Hoofdstuk 71
Yuna
De dag gaat langzaam voorbij en Midnight is bijna niet vooruit te branden. Ook Xena is niet meer in de lucht maar loopt op een paar meter na achter ons aan.
Het pad dat ik gisteren maar heb aangehouden kwam uit bij een klein meertje waar ik uiteindelijk maar ben gaan slapen, hopend dat er niemand langs zou komen. De personen die ik gisteravond heb gehoord waren er afgelopen nacht gelukkig niet, althans ik heb ze niet gehoord dus laten we daar maar het beste van denken.
Het pad is ondertussen opgesplitst, iets waar ik nog steeds van baal. Op de kaart stond deze splitsing niet dus moest ik het er maar op gokken.
Als de zon steeds verder naar beneden zakt besluit ik nog een keer te stoppen. Ik zadel Midnight niet af omdat ik niet te lang wil blijven hangen, het is een onbeschutte plek en ik zal toch nog een slaap plek moeten vinden voordat het geheel donker word.
Ik pak de kaarten erbij om te kijken hoever ik ben gekomen vandaag en of er in de buurt een teken van leven is, en zo ja, wat voor leven.
Als ik het zo bekijk kan ik tegen de avond bij een stad zijn. Zelfs als we dit tempo zouden houden kunnen we dat makkelijk redden, maar wie daar leven? Ik heb geen idee. Ik ben aan de donkere kant, dat weet ik zeker.
Dus waarschijnlijk zullen het vampiers zijn. Ik besluit er niet te veel over na te denken en eerst nog maar wat te eten. Xena heeft ook honger dus die heb ik maar even laten gaan om wat te zoeken. Ik hoop dat het lukt aangezien hier dus niet veel is.
Ook voor Midnight wordt het eten met de dag minder als ik er goed over na denk. Maar hij ziet er nog niet slecht uit en ik kan altijd wat brood delen hoewel hij er misschien niet zo veel aan heeft.
Na een tijdje ben ik het zat om te zitten en over dingen te denken die fout kunnen gaan. Ik zoek Midnight op en moet Xena bijna mee trekken om haar aan het lopen te krijgen.
Na een paar uur kom ik in een bos terecht. Hier moet een goede slaapplaats te vinden zijn, beschutting is in een bos vast geen probleem. Als we ongeveer een uur door het bos hebben gelopen en ik de kaart er nog eens bij pak zie ik dat als ik het goed heb, de stad hier vlak bij moet zijn. Ik ben nu ongeveer aan de zijkant dus als ik iets verder het bos in ga kom ik hopelijk niemand tegen.
Als we een plek hebben gevonden en Midnight heb afgezadeld, zie ik dat hij toch nog snel kan lopen als er hoog gras is. ‘Je mankeert dus niks’ mompel ik terwijl ik wat brood en wat te drinken pak. Als ik eenmaal zit zucht ik een keer. Xena is naast me komen liggen en zucht ook een keer omdat ze eindelijk rust heeft. Ik leun tegen haar aan en eet mijn brood.
Na een half uurtje begint het te schemeren en hoor ik een hard gebrul. Xena schiet overeind waardoor ik achterover val op de grond. Verward sta ik op. Dat leek Naur wel! Of zou ik me dat gewoon verbeelden? Xena loopt ongeduldig heen en weer alsof ze wat wil vertellen. Dan hoor ik allemaal stemmen. Zo te horen zijn het boze stemmen en dan nog een keer gebrul. Deze keer is het veel dichterbij als de vorige keer. Moet ik maken dat ik weg kom? Of zal ik me gewoon stil houden?
Veel tijd om er over na te denken heb ik niet. Na nog een keer gebrul zie ik in de verte van het bos een lichtflits. Ik schrik, dat moet Naur zijn die het bos in vlammen op laat gaan! Xena ben ik ineen keer kwijt. Fijn, die heeft dus in de gaten dat het Naur is en is er heen. Nu moet ik er dus achteraan en ik heb er geen goed gevoel over.
Ineens zie ik op de grond een grote schaduw precies boven me. Voordat ik het goed in de gaten heb staat er een grote draak voor me. Het is Naur die snel op me afkomt en met zijn kop tegen mijn schouder schuurt. Ook Xena is weer terug. Lachend aai ik hem een keer. Deze lach is jammer genoeg voor even als ik zie dat er overal om me heen allemaal rode ogen tussen de bomen zitten.
Reageer (1)
Tumtumtum...
1 decennium geleden