Hoofdstuk 70
De zon schijnt al door het raam naar binnen en ik besluit om maar mijn bed uit te komen. Ik kleed me aan en loop naar beneden. In de keuken is niemand te vinden en ook verder in het huis is niemand meer te zien. Ik loop naar buiten en ineens komt Jack naar me toe.
‘Wow, wat heb jij voor een draak?’ en hij wrijft over zijn arm heen.
Verbaast kijk ik hem aan en hij laat een brandwond zien die op zijn arm zit.
‘Wat moet jij met mijn draak?’ vraag ik bijna boos.
‘Ik wilde hem voeren en naar buiten brengen’ en hij kijkt me zo onschuldig mogelijk aan.
‘En toen?’ blijf ik doorvragen.
‘Nou, hij luisterde niet en ik werd boos op hem’ en hij durft me niet aan te kijken.
‘Dat is dan ook je eigenschuld. Je weet hoe Naur is’ en ik pak zijn arm beet.
‘Het spijt me. Ik had gewoon op jou moeten wachten’ en hij wil zijn arm terug trekken.
‘Laat me er naar kijken!’ zeg ik een beetje bod.
Jack knikt en laat zijn arm weer zien. Er zit een lelijke brandwond op zijn arm. Het is ook zijn eigen schuld. Hij weet goed dat hij bij Naur weg moet blijven.
‘Vind je het goed als ik er wat aan doe?’ vraag ik deze keer wat voorzichtiger.
‘Ja is goed.’
Voorzichtig laat ik wat gif er op druppen en bind het dan af. Jack trekt wit weg en ik gebaar dat hij moet gaan zitten. Zijn spieren spannen zich onder mijn hand en hij begint te grommen. Ik houd hem stevig vast zodat hij me niets kan doen en kijkt me pijnlijk aan.
‘Volhouden’ grom ik naar hem.
‘Heb ik een keuze?’ gromt hij terug.
‘Nee dat heb je niet’ en ik voel dat hij langzaam ontspand.
Na een paar minuten laat ik hem los en hij zit trillend op de grond. Ik sta op en loop weg.
‘Wat ga je doen?’ vraagt Jack en komt achter me aan.
‘Kijken waar Naur uithangt’ zeg ik met een grijns en loop verder.
Na een halve dag in het dorpje rond te hebben gelopen heb ik Naur nog steeds niet gevonden. Ik zucht en loop een herberg binnen. Ben zit aan de bar zoals altijd en drinkt zoveel hij kan.
‘Kijk kijk, wie hebben we daar!’ zeg ik tegen hem en ga naast hem zitten.
‘Heb je je draak al gevonden?’ vraagt hij en kijkt me met zijn rode ogen aan.
‘Helaas niet Ben. Ik had gedacht dat jij het wel zou weten’ en ik staar naar de bar.
‘Je moet bij Jack zijn. Hij heeft je draak naar buiten gebracht.’
‘Dat weet ik maar hij is mijn draak kwijt geraakt!’ zeg ik boos en sla op de bar.
De barman kijkt me kwaad aan nadat er een grote scheur in zijn bar is gekomen. Verontschuldigend kijk ik hem aan en loop dan weer de herberg uit. Ik besluit om maar even te gaan wandelen. Misschien vind ik Naur dan wel terug.
‘Aiden!’ roept er iemand en ik draai me om.
‘Naur… Hij is met de jagers weg!’ hijgt de jongen en kijkt me bang aan.
‘Waarom is hij met de jagers mee?’ vraag ik zo rustig mogelijk.
‘Ik heb gehoord dat hij mee moest om te trainen’ hijgt de jongen nog steeds.
‘En dat word niet even gemeld?’ vraag ik hem.
De jongen schud hevig zijn hoofd en wijst in een richting waar ze heen zijn gegaan. Ik bedank de jongen en zet het dan op een rennen. Ik schiet tussen de bomen door en vind al snel Naur zijn geur. Ik klim in een van de bomen om te zien of ik Naur in de lucht kan vinden en ja hoor. Een heel eind verder vliegt Naur tussen zes andere draken.
Fijn, moet ik er nu achteraan of zal ik wachten tot ze terug zijn? Ik besluit om terug naar het dorpje te gaan en daar een andere draak te halen.
‘Ben, mag ik je draak even lenen?’ vraag ik aan hem.
‘Waarom?’
‘Naur is met de jagers mee en ik wil hem terug!’ grom ik kwaad.
Ben knikt en niet veel later ben ik met zijn draak op weg naar Naur. Pech voor de jagers dat ik nu in een slechte bui ben en een grijns komt op mijn gezicht.
Reageer (2)
Super snel verder! Ik hoop echt dat yuna en aiden elkaar terug vinden!
1 decennium geledenAhw..
1 decennium geleden