komt zeker goed.’ Als hij dit gezegd heeft stuurt hij Naur de lucht in. Tegen Xena hoef ik niks te zeggen die gaat volgens mij overal waar Naur gaat.
Na een half uurtje komen we op een pad, deze loopt kronkelig door het bos heen. Dan na nog half uur komen we bij een huisje uit. Er brand licht maar het ziet er niet echt ‘gezellig’ uit.
Maar ik weet natuurlijk niet hoe het binnen is dus laat ik de moet niet zakken. Naur en Xena staan een eindje verderop met een hele stel andere draken. Er zit er een bij met allemaal blauwe kleuren, deze blijft maar naar Xena kijken en zij kijkt heel nieuwsgierig terug op zich is het een grappig gezicht om te zien.
Ik stap van Midnight af en loop samen met Aiden richting een soort weilandje. Ik zadel Midnight af en laat hem het weilandje in.
‘Zo die is tevreden’ lach ik terwijl ik me omdraai.
Reageer (2)
Aah snel verder
1 decennium geleden(: drakenliefde? ja er moeten toch érgens eieren vandaan komen (:
1 decennium geleden