Foto bij hoofdstuk 66

Aiden
De deur vliegt open en verbaast kijk ik in Yuna’s ogen. Ze komt naar me toe en gaat voor me staan. Boos draai ik me weer van haar af en ga verder met het zadelen van Naur.
‘Wat ga je doen?’ vraagt ze een beetje bang.
‘Ik ga’ zeg ik kort en leid Naur naar buiten.
‘Nee je mag niet gaan!’ gilt Yuna en komt achter me aan gerend.
‘En waarom niet!’ snauw ik naar haar.
Geschrokken blijft ze staan en kijkt me aan. In haar ogen zie ik de zelfde angst als toen ik in het begin zo tegen haar stond te schreeuwen. Wat is er in die tijd veel veranderd. Dat ik zo van iemand kon houden. Maar het is beter als ik gewoon ga.
‘Als je blieft. Ga niet weg, niet zonder mij!’ en ze strijkt Naur over zijn hals.
‘Ik ga Yuna en je gaat niet met me mee!’ grom ik.
‘Waarom?’ en de tranen springen in haar ogen.
‘Yuna, ik breng alleen maar ellende. Je moeder is bang van me. Je vader en broer zijn boos op me en het word allemaal niet beter als ik blijf’ zeg ik wanhopig.
‘Ik kan niet zonder je! Ik ga met je mee!’ en ze rent weer naar de stal.
‘Nee! Je gaat niet met me mee!’ en ze blijft halverwege staan.
‘Wat zei je?’ vraagt ze voorzichtig en draait zich om.
‘Ik wil niet hebben dat je met me mee komt. Je ouders zouden het me nooit vergeven. En je broer zou me vermoorden als hij de kans krijgt. Ik wil het niet hebben!’

Naur draait zich om en maakt zich klaar om weg te vliegen. Ondertussen zijn Yuna’s ouders ook naar buiten gekomen. Haar moeder kijkt me bang aan maar haar vader is blij als ik weg ben.
‘Het spijt me Yuna’ en Naur begint te slaan met zijn vleugels.
Hij rent een rondje en komt dan los van de grond. Met tranen in mijn ogen kijk ik naar Yuna die gebroken achter blijft. Een brok vormt zich in mijn keel maar ik moet dit doen. Ze kan gewoon niet bij me blijven.
‘Ik hou van je’ roep ik nog naar Yuna en Naur vliegt weg.
Naur laat een ijselijke gil los en met een vaart vliegt hij weg.

Na een aantal uren rond te hebben gevlogen besluiten we om toch maar even te landen. Er is een kleine open plek tussen de bomen in het bos waar Naur net kan landen. Als een zak zand laat ik me van zijn rug af glijden en blijf in het gras liggen. Ik sluit mijn ogen en luister naar de geluiden om me heen. Het is stil. Zelfs de vogels maken geen geluid meer.
Naur legt zijn kop op de grond en is ook verdrietig.
‘Het spijt me Naur, maar dit is het beste’ en ik veeg de tranen van mijn gezicht af.
Naur gromt een keer en sluit dan ook zijn ogen. Hij en Xena konden het ook heel goed vinden met elkaar.
Yuna vind wel iemand anders. Ze kan beter gewoon een elf zoeken. Die leveren tenminste geen problemen op. Ze is beter af zonder mij.

Wanneer ik wakker word is het al behoorlijk donker buiten. Het is nu ook ineens een stuk kouder geworden. Ik rek me uit en sta dan op. Ik loop naar Naur toe en zoek naar wat bruikbare spullen in de zadeltassen. Gelukkig heb ik nog een klein mes verstopt en ook een van Yuna’s dekens in de tas gedaan. Verder zit er niets in waar ik wat aan heb. Snel sla ik de deken om me heen en steek het mes achter de rand van mij broek. Heb ik tenminste nog een wapen over. De anderen liggen nog bij Yuna. Die ga ik ook niet meer halen. Ik kruip tegen Naur aan die zachtjes gromt.
‘Slaap lekker Naur. Morgen gaan we een plek zoeken waar we kunnen blijven’ gaap ik en sluit mijn ogen.

Reageer (4)

  • Sil123

    Zucht.

    1 decennium geleden
  • RandomnessXx

    awww..

    1 decennium geleden
  • Kelpie

    echt heeeeeel zieligjes(huil)
    het komt toch wel weer goed?

    1 decennium geleden
  • xEvax

    Aaah arme aiden ;(

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen