Hoofdstuk 72
Aiden
Eindelijk kom ik dichter bij Naur en de jagers. Ik zit nog op een goede vijftig meter afstand maar niet voor lang meer. Naur is in een boze bui en brand hier en daar wat bomen af. Ik spoor de draak aan om sneller te gaan vliegen maar dat is bijna niet mogelijk.
Ineens duikt Naur naar de grond en de jagers beginnen tegen hem te brullen. Ik spoor de draak nog een keer aan maar hij wil echt niet meer. Met een zucht laat ik hem zijn gang gaan. De jagers springen van hun draken af en schieten de bomen in. Vol verbazing blijf ik naar ze kijken terwijl hun draken boven de bomen blijven cirkelen. Ik vlieg langzaam dichterbij en kan Naur niet meer vinden.
Ik laat me van de rug van de draak glijden en land op de grond. De jagers zijn nog steeds boos en schreeuwen tegen Naur die op een afstandje tussen de bomen staat.
‘Wat moeten jullie met mijn draak!’ schreeuw ik naar de jagers.
‘Hij had wat training nodig’ zegt de leider en hij laat zich uit de boom vallen.
‘Wie zegt dat hij dat nodig heeft!’ grom ik en pak mijn mes.
‘Die draak van jou kan nog steeds niet luisteren!’ gromt hij en trekt zijn zwaard.
‘Hij luistert niet naar anderen!’ brul ik.
‘Daar moet dan wat aan gedaan worden’ grijnst hij en kijkt naar de andere jagers.
‘Naur is mijn draak en hij gehoorzaamd mij!’
Dan klinkt er een gegrom van een andere draak en ik draai me om. Ik kijk tegen een grote paarse draak aan en dat kan maar een ding betekenen. Xena!
Ik hoor dat de jagers een paar stappen terug zetten en met verbazing naar de draak kijken.
Als ik langs Xena heen kijk zie ik dat Yuna half achter haar verscholen staat. Bang kijkt ze naar de jagers in de hoop dat ze haar met rust laten. De tranen springen in mijn ogen als ik haar zie staan. Wat heb ik haar gemist!
Er klinkt weer een luid gebrul en dan verschijnt de draak van Jack boven ons in de lucht. Ik kijk naar Yuna die nu helemaal achter Xena weg kruipt. Wat moet zij bang zijn van al die vampiers.
Jack en Ben landen op de grond en ook Jack zijn draak blijft boven ons in de lucht cirkelen.
‘Wat is hier aan de hand?’ vraagt Ben en komt naar ons toe gelopen.
‘Aiden gaat helemaal door het lint!’ roept een van de jagers.
‘Jullie hebben mijn draak!’ en ik werp hem een boze blik toe.
‘Jullie weten heel goed dat je van zijn draak moet afblijven. Er gebeuren gevaarlijke dingen!’ roept Ben boos.
De jagers kijken hem verontschuldigend aan en verlaten het bos. Hun leider blijft staan en kijkt naar Xena.
‘Waar is die elf gebleven?’ roept hij dan naar me.
‘Je blijft van haar af!’ en ik ren naar hem toe.
‘Rustig jij!’ en Ben schiet tussen ons in.
‘Ze zit achter haar draak verstopt’ zegt Jack een beetje angstig.
Ben laat me weer los en ik ga naast Yuna staan. Verschrikt kijkt ze me aan en houd een van mijn zwaarden vast. Voorzichtig pak ik het uit haar hand en ga voor haar staan.
‘Is dat die elf waar je het over had?’ vraagt Ben en zet een stap naar voren.
‘Ja dit is Yuna’ zeg ik zachtjes en hou mijn blik op de jager gericht.
‘Ze is je vriendin?!’ snauwt de jager.
‘Ja dat klopt’ en ik kan mijn blik niet van hem los maken.
‘Je kunt gaan’ zegt Ben ineens tegen de jager.
De jager snuift een keer van woede maar besluit om dan toch te gaan. Nu zijn alleen Ben, Jack, Yuna en ik over in het donkere bos.
Jack fluit op zijn vingers en zijn draak land naast hem op de grond.
‘Laten we gaan’ zegt Jack en hij en Ben klimmen op de rug van zijn draak.
Jack stuurt zijn draak de lucht weer in en niet veel later zijn Yuna en ik nog met onze draken over. Ik zucht en laat me opgelucht in het gras vallen.
Reageer (1)
(: Ik mag Ben wel
1 decennium geleden