Hoofdstuk 62
Aiden
Yuna legt haar hoofd op de tafel en niet veel later ligt ze te slapen. Voorzichtig luister ik aan de deur of er nog iemand beneden is. Als het stil blijft loop ik zachtjes naar het raam toe. Voorzichtig kijk ik rond of ik niemand zie en schuif dan zachtjes het raam open. Ik haal een keer diep adem en spring in een beweging naar beneden. Met een zachte plof land ik in het gras en kijk weer rond of niemand me gezien heeft.
Snel schiet ik het donkere bos in en nog geen tien minuten later ruik ik de heerlijke geur van mensenbloed. Ik sprint verder in de richting van de geur en na een paar seconde kom ik bij een dorpje aan met mensen. Mijn hart bonkt bijna mijn borstkas uit en het lijkt wel of ik gek word.
Zachtjes zoek ik een slachtoffer maar kan niemand vinden. Er is niemand meer wakker in dit dropje. Het enige wat ik nog kan doen is zachtjes naar binnen sluipen in de hoop dat er iemand alleen woont.
Huis na huis ga ik af om te zien of er ergens iemand alleen woont. Dit is het laatste huis. Als ik hier niet kan slagen moet ik zo terug naar Yuna en heb ik een probleem. Ik kijk door het raampje naar binnen en zie dat er een vrouw ligt te slapen. Ze is zo mooi, bijna zonde. Ik zucht en ga naar een van de andere ramen. Als ik naar binnen kijk zie ik dat er twee kleine kinderen liggen te slapen. Nee dit kan ik niet doen! Ik grom een keer kwaad en ga dan bij het huis weg. Ik loop weer in de richting van het bos en kom dan een klein houten huisje tegen. Het hoort nog wel bij het dorpje maar staat er een paar meter van af. Ik loop er heen en kijk door het raampje naar binnen. Er zit een man aan een tafel zijn messen te slijpen en als ik verder kijk zie ik dat de man meer wapens heeft liggen. Hij zit wat in zichzelf te praten. Veel kan ik er niet van verstaan maar het komt er op neer dat het geen goede man is. Zou het erg zijn als ik hem dan dood? Ik denk niet dat iemand hem zal missen.
Ik neem een aanloop en beuk de deur in. De man schrikt en richt zijn mes op mij. Met een brede grijns op zijn gezicht komt hij op me af gelopen. Hij heeft duidelijk niet in de gaten wie ik ben. Ik lach terug en voor ik het weet staan mijn scherpe tanden al in zijn nek. Hij laat het mes uit zijn handen vallen en niet veel later verslapt de man en laat ik hem op de grond vallen. Ik veeg het bloed van mijn mond af en kijk dan het huisje rond. Zo te zien is het maar goed dat ik hem heb gedood.
Ik zie dat Yuna het raam heeft dicht gemaakt. Dat is dus een probleem, er staan hier geen bomen of andere dingen waardoor ik bij het raam kan. Ik zucht en loop naar de stal toe. Zachtjes schuif ik de deur open. Naur, Xena en Midnight liggen lekker te slapen en ik besluit om ze maar niet wakker te maken.
Ik draai me om en loop de stal weer uit. Ik sluit de deur achter me en loop weer naar het raam toe. Toch maar een poging wagen om bij dat raam te komen. Ik spring om hoog en weet me aan de rand van het raam vast te grijpen. Met een hand schuif ik het raam open en met moeite klim ik weer naar binnen.
Yuna zit aan haar tafel en heeft een deken om zich heen geslagen. Wat ziet ze er zo lief uit. En dan te bedenken dat we een aantal maanden geleden nog zo veel ruzie hadden.
Ik schuif het raam weer dicht en zachtjes leg ik Yuna in haar bed. Ik pak de deken die ze om zich heen had geslagen en ga onder het raam zitten. Ik doe de deken om me heen en kijk tevreden naar Yuna.
Ik had nooit gedacht dat ik haar aardig zou gaan vinden. Ik had niet eens gedacht dat ik ooit van haar zou gaan houden. Nu is het alleen nog hopen dat haar ouders haar met me mee laten gaan. Haar moeder zal niet moeilijk over te halen zijn. Haar vader en broer zijn een ander verhaal. Ik snap wel dat ze haar willen beschermen maar ze is sterk genoeg om voor zichzelf te zorgen. Ze heeft me al meerdere keren gered en ik haar ook. Ze kan het wel.
Tevreden sluit ik mijn ogen en hoop ik op een beetje slaap. l
Reageer (2)
awh!
1 decennium geledenecht heel schattig!
Awhh, Aiden en Yuna zijn zo lief! *fangirling*
1 decennium geleden